INSTELLINGEN EN REGELINGEN
Alle regelingen zullen volgens de specifieke kenmerken van het toestel moeten worden uitgevoerd. Controleer de in-
en uitlaatdruk met behulp van de drukmeetnipples
Aanbevolen aandraaimoment: 2,5 Nm.
Instellen van de maximale en minimale uitlaatdoorstroomhoeveelheid
Deze instellingen moeten worden uitgevoerd wanneer de thermostaat koud is.
Maximale doorstroomhoeveelheid (modellen zonder drukregelaar) - fig. A
4
Draai de schakelaar
in positie 7. Regelschroef
doorstroomhoeveelheid te verhogen.
OPGELET: uit de ingedraaide positie, niet meer dan twee slagen losschroeven.
Uitschakelen van de doorstroomhoeveelheid
Instelschroef
2
indraaien en daarna twee volledige slagen losschroeven en aflakken. Als alternatief kan de
doorstroomhoeveelheid worden uitgeschakeld door instelschroef
zo dient de plug ingedraaid te worden.
Maximale doorstroomhoeveelheid (modellen met drukregelaar)- fig.A'
Draai de schakelaar in positie 7. Draai instelschroef
Uitschakelen van de drukregelaar
Draai instelschroef
volledig met de klok mee.
2'
Minimale doorstroomhoeveelheid
Draai knop langzaam uit positie 7 met de klok mee tot in de positie van de minimale doorstroomhoeveelheid (ietwat
voor het sluiten). Draai schroef
schroeven met gekalibreerde openingen (op aanvraag) te gebruiken in plaats van de instelschroeven voor de
maximale en minimale doorstroomhoeveelheid. Indien zo, dient de gekalibreerde schroef te worden ingedraaid met
aandraaimoment 7 Nm.
Instellen van de doorstroomhoeveelheid naar de aansteekbrander (gebruik met aansteekbrander)
Draai schroef
5
met de klok mee om de doorstroomhoeveelheid te verminderen.
Uitschakelen aansteekbrander
Instelschroef
volledig indraaien en daarna twee volledige slagen losschroeven.
5
Lak de instelschroeven af.
Wisselen van gassoort of gasgroep
Stel vast dat het toestel geschikt is om op de verlangde gassoort of gasgroep te werken.
Stel de uitlaatdruk in volgens het handboek van het toestel en volgens deze instructie.
Indien het gas van de derde groep betreft: sluit het instellen van de maximale doorstroomhoeveelheid of van de
drukregelaar volgens de modellen uit. Sluit het instellen van de doorstroomhoeveelheid naar de aansteekbrander uit.
BELANGRIJK: controleer na elke instelling de gasdichtheid en het rendement van het toestel. Let er met name op dat
de vlam niet uitgaat en op een goede verbranding bij minimaal en maximaal uitlaatdruk. Lak de instelschroeven af.
ONDERHOUD
Het enige toegelaten onderhoud is de verwisseling van de magneetspoelen die pas door gekwalificeerd personeel en
volgens de met de onderdelen verschafte gebruiksaanwijzing mag plaats hebben.
ACCESSOIRES
Maximaal instelbare of afblindbare aansteekbrander instelschroeven
Minimaal instelbare of afblindbare aansteekbrander instelschroeven
Drukregelaar 3-18 mbar
Plug 3/8 om de ongebruikte uitlaten af te sluiten
Wartel en klemring voor aansluiting aan de aansteekbrander met een waakvlamleiding van:
Zandkleurige kap met schroef
Zandkleurige kap met schroef en piëzo-ontsteking
Adapter voor afstandsbediening
Andere accessoires op aanvraag verkrijgbaar
6
en
7
. Na gebruik de bouten nauwkeurig aandraaien.
2
indraaien, draai instelschroef tegen de klok om de
2
2'
met de klok mee om de gasuitlaatdruk te verhogen.
3
tegen de klok om de doorstroomhoeveelheid te verhogen. Het is mogelijk
met plug code 0.972.057 te verwisselen. Indien
ø 4 mm
ø 6 mm
ø 1/4
0.907.630
0.972.058
0.958.030
0.958.031
0.958.032
0.973.044
0.073.954
0.997.209
35