Descargar Imprimir esta página

Hauck Roadster SL Instrucciones Para El Uso página 10

Ocultar thumbs Ver también para Roadster SL:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 15
MONTAGE- EN GEBRUIKSAANWIJZING
NL
1. OPSTELLEN (Afb. 1)
Maak de transportveiligheid los.
2. OPEBVOUWEN (Afb. 2)
Vouw de kinderwagen open, tot beide zijkantvergrendelingen correct zijn vergrendeld.
3. MONTEREN VAN DE ACHTERAS / ACHTERWIELEN (Afb. 3a, 3b, 3c)
3a. Schuif de beide plastic bevestigingsinrichtingen van de achteras gelijktijdig op de achterste
benen van het onderstel, tot deze op de achterste benen van het onderstel vergrendeld zijn.
Zorg ervoor, dat de bevestigingsinrichtingen veilig aan de onderstelbenen vergrendeld zijn.
3b. Schuif de achteras met de wielen door de behuizing van de achterwielrem tot u bij het
vergrendelen van de metalen klem in de sleuf van de as een klikken hoort. Probeer de achteras
uit het onderstel te trekken, om te vrijwaren, dat deze veilig vergrendeld is. Om een wiel van de
achteras af te nemen, maakt u de vergrendeling los op de achteras en trekt u het wiel van de
achteras af (3c).
4. MONTEREN VAN DE VOORWIELEN (Afb. 4a, 4b)
Trek eerst de 2 plastic houders met de as af van de voorwielvork (4a), schuif het voorwiel op de
vooras en schuif dan de 2 plastic houders met as en wiel weer op de voorwielvork (4b). Zorg
ervoor, dat de plastic houders veilig vergrendelen en daardoor niet meer onvrijwillig kunnen
loskomen. Om de wielen te wisselen, handelt u in omgekeerde volgorde.
5. INSTELLEN VAN DE VOORWIELEN (Afb. 5)
Om het voorwiel te kunnen zwenken, ontgrendelt u de vergrendeling en vergrendelt u de
vergrendeling, wanneer u de zwenkbeweging van het voorwiel wilt blokkeren. Monteer de
vergrendeling boven de voorwielvork aan het onderstel.
6. REM (Afb. 6)
Trap op de achterwielrem, om de achterwielen te blokkeren en probeert u als controle, de
kinderwagen voorwaarts te duwen.
Let op: Vergrendel steeds beide remmen, als u de kinderwagen parkeert.
7. INSTELLEN VAN DE RUGLEUNING (Afb. 7a-7b)
De rugleuning wordt via het trekriempje en de bijbehorende gesp geregeld, die zich aan de
achterzijde van de zetelbekleding bevinden. Zo kan de neiging van de rugleuning individueel
worden ingesteld. Trek aan het trekriempje terwijl u de gesp vasthoudt en breng de rugleuning
dan in zitpositie. Om de rugleuning in liggende positie te brengen, drukt u op de knop aan de
gesp en trekt u de gesp daarbij naar onder.
8. INSTELLEN VAN DE VOETENSTEUN (Afb. 8)
Druk op beide knoppen (links en rechts), om de voetensteun in de gewenste positie te
brengen.
9. INSTELLEN VAN DE DUWSTANG (Afb. 9)
Druk op beide knoppen (links en rechts) aan de duwstang, om de duwstang op de gewenste
hoogte te brengen.
10. MONTEREN VAN D§E VOORSTE BEUGEL (Afb. 10a, 10b)
Monteer de voorste beugel direct onder de sluitingsgrendel door de voorste beugel in de
verankeringen te steken (10a). Van zodra u een klikken hoort, is de voorste beugel veilig in het
onderstel vergrendeld. Probeer de voorste beugel uit het onderstel te trekken, om te vrijwaren,
dat de beugel veilig vergrendeld is. Om de frontbeugel te verwijderen, drukt u op de knoppen
daaronder en trekt u de beugel uit het onderstel (10b).
11. MONTEREN VAN DE KAP (Afb. 11)
Schuif de plastic bevestigingselementen van de kap op de rails via de sluitingsgrendels aan
beide zijden van de kinderwagen.
12. SAMENVOUWEN (Afb. 12):
Zorg er steedss voor, dat de rugleuning zich in de liggende positie bevindt. Vouw de kap
naar achteren. Trek de hendels voor de vergrendeling links en rechts voor de ontgrendeling
gelijktijdig naar boven en druk dan de schuif naar voren, om de kinderwagen samen te vouwen.
Vergrendel dan de transportveiligheid aan beide zijden van het onderstel.
13. CONTROLEREN VAN DE LUCHTDRUK IN DE BANDEN
U kunt de banden met behulp van de meegeleverde luchtpomp oppompen. De bandendruk mag
2.0 bar (28PSI) niet overschrijden.
14. BEVEILIGING VAN HET KIND IN HET ZITJE (Afb. 13):
Zet het kind in de zetel en beveilig het met de schoudergordels en de bekkengordel en sluit de
gesp van de kruisgordel ( de gordel, die tussen de benen van het kind wordt doorgeleid). Stel de
lengte van de gordel passend voor uw kind in. Overtuig er u steeds van, dat de gordelriempjes
niet verdraaid of aan het onderstel van de kinderwagen vastgehaakt zijn. Controleer de correcte
instelling, telkens wanneer u het kind in het zitje zet en wanneer de rugleuning in zittende positie
is. Om de riempjes los te maken, drukt u op de gordelgesp en maakt u deze open.
Aanpassing van het gordelsysteem: Schuif beide sluitingen (B) in de gordelgesp (A) en zorg ervoor,
dat beide knoppen met een klik vergrendelen. Controleer, of beide schoudergordelriempjes
(C) aan de sluitingen zijn bevestigd (B). Elk schouderriempje heeft een eigen instelinrichting,
om de lengte individueel te kunnen instellen (D). Om het gordelsysteem los te maken, drukt
u op de knoppen. Voor de uitrusting van de kinderwagen met 5-punts-gordels zijn D-ringen
voorhanden. De bevestigingsdelen (D-ringen) bevinden zich aan de bekkengordel.
10

Publicidad

loading