3
Druk op de aan/uitknop om het apparaat in te schakelen.
4
Houd het apparaat vast in de stand die het handigst is voor het
gebied dat u wilt trimmen en maak halen in de gewenste richting.
Tip: Voor een aangename trimbeurt dicht op de huid plaatst u de vlakke zijde
van het trimhoofd tegen uw huid en maakt u halen in de gewenste richting.
5
Wanneer u klaar bent, drukt u op de aan/uitknop om het apparaat
uit te schakelen.
Trimmen met kam
Het apparaat wordt geleverd met twee kammen: een normale kam en een
precisiekam. Deze kammen houden het trimhoofd op een vaste afstand
van uw huid. Deze afstand bepaalt de resterende haarlengte. U kunt deze
afstand aanpassen door aan het instelwiel te draaien.
-
Gebruik de normale kam om uw baard te trimmen.
-
Gebruik de precisiekam om moeilijk bereikbare gebieden te trimmen,
bijvoorbeeld onder uw neus.
1
Schuif de kam in de geleidegroeven aan beide zijden van het apparaat
('klik').
Opmerking: De kam past niet op het trimhoofd wanneer de 15mm-zijde naar
de voorzijde van het apparaat wijst. Als dit het geval is, draait u het trimhoofd
voor u de kam op het trimhoofd schuift.
2
Draai het instelwiel om een lengtestand te kiezen.
-
De geselecteerde lengtestand gaat branden op de voorzijde van het
apparaat.
-
U kunt een lengte tussen 0,4 en 7 mm kiezen (zie de tabel in het
gedeelte 'Lengte-instellingen' hieronder).
nEDErlanDs
99