42
Nood
U kunt het voertuig betreden door de gecentraliseerde sluiting met de mechanische sleutel te openen als er sprake
is van een storing of als de batterijen van de standaard afstandsbediening leeg zijn.
Het systeem zal tijdens het openen van de deur een licht-/geluidsalarm produceren.
U moet het instrumentenpaneel een aantal seconden lang inschakelen om het alarm te kunnen deactiveren.
Op deze manier kan de transponder chip in de originele sleutel van het voertuig worden herkend.
De deactivering van het alarm wordt gevolgd door een korte pieptoon van de sirene.
U moet de sloten met de standaard afstandsbediening van het voertuig openen en sluiten om het systeem weer
N
operationeel te maken.
De tweede keer dat u de sloten sluit wordt het alarm geactiveerd, zie de beschrijving in het hoofdstuk
"Functionering".
De knipperingen van de LED geven na de deactivering van het
alarm aan dat tijdens uw afwezigheid een of meerdere geluidsa-
larmen geproduceerd hebben. Raadpleeg de tabel hiernaast om
de oorzaak op te sporen.
Het alarm herhaalt deze signalering elke 6 seconde tot u de
sleutel in het contact steekt en op ON draait, of tot het alarm
weer geactiveerd wordt.
Alarmgeheugen