Gas-Tec
Warranty
Zorgen voor de Gas-Tec
X Zorgen voor de Gas-Tec
10.1 Gascilinder
Begin met een gevulde gascilinder . Het bericht 'gasdruk laag' toont wanneer de druk te laag is voor het
apparaat om juist te functioneren . De prompt 'gasdruk te hoog' wordt getoond als de druk hoger is dan
het maximum van 124 bar (1800 psi) .
Een volle gascilinder (150 bar) dient tenminste 60 uur lang mee te gaan . De gemiddelde drukverlaging is
ongeveer 2,5 bar per uur .
Zorg dat de cilinder na elk gebruik uitgezet is . Gebruik hiervoor de AAN-/UIT- klep van de gascilinder .
Zie tevens hoofdstuk XII Veiligheid van waterstof .
10.2 Filters
Het doel van de filterassemblage is het beschermen van de vlamkamer tegen verontreiniging . Wanneer
water of vaste deeltjes de kamer binnenkomen dan kan dit het functioneren van het apparaat storen . De
nauwkeurigheid van de aflezingen kunnen beïnvloed worden .
De filterassemblage bestaat uit een filtersteunschijf, een hydrofobisch filterelement met een diameter van
25mm, een O-ring, en een papieren voorfilterelement met een diameter van 27mm . Assembleer de filter
met gebruik van onderdelen in de volgorde die in de afbeelding wordt getoond .
De papieren voorfilter moet regelmatig worden gecontroleerd en waar nodig worden vervangen . Dit
beschermt de hydrofobische filter tegen verontreiniging met grove deeltjes en verlengt de levensduur .
Wanneer deze filter wordt aangebracht dient het hydrofobische oppervlak in contact met de O-ring te
worden gebracht . Het vezelige oppervlak dat met een rode stip gemerkt is dient met de goede kant naar
beneden tegen de steunschijf geplaatst te worden .
Als er water in de filterassemblage terechtkomt dan zal het hydrofobische oppervlak er voor zorgen dat
er geen vocht de vlamkamer binnentreedt, maar voordat verder wordt gegaan met het gebruiken van de
Gas-Tec dient ervoor gezorgd te worden dat de sonde en voorfilters niet geblokkeerd zijn .
Gooi de voorfilter weg .
Schud het hydrofobische oppervlak licht of blaas er voorzichtig op .
Assembleer het apparaat opnieuw met een nieuwe voorfilter .
Droog en reinig de sonde en buisassemblages zorgvuldig voor dat ze opnieuw gebruikt worden .
OPMERKING: Instrumenten mogen niet zonder de filterassemblage gedraaid worden .
10.3 Sondes en buizen
Controleer de sondes en buizen op beschadiging voordat ze
gebruikt worden .
De wateropvangholte aan de onderkant van het geïsoleerde
sondehandvat dient met een schone doek of tissue gereinigd te
worden (gebruik geen vluchtige oplosmiddelen) . De verbinding
dient met geregelde tussenpozen geopend te worden waarbij
eventueel water weggeschud moet worden . Zorg dat er geen
water het instrument binnenkomt .
Reinig tevens de taps toelopende verbinding die het sondehulp-
stuk aan het handvat zet,
187