NL
Oplaadbare boor-/
schroefmachine
INTRODUKTIE
• Deze machine is bestemd voor het boren in hout,
metaal, keramiek en kunststof; machines met
elektronische toerentalregeling en rechts-/linksdraaien
zijn ook geschikt voor het in- en uitdraaien van
schroeven en het snijden van schroefdraad
• Lees en bewaar deze gebruiksaanwijzing 3
TECHNISCHE SPECIFIKATIES 1
MACHINE-ELEMENTEN 2
A Schakelaar voor aan/uit en toerentalregeling
B Knop voor omschakelen van draairichting
C Zelfspannende boorkop
D Ring voor instellen van koppel
E Knop voor omschakelen van mechanische snelheid
F Indicatie van gekozen draairichting
G Indicatie van gekozen koppelingspositie
H Indicatie van gekozen mechanische snelheid
J Magnetische bithouder
K Schroefstift-identifi catie en -opbergvak
L Ventilatie-openingen
VEILIGHEID
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP! Lees alle voorschriften. Wanneer de volgende
voorschriften niet in acht worden genomen, kan dit een
elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg
hebben. Het hierna gebruikte begrip "elektrisch
gereedschap" heeft betrekking op elektrische
gereedschappen voor gebruik op het stroomnet
(met aansluitkabel) en op elektrische gereedschappen
voor gebruik met een accu (zonder aansluitkabel).
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN GOED.
1) WERKOMGEVING
a) Houd uw werkomgeving schoon en opgeruimd.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot
ongevallen leiden.
b) Werk met het gereedschap niet in een omgeving
met explosiegevaar waarin zich brandbare
vloeistoffen, gassen of stof bevinden. Elektrische
gereedschappen veroorzaken vonken die het stof of de
dampen tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van het elektrische gereedschap uit de
buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle
over het gereedschap verliezen.
2312/2412/2512
2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a) De aansluitstekker van het gereedschap moet in het
stopcontact passen. De stekker mag in geen geval
worden veranderd. Gebruik geen adapterstekkers in
combinatie met geaarde gereedschappen.
Onveranderde stekkers en passende stopcontacten
beperken het risico van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen,
verwarmingen, fornuizen en koelkasten.
Er bestaat een verhoogd risico door een elektrische
schok wanneer uw lichaam geaard is.
c) Houd het gereedschap uit de buurt van regen en
vocht. Het binnendringen van water in het elektrische
gereedschap vergroot het risico van een elektrische
schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om
het gereedschap te dragen of op te hangen of om de
stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de
kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en
bewegende gereedschapdelen. Beschadigde of in de
war geraakte kabels vergroten het risico van een
elektrische schok.
3) VEILIGHEID VAN PERSONEN
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van het elektrische
gereedschap. Gebruik het gereedschap niet
wanneer u moe bent of onder invloed staat van
drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van
onoplettendheid bij het gebruik van het gereedschap
kan tot ernstige verwondingen leiden.
b) Draag persoonlijke beschermende uitrusting en
altijd een veiligheidsbril. Het dragen van persoonlijke
beschermende uitrusting zoals een stofmasker,
slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm of
gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het
gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het
risico van verwondingen.
c) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels
voordat u het gereedschap inschakelt.
Een instelgereedschap of sleutel in een draaiend deel
van het gereedschap kan tot verwondingen leiden.
d) Overschat uzelf niet. Zorg ervoor dat u stevig staat
en steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het
gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
e) Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende
kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangende kleding, sieraden en lange haren kunnen
door bewegende delen worden meegenomen.
f) Wanneer stofafzuigings- of stofopvang-
voorzieningen kunnen worden gemonteerd, dient u
zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten
en juist worden gebruikt. Het gebruik van deze
voorzieningen beperkt het gevaar door stof.
17