e)
Als u een diamantboormachine, die in een werkstuk steekt, weer wilt starten,
dient u voor het inschakelen te controleren, of het gereedschap ongehinderd
draait. Als het gereedschap klem zit, draait het eventueel niet, wat tot overbelasting
van het gereedschap kan leiden en daartoe, dat de diamantboormachine los raakt uit
het werkstuk.
f)
Bij bevestiging van de boorsteun aan het werkstuk met behulp van pluggen en
schroeven dient u ervoor te zorgen, dat de gebruikte verankering in staat is, de
machine tijdens het gebruik veilig op zijn plek te houden. Als het werkstuk niet
bestand of poreus is, kan de plug eruit worden getrokken, waardoor de boorsteun los
raakt van het werkstuk.
g)
Bij bevestiging van de boorstandaard op het werkstuk met behulp van een
vacuümpomp dient u er op te letten dat het oppervlak glad, schoon en niet
poreus is. Bevestig de boorstandaard niet op gelamineerde oppervlakken, zoals op
tegels of coatings van composietmateriaal. Als het oppervlak van het werkstuk niet
glad, vlak of voldoende bevestigd is, kan de vacuümplaat van het werkstuk loskomen.
h)
Controleer voor het boren of het vacuümvermogen voldoende is. Als het
vacuümvermogen onvoldoende is, kan de vacuümplaat van het werkstuk loskomen.
i)
Boor nooit boven uw hoofd als de machine alleen met een vacuümplaat is
bevestigd. Als het vacuüm verdwijnt, komt de vacuümplaat van het werkstuk los.
j)
Zorg er tijdens het boren door muren en plafonds ervoor, dat personen en
werkbereik aan de andere kant beschermd zijn. De boorkroon kan over het boorgat
schieten en de boorkern kan er aan de andere kant uit vallen.
k)
Gebruik bij boorwerkzaamheden boven het hoofd altijd een door de fabrikant
voorgeschreven wateropvangsysteem. Zorg ervoor dat er geen water in het werktuig
dringt. Het binnendringen van water in het elektrische gereedschap verhoogt het risico
op een elektrische schok.
2.
B I J Z O N D E R E T I P S - in acht nemen a.u.b.!
De kernboormachine is alleen voor industrieel gebruik bestemd en mag alleen door geïnstrueerde
personen worden bediend.
De machine wordt volgens de voorschriften alleen voor het boren van steen, beton en metselwerk
gebruikt.
Voor het gebruik moeten de desbetreffende bepalingen in acht worden genomen.
Elektrisch gereedschap moet met regelmatige tussenpozen (ca. 6 maanden) aan een
veiligheidscontrole door een vakman worden onderworpen.
Schakel na een onderbreking van de werkzaamheden de kernboormachine alleen in, nadat u
gecontroleerd heeft of de boorkroon vrij kan draaien.
Draag bij het werken met deze machine gehoorbescherming.
3.
T E C H N I S C H E B E S C H R I J V I N G
De SR25/38/65/68/75 is een Diamantkernboormachine, die uitsluitend met een boorstatief (2)
gebruikt kan worden. De machine is geschikt voor het boren in steen,beton, asfalt en metselwerk.
Door het doorvoeren van water door de kogelkraan (1a) door de diamantboor (3) wordt het
verwijderde materiaal weggespoeld en het werktuig gekoeld (natboren). Het boorwerktuig, de
diamantboor (3) is daardoor een holle boor die met gesoldeerde of gelaste en met diamantkorrels
voorziene segmenten uitgerust is.
De machine mag niet voor een ander doel of met andere gereedschappen gebruikt worden.
SRXXS duidt kernboormachines met een snellere aandrijving aan.
Indien noodzakelijk wordt het spoelwater met een waterstofzuiger aangesloten op een
waterverzamelring (4) opgezogen.
De SR25/38/65/68/75 is spatwaterdicht en stemt derhalve overeen met de beveiligingsklasse IP 55.
De motor is watergekoeld, dat betekend dat koel en spoelwater door de koelmantel stroomt en
daarna door de boorkroon wordt gevoerd.
Bij juist gebruik kan er geen water in de motor komen. Het is bovendien mogelijk om zonder extra
voorzorgsmaatregelen verticaal naar boven te boren (boven het hoofd).
In de SR25/38/65/68/75 is ook een onderspanningsoplossing geintergreerd, d.w.z dat wanneer er op
een gegeven ogenblik de stroom mocht uitvallen de machine niet meteen op volle toeren zal
beginnen te draaien zodra de stroom weer aanwezig is.
De SR25/38/65/68/75 is met een nieuw soort SR motor (SR= switched reluctance) uitgevoerd.
De collector (wisselstroom van de statorpolen) zorgt voor een microcomputergestuurde
prestatie elektronica. Het toerental blijft over het gehele prestatie bereik nagenoeg gelijk, daardoor
wordt het aanboren vergemakkelijkt. Naast de drie versnellingen, die over de versnellingbak
geschakeld worden, kan ook de motor nog eens extra in drie versnellingen gezet worden.
SR38/68/75 zijn voorzien van een versnellingsbak met 3 versnellingen. Naast de drie versnellingen
kan de motor bovendien in verschillende standen worden gebruikt. Zodoende kunnen de
56