apparaat niet op een plek waar het lastig is om de
stekker uit het stopcontact te verwijderen en het gebruik
van de ME-APPARATUUR veilig te beëindigen.
* Controleer het apparaat voor gebruik en gebruik het
apparaat of een elektrode niet als deze op enigerlei wijze
beschadigd is. Het continue gebruik van een beschadigd
apparaat kan letsel, onjuiste resultaten of ernstig gevaar
veroorzaken.
* Wees alert op verwurging door kabels en slangen, met
name door overmatige lengte.
* Houd het apparaat buiten het bereik van jonge kinderen
/ huisdieren om inademing of het inslikken van kleine
onderdelen te voorkomen. Het snoer of de slang kan tot
verwurging leiden.
* ME-apparatuur heeft minstens 30 minuten nodig om
op te warmen vanaf de minimale opslagtemperatuur
tussen de gebruikssessies tot de apparatuur klaar is
voor het beoogde gebruik. ME-apparatuur heeft minstens
30 minuten nodig om af te koelen vanaf de maximale
opslagtemperatuur tussen de gebruikssessies tot de
apparatuur klaar is voor het beoogde gebruik.
* Bewaar het apparaat, na gebruik, samen met de adapter
in een droge ruimte en bescherm het tegen extreem
vocht, hitte, pluis, stof en direct zonlicht. Plaats nooit
zware voorwerpen op het opbergdoosje.
* Waarschuwing: Wees voorzichtig met het effect van
interferentie op de bloedstroom en hieruit voortvloeiend
schadelijk letsel voor patiënten veroorzaakt door
continue manchetdruk door verbindingsslangen.
* Let bij het gebruik van dit apparaat op de volgende
situatie die de bloedstroom kan onderbreken en
de bloedcirculatie van de patiënt kan beïnvloeden,
waardoor de patiënt schadelijk letsel kan oplopen: het te
frequent knikken van de verbindingsslang en meerdere
opeenvolgende metingen; het aanbrengen van de
manchet en het onder druk brengen ervan om een arm
waar intravasculaire toegang of therapie of een arterio-
veneuze (A-V) shunt aanwezig is; het oppompen van de
manchet aan de kant van een mastectomie.
* Waarschuwing: breng de manchet niet aan op een
wond; dit kan verder letsel veroorzaken.
* Pomp de manchet niet op om een ledemaat waar op
hetzelfde moment andere ME-controleapparatuur is
aangebracht. Dit kan namelijk tijdelijk functieverlies
van de gelijktijdig gebruikte ME-controleapparatuur
veroorzaken.
* Zorg dat het gebruik van het apparaat niet leidt tot
een langdurige aantasting van de bloedcirculatie van
de patiënt.
* Zorg er tijdens het meten voor dat de verbindingsslang
niet wordt samengedrukt of belemmerd.
* Het apparaat mag niet tegelijkertijd met chirurgische
HF-apparatuur worden gebruikt.
* In het BEGELEIDENDE DOCUMENT is opgenomen dat
de BLOEDDRUKMETER klinisch onderzocht is volgens de
eisen van ISO 81060-2:2013.
* Neem contact op met de fabrikant om de kalibratie van
de GEAUTOMATISEERDE BLOEDDRUKMETER te verifiëren.
* Dit apparaat mag alleen worden gebruikt voor het
doel dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade veroorzaakt door onjuist gebruik van het
apparaat.
* Dit apparaat bestaat uit gevoelige onderdelen en
moet met voorzichtigheid worden behandeld. Neem
de in deze gebruiksaanwijzing beschreven opslag- en
gebruiksomstandigheden in acht.
* Was de manchet niet in een wasmachine of vaatwasser!
* Het wordt aanbevolen om de prestaties om de 2 jaar
en na onderhoud en reparatie te controleren, door ten
minste de vereisten betreffende de foutlimieten van de
manchetdrukindicatie en luchtlekkage opnieuw te testen
(testen bij ten minste 50 mmHg en 200 mmHg).
* Er zijn geen luer-lockverbindingen gebruikt bij de
slangconstructie en er is daarom geen mogelijkheid dat
deze onbedoeld worden aangesloten op intravasculaire
vloeistofsystemen, waardoor lucht in een bloedvat kan
worden gepompt.
* Deze apparatuur moet worden geïnstalleerd en in
gebruik worden genomen in overeenstemming met de
informatie in de BEGELEIDENDE DOCUMENTEN;
* Draadloze communicatieapparatuur zoals draadloze
thuisnetwerkapparaten, mobiele telefoons, draadloze
telefoons en hun basisstations, en portofoons kunnen
dit apparaat beïnvloeden en moeten op ten minste een
afstand d van het apparaat worden gehouden. De afstand
d wordt door de FABRIKANT berekend op basis van de
kolom "80 MHz tot 5,8 Ghz" van tabel 4 en tabel 9 van IEC
60601-1-2:2014, naargelang het geval.
114 I NL