DOORSTROOMHOEVEELHEID
3
Q [m
/h, d=0,6]
5
4.5
4
3.5
3
2.5
2
1.5
1
5
0
0 2 4 6 8
10 12 14 16 18
∆ P[mbar]
Q = [m 3 /h d=0.6]
4
3.5
3
2.5
2
2
1.5
1
1
0.5
0
6
8
10 12 14 16 18
Pu [mbar]
WERKING
Ontsteking van de aansteekbrander
Draai schakelaar, van OFF
. Naar aansteekpositie
Druk de knop in tijdens enkele seconden (Fig. 1) en ontsteek de aansteekvlam. Laat de knop los en controleer dat de
aansteekbrander blijft branden (Fig. 2). Als de vlam uitgaat, herhaal de ontstekingsprocedure.
Instellen van de temperatuur
Draai de knop tot op de gewenste waarde (Fig. 3).
Standbypositie
Draai schakelaar in aansteekpositie vanuit de ingestelde waarde om de hoofdbrander gesloten en
de aansteekbrander
ingeschakeld te behouden.
Uitschakeling
Draai schakelaar in positie Off
BELANGRIJK: het blokkeren van het terugzetten verhinderd de nieuwe ontsteking van het toestel voor de hele
veiligheidstijd van de waakvlam (ongeveer 60 s).
1
I Famille (d=0.45)
II Famille (d=0.6)
III Famille (d=1.7)
Geregelde doorstroomhoeveelheid Q (15 °C, 1013.25 mbar)
Curve
.
(Fig. 4).
2
Doorstroomhoeveelheid Q (15 °C, 1013.25 mbar)
als functie van het drukverschil Ap tussen in- en uitlaat
met knop in positie 7 en koude voeler.
3
Q =
2.5 m
/h
3
Q =
2.2 m
/h
Q =
2.9 kg/h
als functie van uitlaatdruk Pu met knop
in positie 7 en koude voeler volgens EN 88.
Inlaatdrukbereik
Gas
Nominaal
Hoog
1
2H
18
2
2L
25
∆ p = 5 mbar
∆ p = 5 mbar
∆ p = 5 mbar
Laag
23
15
30
20
33