4 – PROGRAMMERING
Waarschuwingen
– Voor de programmeringen die in dit hoofdstuk worden
be schreven, dient u toets P1 en led L1 op de ontvanger te
gebruiken (fig. 1). De led geeft de toestand van de lopen-
de activiteiten aan door middel van een bepaald aantal
keren knipperen met een specifieke duur. Voor de bete-
kenis van deze meldingen raadpleegt u Tabel 2.
Om de programmering te vereenvoudigen, kunt u de pro-
grammeerinrichtingen BUPC en OBox gebruiken.
TABEL 2
MELDINGEN GEDAAN DOOR LED L1 VAN DE ONTVANGER
–– LANGZAAM KNIPPEREN 1/2 seconde ––
1 ✺ = De ontvangen code bevindt zich niet tussen de toegestane.
2 ✺ = Herkenningstijd voorbij zonder resultaat.*
3 ✺ = Herkenning positief beëindigd (toegestane code).
4 ✺ = De code bevindt zich reeds in de lijst met toegestane
codes.
5 ✺ = De lijst is leeg (geen code).
6 ✺ = De lijst is vol (er is geen plaats meer voor andere codes).
7 ✺ = Er wordt gevraagd een niet aanwezige code te wissen.
8 ✺ = Tijdens de herkenningsfase zijn verschillende codes ont-
vangen.
9 ✺ = Wachtwoord ingevoerd.
* Opmerking
- Als de blokkering van het softwaregeheugen actief is, duurt de
2e keer knipperen langer dan de 1e
- Als de blokkering van het softwaregeheugen niet actief is, duurt
het knipperen van beide leds even lang.
–– SNEL KNIPPEREN 1/4 seconde ––
• Bij het inschakelen:
1 ✺ = Er is een geheugen van BM60
2 ✺ = Er is een geheugen van BM250
3 ✺ = Er is een geheugen van BM1000
4 ✺ = Het geheugen heeft ingevoerde codes, die niet van de Flor
uitvoering zijn
5 ✺ = Er is een fout opgemerkt tijdens het aflezen van het ge heugen
• Tijdens de werking:
1 ✺ = De ontvangen code is een "kopie"; alleen "originele" codes
zijn geldig.
3 ✺ = De code bevindt zich niet in het codevenster, maar is
gehersynchroniseerd.
4 ✺ = De code bevindt zich niet in het codevenster en de her-
synchronisatie is geblokkeerd.
5 ✺ = De code bevindt zich niet in het codevenster en de her-
synchronisatie is niet mogelijk.
Samen met de ontvanger wordt het geheugen BM250 gele-
verd, dat 63 codes kan opslaan. Als de ontvanger wordt
gevoed, geeft het met verschillend knipperen van de leds L1
(fig. 1) het soort gebruikt geheugen weer, zie Tabel 2.
De gebruikte geheugens zijn de volgende:
– geheugen BM60 = met plaats voor 16 codes
– geheugen BM250 = met plaats voor 63 codes
– geheugen BM1000 = met plaats voor 255 codes
In het geheugen bevinden zich alle codes van de opgeslagen
zenders. Voor een maximale veiligheid en om te voorkomen
dat per ongeluk onbekende codes worden opgeslagen, kan
de herkenningsfunctie van de codes worden geblokkeerd
(zie paragraaf 6.1 - Het geheugen blokkeren).
Nederlands - 5