Zet de naald weer in de hoogste stand en wissel naar het pro-
gramma voor de rechterrups.
Naai dan de rechter zijrups op precies dezelfde lengte als links.
Zet de naald in de hoogste stand en kies opnieuw het pro-
gramma voor de bovenste rups.
Naai dan, net als bij de onderste rups, ook het bovenste rups
met een paar steken.
Als afsluiting is het aan te bevelen de steeklengte op "0" te zet-
ten en nog een paar steken te naaien waardoor de draden be-
ter verbonden worden en het knoopsgat minder snel rafelt.
Snij tot slot met het meegeleverde tornmesje de stof tussen
de rupsen open. Ga daarbij zeer voorzichtig te werk om de
rupsen niet te beschadigen.
TIP
Om het doorsnijden van de bovenste rups te voorkomen is het
raadzaam daarvoor een speld door te stof te steken.
11.11.2.
Knoopsgaten met garenversterking
Bij knoopgaten die aan grotere belastingen worden blootgesteld
is het zinvol het knoopsgat met een draad (haak-, meeloop- of
knoopsgatgaren) te versterken.
TIP
Gebruik voor knoopsgaten met meeloopgaren alleen de knoops-
gatprogramma's met rechte uiteinden.
Snijd een eind meeloopgaren dat is aangepast aan de grootte
van het knoopsgat af en leg dat om de knoopsgatvoet heen.
Haak het garen in de doorn achter aan de persvoet en leid het
garen vervolgens naar voren en knoop het vast aan de voorste
doorn.
Naai het knoopsgat op de gebruikelijke manier. Let er daarbij
op dat de steken meeloopgaren volledig omsluiten.
Naaien
DE
FR
NL
IT
ES
127 van 244