OLIE VERVERSEN
Olie kan men het best (en snelst) verversen
terwijl de motor nog warm is.
VOORZICHTIG:
• Bij langdurig kontakt kan afgewerkte olie huidkanker
veroorzaken. Tenzij u jarenlang dagelijks met afgewerkte olie
bezig bent, zult u weinig risico lopen. Het is niettemin maar beter,
na het olie verversen de handen grondig met water en zeep te
reinigen.
1. Zet de maaimachine op de
rechterkant.
2. Zet een blik of bak onder de
olievulopening [1].
3. Neem de aftapdop [2] los.
4. Monteer de aftapdop en zet
deze vast wanneer er geen
olie meer uit de opening
komt.
5. Zet de machine weer op zijn
wielen en vul het carter met
olie [3] tot aan de
bovenstestreep op de
oliepeilstok [4]. Gebruik
voorgeschreven olie
(zie Blz
6).
6. Schroef de vuldop vast.
NB: Gooi afgewerkte olie nooit zomaar weg, want dat draagt alleen
maar bij tot grondwatervervuiling. Doe het in een oud blik en geeft
dat af aan een benzinestation dat voor recycling zorgen kan. Dus:
niet in de vuilnisbak, niet in het riool en niet ergens in de tuin.
ONDERHOUD VAN DE BOUGIE
Aanbevolen bougie: NGK - BPR5ES
VOORZICHTIG:
• Gebruik uitsluitend de door ons voorgeschreven bougies. Andere
kunnen de motor beschadigen.
Wacht met het losnemen van de bougie tot de motor en de
uitlaat zijn afgekoeld. Ga bij het losnemen van de bougie als
volgt te werk.
1. Neem de bougiekap [6] los. Plaats een bougiesleutel [7] op de
bougie [8] en draai de bougie los.
[8]
[6]
10 NL
C18
D8
VEILIGHEID
[1]
[2]
[4]
[5]
[3]
0.7 - 0.8 mm
[7]
2. Inspekteer de bougie zorgvuldig. Wanneer het isolerend
gedeelte stuk of gebarsten is, moet de bougie worden
vervangen. Een niet al te oude of ingebrande bougie kan
ontkoold worden. Oudere bougies kunnen beter vervangen
worden.
3. Meet de afstand tussen de elektroden met een voelermaatje. De
juiste afstand ligt tussen 0,7 en 0,8 mm. Een te grote afstand
kan met voorzichtig tikken met een kleine hamer worden
nagesteld.
4. Kontroleer de afdichtingsring. Schroef de bougie vervolgens
handvast in de cilinderkop.
5. Een nieuwe bougie moet ongeveer en halve slag met de
bougiesleutel worden aangetrokken om de afdichtingsring op
zijn plaats te persen. Een oude bougie heeft aan een achtste
slag voldoende.
6. Plaats de kap op de bougie.
VOORZICHTIG:
• Bougies moeten altijd goed worden aangetrokken - gebruik dus
de bougiesleutel. Een lostrillende bougie kan te heet worden en
de cilinderkop beschadigen.
ONDERHOUD DE VONKENVANGER
(OPTIE)
(In Europa en andere landen waar de richtlijn
2006/42/EC betreffende machines van kracht is, zal dit
schoonmaken gedaan moeten worden door uw officiele dealer voor
onderhoud).
Wacht tot de motor en de uitlaat zijn afgekoeld. Het is in
sommige landen verboden, een motormaaier te gebruiken die
niet van een vonkenvanger voorzien is.
1. Demonteer de 3 bouten [9]
van de
uitlaatbeschermkap [10] en
verwijder de beschermkap.
2. Demonteer de 2
schroeven [11] van de
vonkenvanger [12] en neem
de vonkenvanger uit de
demper.
3. Kontroleer de vonkenvanger
en de uitlaatdemper op
koolafzetting. Verwijder de
eventuele afzetting met een
koper- of staalborstel.
4. Vervang de vonkenvanger
indien deze beschadigd is.
5. Monteer de
vonkenvanger [12] en de
beschermkap [10].
C18
VEILIGHEID
[11]
[12]
[10]
[9]
[12]