TIP
Tijdens het stoppen moet de stof goed gespannen zijn. Als de be-
schadigde plek groot is, is het raadzaam, het naaiwerk in een bor-
duurraam (in de vakhandel verkrijgbaar) te spannen.
11.15.
Rimpelen
Persvoet: ......................................................................................................Standaardvoet
Programma: .......................................................................................................................... A
Steeklengte: ......................................................................................................................... 4
Verminder de bovendraadspanning (zie Pagina 117) zodanig
dat de onderdraad los aan de achterkant van de stof ligt en wordt
omstrengeld door de bovendraad.
Naai een of meer rijen steken. Snijd de draden niet direct aan
het stuk stof af maar laat de uiteinden van de draden ca. 10
centimeter uitsteken.
Leg nu aan het begin van elke rij een knop in de boven- en on-
derdraad.
Houd de stof vast aan de kant met de knoop en trek aan de
andere kant een of meer onderdraden gelijktijdig strak. Schuif
de stof nu langs de onderdraad over elkaar. Als de stof over de
gewenste breedte is geplooid, knoopt u de boven en onder-
draden aan de tweede kant vast.
Verdeel de plooien gelijkmatig.
Naai de plooien met een of meer rechte naden vast. Hiervoor
kan ook de smoksteek worden gebruikt.
Naaien
DE
FR
NL
IT
ES
131 van 244