Naaien
118 van 224
9.13. Knoopsgaten
De naaimachine beschikt over vijf volautomatische knoopsgat-
programma's, die in één bewerking een knoopsgat naaien.
TIP
Om de passende steeklengte en -breedte te vinden wordt aange-
raden om een proefknoopsgat op een lapje te maken.
Persvoet: .................................................................................................... Knoopsgatvoet
Programma: ................................................................................................... b1; b2 en b3
Steeklengte: .......................................................................................................... 0,4 of 1,2
Steekbreedte: ........................................................................................................................4
Vervang de geplaatste persvoet door de knoopsgatvoet. Let
erop dat de bovendraad door de knoopsgatvoet wordt geleid.
Geef de plek aan waar het knoopsgat moet worden genaai en
breng daar de knoopsgatvoet aan.
Als u zeer fijne stof of synthetische materialen naait, vermindert u
de druk van de persvoet en legt u een stuk papier op de stof om
te voorkomen dat de draden in de war raken.
9.13.1. Werkwijze
Voer de bovendraad door de opening van de knoopsgatvoet
en trek de boven- en onderdraad naar links.
Kies met de Steeklengteregelaar (25) programma b1 om de
linkerrups te naaien.
Laat de voet zakken en naai langzaam totdat de gewenste
lengte van de zijrups is bereikt.
Hef dan de naald (26) tot de hoogste stand en wissel naar pro-
gramma b2 voor het onderste rups.
Naai daarna een paar steken van de onderste rups.
Hef dan de naald weer tot de hoogste stand en wissel naar
programma b3 voor de rechter rups.
Naai dan de rechter zijrups op precies dezelfde lengte als links.
Zet de naald in de hoogste stand en kies opnieuw programma
b2 voor de bovenste rups.
Naai dan, net als bij de onderste rups, ook het bovenste rups
met een paar steken.