MSR XGK EXPEDITION Manual Del Usuario página 17

BRANDER AANZETTEN
1. Als de voorverwarmingsbrandstof nog maar een kleine vlam vormt, zet u de regelklep geleidelijk
open. Zie afbeelding 7. Door de regelklep geleidelijk open te zetten, kan de generatorslang (S)
doeltreffend worden opgewarmd en kan alle brandstof richting gaspit verdampen.
BELANGRIJK
Als de brander dooft, moet u de regelklep stevig sluiten en wachten totdat de brander is

afgekoeld. Herhaal de voorverwarmingsprocedure. Zie 'Brander voorverwarmen'.
Als de brander met een onregelmatige gele vlam brandt, moet u de regelklep stevig sluiten

en de brander verder laten voorverwarmen totdat de voorverwarmingsbrandstof nog maar een
kleine vlam vormt. Zet de regelklep geleidelijk open. Zie 'Brander aanzetten'.
Als de brander met tussenpozen opflakkert met gele en blauwe vlammen, draait u de regelklep

dichter totdat de brander met een regelmatige blauwe vlam brandt.
2. Terwijl de brander in gebruik is, pompt u regelmatig 3 à 5 slagen met de zuiger (G) om de druk in
de brandstoffles te handhaven.
Tips voor optimale druk in de brandstoffles
Hoge druk in de brandstoffles betekent hoger warmtevermogen: prima om water snel aan de kook te brengen.
Lage druk in de brandstoffles betekent lager warmtevermogen: prima om eten te laten sudderen.
BRANDER UITZETTEN, DEMONTEREN EN VERPLAATSEN
1. Zorg dat de regelklep (A) stevig is gesloten. De vlam brandt ongeveer één tot twee minuten door
vanwege de resterende brandstof binnen in de brandstoflijn (Q). Wacht totdat de brander is afge-
koeld voordat u hem demonteert.
2. Nadat de vlam is gedoofd en de brander is afgekoeld, ontgrendelt u de grendelhaak (P) en verwij-
dert u de brandstoflijn (Q) uit de pomp.
3. Verwijder de pandraden (L).
4. Om de druk in de brandstoffles te verlagen, houdt u de brandstoffles rechtop, weg van uw gezicht
en van alle hittebronnen, vonken of vlammen. Plaats uw andere hand stevig over de top van de
pomp. Draai de pomp tegen de klok in om de druk te laten ontsnappen.
5. U kunt de pomp in de brandstoffles laten zitten als u de fles verplaatst of opslaat. De pomp mag
ook worden verwijderd en vervangen door de dop van de brandstoffles.
ONDERHOUD VAN BRANDER
Aanslag in de gaspit en brandstoflijn veroorzaakt mindere stroming van de brandstof en mindere
prestaties van de brander. Geringe aanslag in de gaspit kan gewoonlijk met de schudnaald worden
verwijderd. Meer omvangrijke aanslag vereist wellicht een grondige reiniging van de gaspit of de
brandstoflijn.
GASPIT SNEL VRIJMAKEN
1. Zorg dat de regelklep (A) stevig is gesloten en laat de brander afkoelen.
2. Schud de brander op en neer. Een hoorbaar 'geratel' duidt erop dat de schudnaald (N) werkt
zoals gepland.
3. Start de brander opnieuw. Als de brander niet beter werkt, zie dan GASPIT EN BRANDSTOFLIJN
GRONDIG REINIGEN.
GASPIT EN BRANDSTOFLIJN GRONDIG REINIGEN
1. Vewijder de pandraden (L) en de vlamspreider (M). Zie afbeelding 12.
2. Schroef de gaspit (T) los met het gaspit- en kabelgereedschap. U kunt een sterk stuk gereed-
schap in de opening van het gaspit- en kabelgereedschap steken om extra hefboomkracht te
verkrijgen. Zie afbeelding 8.
3. Verwijder de schudnaald (N).
4. Reinig de gaspitopening met de gaspitreinigingsdraad.
5. Trek de kabel (R) uit de brandstoflijn met het gaspit- en kabelgereedschap. Zie afbeelding 9.
Opmerking: Als u de kabel niet kunt verwijderen, vernevelt u een gangbaar smeermiddel, zoals
WD-40™, binnen in de brandstoflijnelleboog en laat u dat ongeveer 15 minuten indringen voor-
dat u de kabel verwijdert. (Smeerolie voor pompsmeerpotten mag worden gebruikt in plaats van
smeerspray).
6. Plaats de kabel terug. Met korte slagen duwt u de kabel ongeveer 20 keer heen en weer binnen
brandstoflijn.
7. Nu de kabel, de gaspit en de schudnaald zijn verwijderd, steekt u het uiteinde van de brandstof-
lijn in de pomp en de brandstoffles.
8. Breng de brandstoffles onder druk met 10 à 15 zuigerslagen.
9. Zet de regelklep helemaal open en spoel 30 à 60 ml (2 à 3 eetlepels) brandstof door de
brandstoflijn en laat de brandstof in een geschikte bak weglopen. Waarschuwing: Houd de
brandstoflijn bij het doorspoelen uit de buurt van hitte, vonken en vlammen. Werp de brandstof
op veilige wijze weg nadat de lijn is doorgespoeld.
10. Zet de brander weer in elkaar. Als de brander nog steeds niet naar behoren werkt, herhaalt u stap
5 t/m 9.