5 - Specifieke functies van de toetsen
5.1 - in de gebruikersomgeving
t
Toets om het systeem op pauze te zetten /om
de drempelcursor te selecteren.
u
Toets die in deze omgeving niet actief is.
p q ■ Toetsen voor de manuele bediening van omhoog,
omlaag, stop.
°
Toets om toegang te krijgen tot de program-
meeromgeving / om de keuze van een subme-
nu te bevestigen / om de waarde of de gepro-
grammeerde optie te bewaren.
u + °
Toetsen voor het deblokkeren van de program-
meeromgeving wanneer deze geblokkeerd is
(enkele seconden gelijktijdig indrukken).
5.2 - in de programmeeromgeving
t u
Toetsen om zich horizontaal tussen menu's en
submenu's te verplaatsen.
p q
Toetsen om zich verticaal tussen de opties van de
menu's te verplaatsen / om waarden te verhogen
of te verlagen / om de opties te veranderen.
■
Toets om terug te keren naar het vorige beeld-
scherm of menu zonder de eventueel gemaakte
wijzigingen te bewaren.
°
Toets om de keuze van een submenu te bevesti-
gen / om de waarde of de geprogrammeerde
optie te bewaren en gelijktijdig terug te keren naar
het vorige beeldscherm.
6 - Bewaring van de code in de
ontvanger
Let op! – De zender is uitsluitend compatibel met radio-
ontvangers die op frequentie 433,92 MHz werken en radi-
ocodering "Flo-R" gebruiken.
Gebruik voor het bewaren de procedure "Mode I" die
beschreven wordt in de handleiding van de buismotor of
van de bijbehorende ontvanger. De handleiding staat ook
op de web site www.nice-service.com. Indien geen hand-
leiding aanwezig is, kan men ook één van de volgende pro-
cedures volgen.
2 – Nederlands
PROCEDURE "A"
Bewaren van de eerste zender
Gebruik deze procedure alleen indien geen enkele andere
zender in de buismotor bewaard wordt.
01. Sluit de buismotor van de voeding af en sluit hem ver-
volgens weer aan: de motor laat 2 lange geluiden klin-
ken (of maakt 2 lange bewegingen). Let op! - indien
de motor bij de inschakeling 2 korte geluiden laat
klinken (of 2 korte bewegingen maakt, of geen en -
kele beweging), betekent dit dat andere zenderco-
des erin bewaard zijn. Onderbreek dan de proce-
dure en volg "Procedure B".
02. Druk met ingeschakeld display binnen 5 seconden op
toets ■ van de zender, houdt de toets ingedrukt en
laat hem pas los nadat de motor het eerste van 3 kor-
te geluiden heeft laten horen (of het eerste van 3 korte
bewegingen gemaakt heeft) die aangeven dat de
bewaring heeft plaatsgevonden.
PROCEDURE "B"
Bewaring van bijkomende zenders
Gebruik deze procedure alleen indien al één of meer zen-
ders in de buismotor bewaard worden.
01. (op de aanwezige zender) Houd met ingeschakeld
display toets ■ ingedrukt tot de motor 1 lang geluid
laat klinken.
02. (op een reeds bewaarde zender) Druk 3 keer lang-
zaam op toets ■.
03. (op de aanwezige zender) Druk met ingeschakeld dis-
play 1 keer op toets ■.
04. De motor laat 3 korte geluiden klinken (of maakt 3 lan-
ge bewegingen) om aan te geven dat de bewaring
heeft plaatsgevonden.
Nota – Indien de motor 6 korte geluiden laat klinken (of 6
lange bewegingen maakt) betekent dit dat het geheugen
vol is.
7 - Installatie en werking van het
product
De installatie van het product voorziet twee verschillende
configuraties (afb. 3). De elementen waaruit deze twee
configuraties bestaan zijn:
– configuratie A
• bediening van rolluiken of zonweringen die extern aan
het glas zijn;
• installatie van de zender op het glas van het betreffen-
de raam, op een gewenste hoogte.
• gebruik van de achtersensor.
– configuratie B
• bediening van rolluiken, zonweringen, zonneschermen;
• installatie van de zender op ongeacht welk oppervlak
(tafel, meubel, enz.) in ongeacht welk punt van de ruimte
en in een positie waar het de effecten van meer of minder
zonwering kan detecteren zonder dat de sensor echter
rechtstreeks aan het buitenlicht wordt blootgesteld.
• gebruik van de voorsensor.
7.1 - Configuratie "A"
7.1.1 - Installatie
Installeer de zender door deze uitsluitend vast te zetten
met de daarvoor bestemde zuignap, op het glas van het
raam, in ongeacht welk punt, met het display naar binnen
gericht.
Alvorens de zuignap vast te zetten, wordt aanbevolen het
glas te reinigen en de schijf van de zuignap met water nat
te maken zodat hij perfect op het glas aansluit. Let op! -
Het punt waarin de zender op het glas bevestigd wordt,
bepaalt de hoogte waarop het rolluik zal stoppen tijdens de
sluitmanoeuvre (afb. 4).
7.1.2 - Werking
Wanneer de zender in configuratie "A" geïnstalleerd is,
moet de functie "Modaliteit" geprogrammeerd worden (zie
hoofdstuk 10) door één van de volgende opties te kiezen.
• "Modaliteit 1" – (afb. 5) Deze optie activeert de achter-
sensor.
Met geopend rolluik en aan het licht blootgestelde sensor
zal het rolluik, wanneer de lichtintensiteit toeneemt en de
Bovendrempel overschreden wordt, na 4 minuten omlaag
gaan, tot de sensor, en vervolgens enkele centimeters
omhoog gaan zodat de sensor aan het licht blootgesteld
blijft (gedeeltelijke sluiting).