NL
Bediening
Schakel de voeding in en controleer of de ventilator werkt. De trekketting regelt de snelheid van de ventilator als volgt:
1 maal trekken - hoog; 2 maal trekken - matig; 3 maal trekken - laag; 4 maal trekken - uit.
De snelheidsinstellingen voor warm of koud weer hangen af van factoren zoals de grootte van het vertrek, de hoogte van het plafond, het aantal ventilatoren en
dergelijke.
Onderhoud
1. Door de aard van de beweging van de ventilator kunnen sommige verbindingen losraken. Controleer de steunverbindingen,
beugels en bladbevestigingen tweemaal per jaar. Zorg ervoor dat ze vastzitten.
2. Reinig de ventilator geregeld zodat hij er in de loop der jaren nieuw blijft uitzien. Gebruik geen water bij het reinigen. Hierdoor
kan de motor of het hout schade oplopen en kunt u een elektrische schok krijgen.
3. Gebruik alleen een zachte borstel of pluisvrije doek om te voorkomen dat de afwerking wordt gekrast. Het materiaal is met een
laklaag verzegeld om verkleuring of dof worden te voorkomen.
4. De ventilator hoeft niet geolied te worden. De motor heeft permanent gesmeerde lagers.
VERHELPEN VAN
STORINGEN
STORING
1. Als de ventilator niet start:
2. Als de ventilator lawaai
maakt:
3. Als de ventilator slingert:
38
BEDIENING EN ONDERHOUD
Als u problemen hebt bij het bedienen van de nieuwe plafondventilator, kan dat het gevolg zijn van verkeerde
montage, installatie of bedrading. In sommige gevallen kunnen deze installatiefouten aangezien worden voor
defecten. Als u problemen hebt, controleer dan eerst onderstaande tabel voor het opsporen en oplossen van
problemen. Als een probleem niet kan worden opgelost, raadpleeg dan een erkende elektricien en probeer
zelf geen elektrische reparaties uit te voeren.
AANBEVOLEN MAATREGEL
1. Controleer de zekeringen of onderbrekers van de hoofd- en nevencircuits.
2. Controleer de verbindingen met het kroonsteentje zoals uitgevoerd volgens stap 4 van de installatie.
OPGELET: Zorg dat de stroom uit staat.
3. Als de ventilator niet start, dient u een bevoegde elektricien te raadplegen. Probeer de interne elektrische aansluitingen niet
zelf te repareren.
1. Controleer of alle schroeven in de motorbehuizing stevig vastzitten (doch niet té vast).
2. Controleer of alle schroeven waarmee de ventilatorbladhouder aan de motor is bevestigd, goed vastzitten.
3. Sommige ventilatormotoren zijn gevoelig voor signalen van elektronische variabele-snelheidsregelaars. GEBRUIK GEEN
elektronische variabele-snelheidsregelaar.
4. Voorzie een "inloopperiode" van 24 uur. Het meeste lawaai dat door een nieuwe ventilator wordt voortgebracht zal na deze
periode verdwijnen.
Het gewicht van alle bladen is gebalanceerd en de bladen zijn volgens gewicht gegroepeerd. Natuurhout varieert in dichtheid waar-
door de ventilator kan slingeren, zelfs als de gewichten van de bladen onderling zijn gebalanceerd. De volgende procedures dienen
het slingeren grotendeels te elimineren. Controleer op slingeren na elke stap.
1. Controleer of alle bladhouders stevig aan de motor vastzitten.
2. Vergewis u dat de plafondkap en montagebeugel stevig aan de plafondbalk zijn vastgemaakt.
3. Als het blad nog steeds merkbaar slingert, kunt u twee naast elkaar liggende bladen verwisselen om het gewicht anders te
spreiden, wat mogelijk tot een meer evenwichtige werking zal leiden.
GS-26-IndustrialPC-WH07