Trek de hendel (30) van het inrijgmechanisme voorzichtig zo
ver mogelijk naar beneden.
Draai de hendel van het inrijgmechanisme voorzichtig links-
om naar achter.
De draadhaak A wordt automatisch door het oog van de naald
geleid.
Leg de draad onder de draadhaak.
Zet de hendel van het inrijgmechanisme voorzichtig weer te-
rug in de uitgangspositie. De draadhaak A trekt de boven-
draad door het oog van de naald en vormt een lus achter de
naald.
A
Voorbereidende werkzaamheden
115 van 244
DE
FR
NL
IT
ES