Argus 220 TIMER Guia De Instalacion página 19

Sensor de movimiento
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 21
Zo stelt u timerfunctie en schemerdrempel in
Zo stelt u timerfunctie en schemerdrempel in
Met de draaischakelaars (afbeelding > T1 en T2) worden de tijden
ingesteld, waarop de ARGUS zich anders als alleen bewegingsmelder
moet gedragen. Buiten de ingestelde tijden reageert de ARGUS zoals
gewoonlijk op bewegingen.
Vervolgens worden de mogelijke toepassingen beschreven. Bij alle
toepassingen stelt u met de draaischakelaar (afbeelding >C) de
lichtsterktedrempel in, vanaf welke de ARGUS bewegingen moet
herkennen. Afhankelijk van de toepassing moet hiervoor de
draaischakelaar C op de linker kant (mode 1) of de rechter kant (mode 2)
in het bereik tussen zonsymbool en maansymbool ingesteld worden
(afbeelding •). De precieze instelling kan het best worden bepaald door
uitproberen bij schemering.
Toepassing 1: De ARGUS moet uitsluitend bij bewegingen
inschakelen.
1 Draaischakelaar T1 op „A" draaien.
2 Draaischakelaar C op bereik „mode 1" draaien.
Toepassing 2: De ARGUS moet op bepaalde tijdstippen ook zonder
bewegingen inschakelen.
Voorbeeld 1:
Het licht moet vanaf schemering tot 22 uur steeds aangeschakeld zijn.
Het licht moet vanaf 5 uur tot de dageraad steeds aangeschakeld zijn.
Tussen 22 uur en 5 uur moet de ARGUS bij bewegingen inschakelen.
1 Draaischakelaar T1 op „22" draaien.
2 Draaischakelaar T2 op „5" draaien.
3 Draaischakelaar C op bereik „mode 1" draaien.
Zo stelt u timerfunctie en schemerdrempel in
Voorbeeld 2:
Het licht moet vanaf schemering tot 22 uur steeds aan zijn, daarna echter
tot de dagraad alleen bij bewegingen inschakelen (halfautomatisch).
1 Draaischakelaar T1 op „22" draaien.
2 Draaischakelaar T2 op „H" draaien.
3 Draaischakelaar C op bereik „mode 1" draaien.
Toepassing 3: De ARGUS moet op bepaalde tijdstippen niet bij
bewegingen inschakelen.
Voorbeeld 3:
Het licht moet vanaf schemering tot 22 uur steeds uitgeschakeld zijn. Het
licht moet vanaf 5 uur tot de dageraad steeds uitgeschakeld zijn. Tussen
22 uur en 5 uur moet de ARGUS bij bewegingen inschakelen.
1 Draaischakelaar T1 op „22" draaien.
2 Draaischakelaar T2 op „5" draaien.
3 Draaischakelaar C op bereik „mode 2" draaien.
Voorbeeld 4:
Het licht moet vanaf schemering tot 22 uur steeds uit zijn, daarna echter
tot de dagraad alleen bij bewegingen inschakelen (halfautomatisch).
1 Draaischakelaar T1 op „22" draaien.
2 Draaischakelaar T2 op „H" draaien.
3 Draaischakelaar C op bereik „mode 2" draaien.
|
33
34
Aanwijzing: Om de juiste tijd te bepalen, negeert de ARGUS in de
eerste nacht de ingestelde timerfunctie en schakelt uitsluitend bij
bewegingen. Na een langere uitval van de voedingsspanning
bepaalt hij opnieuw het tijdstip van de dag, aan de hand van
zonsopgang en zonsondergang. Het werkelijke tijdstip kan
afhankelijk van plaats lichtjes van het vastgestelde tijdstip afwijken.
Vezet in dit geval de draaischakelaars T1 en T2 met de vastgestelde
afwijking.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido