Nederlands
STANDAARD MONTAGE
Let op: Deze montagehandleiding bevat instructies voor verschillende typen rolgordijnen, volg de
instructies die horen bij uw type rolgordijn.
Afhankelijk van het type Luxaflex® Rolgordijn, wordt het volgende mee-
geleverd:
• Type XL-10
Eén set montagesteunen met afdekkapjes en bijbehorende schroeven.
• Type XL-20
Eén set montageclips met bijbehorende schroeven.
• Type XL-30 en Type XL-40
Eén set montagesteunen met afdekkapjes en bijbehorende schroeven.
• Type XL-50 en Type XL-60
Eén set cassettesteunen met bijbehorende schroeven.
Tip voordat u start!
Verzeker u ervan dat de positie van de montagesteunen of clips zodanig is gekozen dat het
Luxaflex® Rolgordijn niet in contact komt met uitstekende delen, zoals raam/deurklinken,
vensterbanken, enzovoort.
BEVESTIGEN VAN DE MONTAGESTEUNEN
1. Type XL-10
Plaats de steunen op de wand (1 A en C), tegen het plafond (1 B) of zijdelings in de dag
(1 D) zonder afdekkap.
2. Type XL-20
Plaats de steunen op de wand (2 A en C) of tegen het plafond (2 B). Plaats de eerste montagesteun
ca. 55-70 mm van de zijkant. Voor breder rolgordijn (>1,80 m) moeten 3 of meer steunen
gebruikt worden. Verdeel de 3de of 4de steun telkens over het midden.
3. Type XL-30 en Type XL-40
Plaats de steunen op de wand (3 A en C), tegen het plafond (3 B) of zijdelings in de dag
(3 D). Aan de binnenkant van de steun staat een L voor linkersteun of een R voor de rechtersteun.
4. Type XL-50 en Type XL-60
Plaats de steunen op de wand (4 A en C) of tegen het plafond (4 B). Plaats de eerste
montagesteun ca. 55-70 mm van de zijkant. Voor breder rolgordijn (>1,80 m) moeten 3 of
meer steunen gebruikt worden. Verdeel de 3de of 4de steun telkens over het midden.
Tip voor het boren van de montagegaten!
Teken de montagegaten voor de eerste steun af, boor de gaten voor en monteer de steun. Het
verdient aanbeveling de afdekkap over de steun te schuiven alvorens de montagegaten af te
tekenen. Plaats het uiteinde van het rolgordijn in de eerste steun, steek de tweede steun in de
andere zijde en teken de montagegaten af (de rol moet ca.
2 mm speling hebben in de steunen). Zorg ervoor dat de tweede steun exact waterpas staat
afgetekend met de eerste, boor de gaten voor en monteer de steun.
PLAATSING ROLGORDIJN
Let op: Het plaatsen van het rolgordijn is eenvoudiger als u de plastic afdekkappen van de steunen
eerst verwijdert (niet mogelijk bij zijdelingse montage).
De plaatsing van het rolgordijn is afhankelijk van het type.
6
5. Type XL-10
Plaats de bediening in demontagesteun en schuif deze naar beneden tot een'klik' te horen is (5a).
Voor een minimale lichtspleet aan de zijde van de lagerplug, eerst de bedieningszijde monteren,
gevolgd door de lagerplug. Schuif de holle buisplug over de bediening (5b). Druk de lagerplug
in (5c), schuif deze over de montagesteun (5d) tot een 'klik' te horen is en het rolgordijn is
gemonteerd. Schuif de eindkappen over de montagesteunen.
6. Type XL-20
Plaats de onderzijde van het montageprofiel in de clips. Druk de bovenzijde van het montageprofiel
in de clips totdat dit vastklikt (6). Schuif de eindkappen over de montagesteunen.
7. Type XL-30 en Type XL-40
Plaats de bediening in de montagesteun en schuif deze naar beneden tot een 'klik' te horen is (5a).
Voor een minimale lichtspleet aan de zijde van de lagerplug, eerst de bedieningszijde monteren,
gevolgd door de lagerplug. Schuif de holle buisplug over de bediening (5b). Druk de lagerplug in
(5c). Schuif deze over demontage steun (5d) tot een 'klik' te horen is en het rolgordijn gemonteerd
is. Plaats vervolgens de afdekprofielen. Plaats de bovenkant van het profiel tot de aanslag van de
steun en druk daarna op de voorzijde aan de onderkant tot deze in de steun klikt (7a). Schuif de
eindkappen over de montage s teunen (7b).
8. Type XL-50 en Type XL-60
Plaats de voorzijde van de bovenkant van de cassette voorin de montagesteunen (8a). Breng de
achterzijde naar de muur toe en 'klik' de onderzijde van de cassette in de montagesteunen (8b).
OPTIE
9. Montage van de stelschijf tegen scheef oprollen Type XL-10, XL-20, XL-30 en
XL-40
Plaats de stelschijf aan de zijde van de lagerplug in de montagesteun (9a), waarbij de opening
voor de inbussleutel (A) naar beneden gericht is. Draai de stelschijf zoals aangegeven totdat een
'klik' te horen is (9b).
PLAATSING GEKOPPELD ROLGORDIJN
Let op: Installeer eerst het rolgordijn dat bediend zal worden, zie voorgaande beschrijving.
10. Type XL-10
Plaats eerst de afdekkap met opening. Schuif de uitlijnschijf door het gat in de steun aan de zijde
van de lagerplug (10a). Druk de uitlijnschijf aan tot tegen de steun. Schuif de holle buisplug van
het tweede rolgordijn over de uitlijnschijf (10b). Druk de lagerplug in (5c), schuif deze over de
montagesteun (5d) tot een 'klik' te horen is en het rolgordijn gemonteerd is. Voor het uitlijnen
van de onderlat zie punt 14.
11. Type XL-20
Installeer het tweede montageprofiel zonder het rolgordijn (11). Schuif de uitlijnschijf door het gat
in de steun aan de zijde van de lagerplug (10a). Druk de uitlijnschijf aan tot tegen de steun. Schuif
de holle buisplug van het tweede rolgordijn over de uitlijnschijf (10b). Druk de lagerplug in (5c),
schuif deze over de montagesteun (5d) tot een 'klik' te horen is en het rolgordijn gemonteerd is.
Voor het uitlijnen van de onderlat zie punt 14.
12. Type XL-30 en Type XL-40
Schuif de uitlijnschijf door het gat in de steun aan de zijde van de lagerplug van het
eerste rolgordijn (10a). Druk de uitlijnschijf aan totdat deze in de steun klikt. Schuif de
holle buisplug van het tweede rolgordijn over de uitlijnschijf (10b). Druk de lagerplug in
(5c), schuif deze over de montagesteun (5d) tot een 'klik' te horen is en het rolgordijn
gemonteerd is. Voor het uitlijnen van de onderlat zie punt 14. Monteer vervolgens de
afdekprofielen en de eindkappen zoals eerder beschreven bij punt 7.