bij iedere inschakeling van het display.
- "Demonstratie" functie: met deze functie worden de
werktijden van het product versneld, waar iedere secon-
de overeenkomt met een minuut van de gewone werk-
wijze. Deze functie is nuttig tijdens de programmering
omdat men het gedrag van het product bij lichtvariaties
binnen korte tijd kan simuleren en begrijpen en lange
wachttijden worden vermeden.
• "Taal"
Met deze functie is het mogelijk de taal te kiezen
waarmee men de teksten op het display wenst
weer te geven.
Om een taal in te stellen, dient men het menu "Instellingen"
te kiezen en de keuze te bevestigen met de toets °. Selec-
teer in het submenu de functie "Taal" en bevestig de keuze
met de toets °. Kies in het beeldscherm dat verschijnt met
de toetsen p en q de gewenste taal en bevestig de keu-
ze met de toets °.
• "Test"
Zie het hoofdstuk "Wat te doen als...".
6 – Nederlands
Wat te doen als...
(gids voor het oplossen van problemen)
• Het rolluik gedurende de dag niet in beweging komt
en het display het symbool
toont.
Vervang de batterij.
• Het display niet ingeschakeld wordt wanneer op
ongeacht welke toets gedrukt wordt.
Probeer de batterij te vervangen (afb. 9).
• Het rolluik gedurende de dag niet in beweging komt.
Controleer onder verschillende lichtomstandigheden (bij
zonsopgang en zonsondergang) of de waarde van de lich-
tintensiteit die in de balk "Intensiteit" staat de drempels van
inwerkingtreding passeert, in de balk "Lichtinstelling", en
controleer of het systeem het rolluik dan in beweging zet. Is
dat niet het geval, probeer dan de drempelcursor op een
nieuwe positie te zetten (paragraaf 8.2).
• Het rolluik gedurende de dag te vaak in beweging
komt.
Probeer de hystereseruimte te wijzigen onder raadpleging
van de beschrijving die in hoofdstuk 10 staat ("Hysterese"
functie).
• Men de delen van het product wenst te testen om te
zien of ze normaal werken.
Ga het menu "Instellingen" binnen, selecteer de "Test" func-
tie en bevestig de keuze met de toets °.
Nu is het mogelijk de volgende testen uit te voeren:
a) identificatie van de toetsen: door op iedere afzon-
derlijke toets te drukken, verschijnt de identificatiecode
van de ingedrukte toets (voorbeeld: toets t = code "P1";
toets p = code "P2"; enz.).
b) controle van het display: houd de toets t ingedrukt
tot het display geheel zwart is (dit dient ter controle van
de staat van de pixelmatrix). Door nu een tweede keer op
de toets te drukken, verschijnt de tekst "1 2 3": Door een
derde keer op de toets te drukken verschijnen alle karak-
ters die door het display gebruikt worden. Door een vier-
de keer erop te drukken zal het display opnieuw zwart
worden.
Om deze test te verlaten, op de toets ° drukken.
c) verifica dei sensori luce: houd toets n ingedrukt
tot het display de balk "Intensity Rear" toont. Door een
tweede keer op de toets te drukken, verschijnt de balk
"Intensity Front" (dit dient ter controle van de correcte
werking van de lichtsensoren).
Om deze test te verlaten, op de toets ° drukken.
d) langdurige uitzending van het "STOP" commando:
houd de toets q ingedrukt tot het display "STOP" toont
en laat de toets los: de zender begint continu het Stop-
commando uit te zenden. Om de zending te onderbre-
ken opnieuw op dezelfde toets drukken (deze functie is
nuttig voor het uitproberen van de radiozending).
Om deze test te verlaten, op de toets ° drukken.
Om de "Test" functie definitief te verlaten, de toets ° inge-
drukt houden tot het display het beeldscherm met de
3 iconen van het 1e niveau toont.
9