MONTAGEVOORSCHRIFTEN
Verzeker u ervan dat de elektrische voedingskabel van de
eindschakelaar niet wordt blootgesteld aan trekkracht/torsies
die nadelig zijn voor de levensduur.
- Geen te korte kabels gebruiken
- Niet aan de kabels trekken
- De kabels niet vouwen
- Bij statische montage een buigingsstraal van minimaal
15 mm in acht nemen
- De kabels niet platdrukken, met name
bij het gebruik van een kabelklemtang.
Verplicht instellen op het minimale
aanhaalkoppel (voor kabel Ø 2 - 2,5 mm).
min
Mobiele toepassingen:
Bij dynamische montage ondergaat de kabel
slingerbewegingen door het gewicht van de
connectoren of door een te lange kabel, waardoor de
kabel kan breken. Het is dus noodzakelijk de
connectoren aan de cilinder te verbinden.
Voor toepassingen waarbij de cilinder + eindschakelaar veel uitslaat of grote
bewegingen maakt, is het verplicht om de miniatuur eindschakelaar te gebruiken
met een M8-connector die is geïntegreerd in de kast (X) en de verlengstukken
(Y) met een kabel van het type klasse 6, die hiervoor bedoeld is.
- Maak de kabel aan de cilinder vast (zie hiernaast) en houd een buigingsstraal
van minimaal 120 mm in acht.
(X)
- Monteer geen eindschakelaars in de buurt van iets wat sterk
ferromagnetisch of elektromagnetisch is (bobine, soldeertang).
- Niet gebruiken in de buurt van oliën of oplosmiddelen die niet
compatibel zijn met de kabel van PVC (indien dit nodig is, gelieve
ons te raadplegen).
Reinigen met alkalische oplossingen (water en zeep).
Aansluiting van de eindschakelaars met geïntegreerde connector:
- Handmatig klemmen van de connector (Geen gereedschap
gebruiken
INWERKINGSTELLING
- Verzeker u ervan dat de UNI-eindschakelaars werken binnen
de grenzen van het gebruiksgebied (elektrisch, mechanisch,
temperatuur) die in deze documentatie worden gedefinieerd.
Overschrijding van deze grenzen kan beschadiging van de
eindschakelaars tot gevolg hebben.
- Zonder onze voorafgaande toestemming mag geen enkele
wijziging worden aangebracht aan het materiaal.
NL
.
15 mm min.
Naar vast gedeelte
(Y)
23
NL
A
MONTAGE OP ISOCLAIR CILINDER Ø 8 tot 63:
1 - Plaats de eindschakelaar op de klemband bevestiging
2 - Breng de schroef in de eindschakelaar en klem samen
3 - Open de klemband
4 - Plaats de eindschakelaar en klemband rond de cilinderbuis
5 - Plaats de eindschakelaar en klemband in de gewenste positie
6 - Borg het geheel op de cilinder
Montagemogelijkheden van de eindschakelaar om de
I
tussenstanden van de cilinder te melden
Montagemogelijkheden van de eindschakelaar met
II
uitgangskabel gericht naar de onderzijde, waarbij de
eindschakelaar + klemband over 180°gedraaid kunnen worden
Om de standen aan de maximale uiteinden van de cilinder te
III
melden, dienen de eindschakelaars met geïntegreerde steker
gemonteerd te worden met de stekeraansluiting naar het
midden van de cilinder gericht
MONTAGE OP GEPROFILEERDE PES
B
CILINDER Ø 32 tot 125 :
1- Plaats de eindschakelaar op bevestigingset
2- Breng de schroef in de eindschakelaar en verbind het geheel
3- Plaats het geheel op een van de 4 profielen en breng deze
in de gewenste positie
4- Overtuig u ervan dat de eindschakelaar contact maakt met de
buis en klem het geheel op de cilinder (2 mm inbussleutel)
Montagemogelijkheden van de eindschakelaar om de
I
tussenstanden van de cilinder te melden
Montagemogelijkheid om de eindscha-kelaars met de
II
electrische uitgang naar de voorzijde van de cilinder te
richten met montage van de eindschakelaar + flens
Om de positie aan de maximale uiteinden van de cilinder te
III
melden, dienen de eindschakelaars met geïntegreerde
steker gemonteerd te worden met de stekeraansluiting naar
het midden van de cilinder gericht
Mogelijkheid om de eind-schakelaar op een van de 4
IV
profielen te monteren
MONTAGE OP PES CILINDER MET
C
TREKSTANGEN
Ø 32 tot 80 mm :
1- Plaats de eindschakelaar op bevestigingset
2- Breng de schroef in de eindschakelaar en schroef het geheel vast
3- Plaats het geheel op een van de 4 trekstangen in de
gewenste positie
4- Overtuig u ervan dat de eindschakelaar contact maakt met de
buis en borg het geheel op de cilinder (3 mm inbussleutel)
Ø 100 tot 200 mm :
1- Plaats de klemband rond de buis (onder de trekstangen) met
de twee uiteinden naar elkaar toe
2- Schroef de flens los zodat er voldoende ruimte ontstaat (de
twee bevestigingsschroeven niet losdraaien)
3- Plaats de eindschakelaar op de kunststoffen bevestigingssteun
4- Schroef de eindschakelaar aan de bevestigingssteun vast
5- Plaats het uiteinde van de klemband in de inkeping van de flens
6- Schuif de eindschakelaar met de bevestigingssteun onder de klemband
7- Plaats de eindschakelaar + klemband op het detectiepunt
8- Overtuig u ervan dat de eindschakelaar contact maakt met
de buis en borg het geheel op de cilinder
Montagemogelijkheden van de eindschakelaar om de
I
tussenstanden van de cilinder te melden
Mogelijkheid tot montage van de eindschakelaars met de electrische
II
uitgang gericht naar de voorzijde van de Ø 32 tot 80 mm cilinder
Om de positie aan de maximale uiteinden van de cilinder te
III
melden, dienen de eindschakelaars met geïntegreerde steker
gemonteerd te worden met de stekeraansluiting naar het
midden van de cilinder gericht
Ø 32 tot 80 mm
IV
Montagemogelijkheid van de eindschakelaars op een van de
4 trekstangen
Ø 100 tot 200 mm (bevestiging door klemband)
V
Mogelijkheid tot montage van de eindschakelaars met de electri-
sche uitgang van de Ø 100 tot 200 mm cilinder waarbij de eind-
schakelaar en bevestigingssteun 180° gedraaid kunnen worden
nadat de klemband (zonder deze te verwijderen) is gelost.
MONTAGE OP K, KN,PEC, P2L/P2B CILINDER
D
zie hiernaast
I
*
21
IV
V
E max.
E max.
D
II
E max.
Ø cylinder
32
40
50
63
80
100 125 160 200
D
30
34
42
47
55
-
-
-
E
44
47
51
56
63
75
88
106 127
III
D
TYPE K, KN, PEC, P2L/P2B
C. max: 0,4 N.m
1
3
2
N°1
2
3
l
24
-
1