Problem
• Die Batterien wurden nicht bzw. nicht
richtig eingesetzt.
Die Anwesenheit
• Im Sensorbereich sind Gegenstände
eines Benutzers wird
vorhanden.
nicht erkannt (es
• Das Sensorfenster ist verschmutzt.
läuft kein Wasser).
• Der Stromanschluss wurde korrekt ausge-
führt, doch die LED blinkt mehrmals.
• Das Absperrventil der Filter ist geschlossen.
Die Anwesenheit
• Im Sensorbereich sind Gegenstände
eines Benutzers wird
vorhanden.
erkannt, aber es
• Das Sensorfenster ist verschmutzt.
läuft kein Wasser.
• Das Absperrventil der Filter ist nicht volls-
Die Wasserdur-
tändig geöff net.
chfl ussmenge wird
• Die Filter sind verschmutzt oder verstopft.
weniger.
• Der Druck im Wasserleitungsnetz ist zu
niedrig.
Das Wasser hört
• Im Sensorbereich sind Gegenstände
nicht auf zu laufen.
vorhanden.
Der Wasserhahn
öff net sich, obwohl
• Es liegen übermäßige Schwankungen des
kein Benutzer anwe-
Lichteinfalls aus der Umgebung vor.
send ist.
NL
Probleem
• De batterijen zijn niet of onjuist geïnsta-
lleerd.
Aanwezigheid niet
• Er zijn voorwerpen binnen het sensorbe-
waargenomen (er
reik.
komt geen water
• Het sensorvenster is vuil.
uit)
• Als de aansluiting correct is, maar de led
meermaals knippert.
Aanwezigheid wel
• De hoofdkraan van de fi lters is gesloten.
waargenomen,
• Er zijn voorwerpen binnen het sensorbe-
maar er komt geen
reik.
water uit.
• Het sensorvenster is vuil.
• De hoofdkraan van de fi lters staat niet
De waterstraal
helemaal open.
neemt af
• De fi lters zijn vuil of verstopt.
• De druk op de waterleiding is laag.
De waterstraal stopt
• Er zijn voorwerpen binnen het sensorbe-
niet
reik.
De kraan gaat
open zonder de
• Er zijn te grote veranderingen in de lichts-
aanwezigheid van
terkte van het vertrek.
de gebruiker.
Ursache
Oorzaak
Lösung
• Überprüfen Sie die Batterien.
• Entfernen Sie im Sensorbereich vorhande-
ne Gegenstände.
• Säubern Sie das Sensorfenster.
• Überprüfen Sie den Stromanschluss.
• Tauschen Sie die Batterien aus.
• Öff nen Sie das Absperrventil der Filter.
• Entfernen Sie im Sensorbereich vorhande-
ne Gegenstände.
• Säubern Sie das Sensorfenster.
• Öff nen Sie die Absperrventile der Filter
vollständig.
• Reinigen Sie die Filter.
• Setzen Sie sich mit Ihrem zuständigen Was-
serversorgungsunternehmen in Verbindung.
• Entfernen Sie im Sensorbereich vorhande-
ne Gegenstände.
• Schließen Sie das Ventil und warten Sie 1
Minute.
• Vollständiges Abklemmen der Sensorein-
richtung vom elektrischen Netz, Reichweite
einstellen und wieder erneut anklemmen.
Oplossing
• Controleer de batterijen.
• Verwijder de voorwerpen binnen het
sensorbereik.
• Maak het sensorvenster schoon.
• Controleer de aansluiting.
• Vervang de batterijen.
• Open de hoofdkraan van de fi lters.
• Verwijder de voorwerpen binnen het
sensorbereik.
• Maak het sensorvenster schoon.
• Open de hoofdkranen helemaal.
• Maak de fi lters schoon.
• Neem contact op met uw waterleiding-
bedrijf.
• Verwijder de voorwerpen binnen het
sensorbereik.
• Sluit de kraan en wacht 1 minuut.
• Koppel de elektronische kraan los van zijn
voedingsstroom en regel het detectieveld
van de voeler. Sluit de kraan weer aan.
11