Het buitentemperatuurveld 4
graden Celsius) weergegeven . De temperatuur-
eenheid kan ook worden ingesteld op
den Fahrenheit) .
Als
wordt weergegeven, ligt de gemeten
temperatuur onder het meetbereik van -20 °C
tot 60 °C (of -4 °F tot 140 °F); wordt
weergegeven, dan ligt de temperatuur boven
dit bereik .
Links naast de temperatuurweergave wordt de
temperatuurtrend weergegeven . De volgende
weergaven zijn mogelijk:
= de temperatuur stijgt .
= de temperatuur blijft constant .
= de temperatuur daalt .
Wanneer het batterijpictogram links naast
de temperatuurweergave wordt weergegeven,
moeten de batterijen van de buitensensor
zo snel mogelijk worden vervangen (zie het
hoofdstuk Buitensensor in gebruik nemen) .
AFT 77 A1
De buitentemperatuur wordt
met een nauwkeurigheid van
één tiende graad weergege-
ven . Rechtsboven wordt de
temperatuureenheid
NL │ BE
(voor
(gra-
│
109
■