AL-KO Solo 621 Manual De Instrucciones página 57

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 35
Bij verklemming van de zaagketting aan de bovenkant
van het zwaard kan het voorkomen dat het zwaard
krachtig naar achteren wordt terug gestoten in de richting
van de bediener.
Ieder van deze reacties kan ertoe leiden dat u de con-
trole over de ketting zaag verliest en mogelijk ernstig
gewond raakt.Vertrouw niet alleen op de aan de kettig-
nzaag gemaakte veiligheids inrichtingen. Als gebruiker
van een kettingzaag moet u ook enkele maategelen
nemen om ongevalsvrij te kunnen werken zodat verwon-
dingen worden voorkomen.
Een terugslag is het gevolg van een foute of verkeerde
bediening van de elektrische kettingzaag. Het kan door
bepaalde voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder be-
schreven, worden voorkomen.
Hou de kettingzaag met beide handen vast, waar-
bij de duimen en vingers de hendels van de
kettingzaag omsluiten. Breng uw lichaam en uw
armen in een dusdanige positie, dat u de terug-
slag effecten kunt tegenhouden.
maatregelen worden getroffen, kan de gebruiker de
terugslag opvangen. Nooit de kettingzaag loslaten.
Vermijd een abnormale lichaamspositie en zaag
nooit boven schouderhoogte. Daardoor wordt een
onbedoelde aanraking van de zwaardpunt vermeden
en een betere controle van de kettingzaag in onver-
wachte situaties mogelijk gemaakt.
Gebruik steeds de door de producent van de ket-
tingzaag voorgeschreven onderdelen met betrek-
king tot zwaarden en kettingen. Niet voorgeschre-
ven zwaarden en kettingen kunnen tot scheuren van
de ketting en tot terugslag van de machine leiden.
Houdt u aan de door de producent gedane aan-
wijzingen voor het slijpen en het onderhoud van
de ketting. Te laag afgeslepen dieptebegrenzers
verhogen het terugslag gevaar.
Zet de aansluitingsleiding het niet wordt ontdekt
tijdens de werking van takken of iets dergelijks.
9) Belangrijke verwijzingen voor Uw persoon-lijke
veiligheid
a) Algemene gevarenaanwijzingen
1. Kinderen en jeugdigen onder 18 jaar mogen elek-
trische kettingzagen niet bedienen. Uitzondering:
Leerlingen, ouder dan 16 jaar, onder toezicht van
een vakkundige.
2. De kettingzaag mag alleen door personen met toe-
reikende ervaring worden bediend.
3. Bewaart U deze gebruiksaanwijzing steeds tesamen
met de kettingzaag.
4. Verhuurt of verschenkt U de kettingzaag alleen aan
personen, die met het gebruik vertrouwd zijn. Geeft U
alstublieft altijd deze gebruiksaanwijzing mee.
b) Verwijzingen voor het veilig gebruik van de ket-
tingzaag.
5. Attentie: Voor het eerste gebruik van de kettingzaag
leest U alstublieft de gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door en laat U zich in het gebruik voorlichten.
6. Berg uw electrische gereedschap veilig op. Electrisch
gereedschap dat niet gebruikt wordt, moet op een
droge, hooggelegen of afgesloten plaats, buiten het
bereik van kinderen, worden opgeslagen.
7. Controleer verlengsnoeren regelmatig en vervang ze
wanneer ze beschadigd zijn.
8. Controleert U de aansluitingsleiding voor ieder ge-
bruik op beschadiging en scheuren. Beschadigde
leidingen moeten worden vervangen.
9. Bij de arbeid moet de kettingzaag met beide handen
gevoerd worden.
10. Voor het naspannen van de ketting, resp. het vervan-
gen van een ketting of het verwijderen van storingen
moet de kettingzaag van het stroomnet worden on-
derbroken - stekker uittrekken.
11. Bij arbeidspauzen moet de machine zo worden afge-
legt, dat niemand in gevaar wordt gebracht. Trekt U
de netstekker eruit.
12. Bij het inschakelen moet de kettingzaag goed ge-
steund en vastgehouden worden. Ketting en zwaard
moeten vrij staan.
13. Bij beschadiging of doorsnijden van de aansluitings-
leiding moet dadelijk de stekker worden uitgetrokken.
14. De kettingzaag mag alleen aan veiligheidsstop-con-
Als de goede
tacten en gekeurde installaties gebruikt worden. Wij
raden de toepassing van een foutenstroom-beveilig-
ingsschakelaar aan van 16 A. Tijdens het gebruik
geen andere toestellen ansluiten.
15. Bij gebruik van een kabeltrommel moet de kabel
geheel zijn afgewikkeld.
16. Let U erop, dat de aansluitingsleiding niet wordt ge-
knikt of beschadigd.
17. De kettingzaag mag alleen geheel gemonteerd in
bedrijf worden genommen. Er mogen geen bescher-
mende voorzieningen ontbreken.
18. Schakelt U de kettingzaag onmiddellijk uit, wanneer
U veranderingen aan de machine vaststelt.
19. Houdt U voor eventuele ongevallen een verband-
trommel naar DIN 13164 bereid.
20. Bij contact van de kettingzaag met de bodem, stenen,
nagels of andere vreemde lichamen onmid-dellijk
de netstekker uittrekken en ketting evenals zwaard
nazien.
21. Let U erop, dat geen kettingolie in de aarde of de
riolering geraakt - milieubeveiliging. Legt U de ket-
tingzaag altijd op een onderlegger, omdat altijd een
beetje olie van het zwaard en ketting kan druppelen.
c) Verwijzingen in betrekking met het terugslag- ge-
vaar
22. Gebruikt U, wanneer dit mogelijk is, een zaagbok.
23. Behoudt U altijd de zwaardspits in het oog.
24. Alleen de lopende zaagketting voor het snijden
aanzetten, nooit bij opgezette ketting de machine
inschakelen.
25. Zogenoemde steeksneden met de zwaardspits mo-
gen alleen door geschoold personeel worden uitge-
voerd.
d) Verwijzingen voor een veilige arbeidstechniek
26. Het werken staande op ladders, op werkstellages of
in bomen, is verboden.
27. Zorgt U ervoor, dat zich het hout gedurende het snij-
den niet kan verdraaien.
28. Let U op gesplinterd hout. Gedurende het zagen be-
staat verwondingsgevaar door meegeslepen hout-
spaanders.
29. Benut U de kettingzaag niet voor het heffen of be-
wegen van hout.
NL-5

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido