4. Koppelen
Voor het luisteren naar muziek of voor communicatie met behulp van een
Bluetooth-apparaat moet de hoofdtelefoon aan het betreffende apparaat worden
gekoppeld.
Raadpleeg de handleiding van het Bluetooth-apparaat voor verdere informatie over
de koppelingsprocedure.
(1)
Houd terwijl het toestel is uitgeschakeld de knop (
toestel overschakelt naar de koppelmodus.
• De koppelingsfunctie is ingeschakeld wanneer de LED-indicator afwisselend
blauw en rood knipprt.
Laat de knop (
) los nadat de LED-indicator afwisselend blauw en rood is gaan
knipperen.
• Wanneer de koppelingsfunctie is ingeschakeld, maar het koppelen niet
binnen ongeveer 5 minuten is voltooid, zal de stroom automatisch worden
uitgeschakeld.
(2)
Schakel het Bluetooth-apparaat waarmee u de hoofdtelefoon wilt kop-
pelen in en begin met koppelen; zoek het toestel (d.w.z. deze draadloze
hoofdtelefoon) op het gekoppelde Bluetooth-apparaat.
• Plaats het Bluetooth-apparaat dichtbij de draadloze hoofdtelefoon (binnen één
meter afstand).
• Deze draadloze hoofdtelefoon wordt op het display van het Bluetooth-apparaat
weergegeven als "SE-MS7BT".
(3)
Controleer of het koppelen met het Bluetooth-apparaat met succes is
voltooid.
• Kijk naar het display van het Bluetooth-geactiveerde apparaat en selecteer
"SE-MS7BT".
• Het koppelen is voltooid wanneer de LED langzaam (ongeveer om de 3 secon-
den) blauw knippert. Als hij snel (ongeveer elke seconde) knippert, is het kop-
pelen niet voltooid.
• De PIN-code voor de draadloze hoofdtelefoon is in de fabriek ingesteld op "0000".
Voer deze code in als hierom door het Bluetooth-apparaat wordt gevraagd.
Maak verbinding met het Bluetooth-apparaat
• Controleer of de draadloze hoofdtelefoon is ingeschakeld voordat u verbinding
probeert te maken met het Bluetooth-apparaat.
• Afhankelijk van het Bluetooth-apparaat is het mogelijk dat er na het koppelen
automatisch verbinding wordt gemaakt tussen de draadloze hoofdtelefoon en
het Bluetooth-apparaat.
De verbinding met het Bluetooth-apparaat verbreken
• Houd de kno (
wordt uitgeschakeld.
Opmerking
• Afhankelijk van het apparaat dat is verbonden, is het mogelijk dat het A2DP-
profiel opnieuw moet worden ingesteld wanneer muziek wordt afgespeeld en het
) ingedrukt tot het
HFP- of HSP-profiel voor de hands-free communicatie.
• Raadpleeg de handleiding van het Bluetooth-apparaat voor verdere informatie
over de bedienings- en instellingsmethoden.
• Als er geen verbinding meer kan worden gemaakt met het apparaat, dient u het
koppelen opnieuw uit te voeren.
• In deze draadloze hoofdtelefoon kan de koppelingsinformatie voor in totaal 8
Bluetooth-apparaten worden vastgelegd. Als een negende apparaat wordt gekop-
peld, zal de infomatie voor het eerste gekoppelde apparaat worden overschreven
en verloren gaan. Wilt u in de toekomst opnieuw met het betreffende apparaat
verbinding maken, dan moet de koppeling met dat apparaat opnieuw worden
uitgevoerd.
• Wanneer een Bluetooth-apparaat gebruikt gaat worden waarvoor de koppeling
is uitgevoerd, moet eerst de draadloze hoofdtelefoon worden ingeschakeld
en daarna de verbindingsprocedure voor het gekoppelde Bluetooth-apparaat
worden uitgevoerd.
4
Nl
) ingedrukt tot de knipperende LED uitgaat en het apparaat