• Ventileer de ruimte direct indien er tijdens het installeren koelmiddel lekt. Indien lekkend koelmiddel in contact met vuur
komt, komt mogelijk giftig gas vrij.
• Gebruik een vorkheftruck voor het verplaatsen van de airconditioner-units en een takel of dergelijk geschikt voorwerp voor
het installeren.
• De lengte van het zuigkanaal moet langer dan 850 mm zijn.
• Draag een helm om uw hoofd tegen vallende onderdelen te beschermen.
Het dragen van een helm ter bescherming tegen vallende onderdelen is vooral belangrijk wanneer u onder inspectie-
openingen werkt.
• Toegang tot de unit is mogelijk via het onderhoudspaneel zoals in de afbeelding wordt getoond.
Koelmiddelleiding
• Monteer tijdens de installatiewerkzaamheden de koelmiddelleiding nauwkeurig voordat de airconditioner wordt bediend.
Als de compressor wordt bediend met de klep open en zonder koelmiddelbuis, zuigt de compressor lucht aan en ontstaat
er overdruk in het koelsysteem, hetgeen kan leiden tot verwondingen.
• Draai de flensmoer met een momentsleutel aan op de voorgeschreven manier. Als de flensmoer al te krachtig wordt
aangedraaid, kan de moer een tijd later barsten, waardoor koelmiddel kan gaan lekken.
• Controleer na het installeren dat er geen koelmiddel lekt. Wanneer ontsnapt gasvormig koelmiddel in de buurt of in contact
komt met open vuur, zoals bij een gasfornuis, kunnen giftige gassen worden gevormd.
• Na het installeren of verplaatsen van de airconditioner volgt u de aanwijzingen in de installatiehandleiding voor het volledig
ontluchten van de leidingen, zodat er in het koelsysteem geen ander gas overblijft dan alleen het koelmiddel. Bij onvolledig
ontluchten kan de airconditioner niet goed functioneren.
• Gebruik stikstofgas voor de test op luchtdichtheid.
• De oplaadslang moet zo worden aangesloten dat deze niet slap hangt.
Elektrische bedrading
• Alleen een bevoegd installateur(*1) of een bevoegd onderhoudsmonteur(*1) mag elektrische werkzaamheden aan de
airconditioner verrichten. Onder geen voorwaarde mag dit werk worden verricht door een onbevoegde, aangezien fouten
of vergissingen kunnen leiden tot elektrische schokken en/of kortsluiting of lekstroom.
• Bij het aansluiten van de stroomdraden, het repareren van elektrische onderdelen of het verrichten van andere elektrische
werkzaamheden dient u handschoenen ter bescherming tegen hitte en isolerend schoeisel en beschermende kleding ter
bescherming tegen elektrische schokken te dragen. Als u dergelijke beschermende kleding niet draagt, loopt u de kans op
elektrische schokken.
• Gebruik bedrading die voldoet aan de specificaties in de installatiehandleiding en de ter plaatse geldende voorschriften en
wetten. Het gebruik van bedrading die niet voldoet aan de specificaties kan resulteren in elektrische schokken, kortsluiting
en lekstroom, rookontwikkeling en/of brandgevaar.
• Verbind een aardedraad. (aardaansluitingen)
Onvolledige aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
• Sluit aardedraden niet aan op gasleidingen, waterleidingen, bliksemafleiders of aardkabels voor telefoons.
• Na het voltooien van de verplaatsing of het reparatiewerk dient u te controleren of de aardleidingen naar behoren zijn
aangesloten.
• Installeer een stroomonderbreker die voldoet aan de specificaties in de installatiehandleiding en de ter plaatse geldende
voorschriften en wetten.
• Installeer de stroomonderbreker op een plaats waar die goed toegankelijk is voor de gebruiker.
• Als u de stroomonderbreker buitenshuis aanbrengt, let dan goed op dat het een specifiek voor buitengebruik geschikt type
is.
• Onder geen voorwaarde mag het netsnoer worden verlengd. Aansluitproblemen op een plaats waar het netsnoer is
verlengd kunnen leiden tot rookontwikkeling en/of brandgevaar.
• Werkzaamheden met elektrische bedrading moeten altijd worden uitgevoerd in overeenstemming met de plaatselijke
regelgeving, wetten en de installatiehandleiding.
Doet u dit niet, dan kan dat leiden tot elektrocutie of kortsluiting.
Testen
• Nadat u de werkzaamheden hebt voltooid dient u voor het inschakelen van de airconditioner eerst te controleren of het
deksel van de elektriciteitskast van de binneneenheid en het onderhoudspaneel van de buiteneenheid zijn gesloten, om
vervolgens de stroomonderbreker in de ON-stand te zetten. Als u de stroom inschakelt zonder eerst deze punten te
controleren, kunt u een elektrische schok krijgen.
• Indien er iets mis is met de airconditioner (wanneer u een foutmelding ziet of een brandlucht ruikt, vreemde geluiden hoort
of wanneer de airconditioner niet koelt of verwarmt, of wanneer er water uit lekt), raak dan de airconditioner niet aan maar
zet de circuitonderbreker in de OFF-stand en neem contact op met een bevoegd onderhoudsmonteur. Neem de nodige
maatregelen om te voorkomen dat het apparaat wordt ingeschakeld (schrijf bijvoorbeeld "defect" dichtbij de
stroomonderbreker e.d.) totdat de bevoegde onderhoudsmonteur arriveert. Het voortzetten van het gebruik van de
airconditioner terwijl er iets mis mee is, kan leiden tot ernstige mechanische defecten, elektrische schokken en andere
problemen.
• Gebruik na beëindiging van het werk een isolatietester (500V Megger) om te controleren of de weerstand 1 MΩ of meer is
tussen het stroomgedeelte en het metalen niet-stroomgedeelte (aardingsgedeelte). Als de weerstandswaarde te gering is,
kan er kortsluiting, lekstroom of een elektrische schok optreden aan de gebruikerskant.
• Na voltooiing van het installatiewerk controleert u of er geen koelmiddel lekt, of de waterafvoer in orde is en controleert u
de weerstand van de isolatie. Vervolgens laat u de airconditioner proefdraaien, om te zien of het apparaat goed werkt.
43-NL
Uitleg aan de gebruiker
• Na voltooiing van het installatiewerk vertelt u de gebruiker waar de stroomonderbreker zich bevindt. Als de gebruiker
niet weet waar de stroomonderbreker zit, kan hij of zij de airconditioner niet uitschakelen wanneer er zich een storing
voordoet in de werking.
• Indien het ventilatorrooster is beschadigd, raak dan de buitenunit niet aan maar zet de circuitonderbreker in de OFF-
stand en verzoek een bevoegd onderhoudsmonteur (*1) om reparatie. Zet de stroomonderbreker niet terug in de ON-
stand totdat alle vereiste reparaties zijn voltooid.
• Na voltooiing van het installatiewerk vertelt u aan de hand van de eigenaarshandleiding de gebruiker hoe het
apparaat te bedienen en te onderhouden.
Elders opstellen
• Alleen een bevoegd installateur(*1) of een bevoegd onderhoudsmonteur(*1) mag de airconditioner verplaatsen. Het
is gevaarlijk als een onbevoegde de airconditioner verplaatst, aangezien dat kan leiden tot gevaar voor brand,
elektrische schokken, verwondingen, waterlekkage, bijgeluiden en/of trillingen.
• Bij uitvoeren van werkzaamheden wanneer de pomp gestopt is, schakelt u eerst de compressor uit voordat u de
koelmiddelbuis losmaakt. Wanneer u de koelmiddelleiding loskoppelt met de onderhoudsklep open en de
compressor in bedrijf, wordt lucht en gas opgezogen waardoor de druk binnen de koelcyclus te hoog oploopt, wat
mogelijk kan leiden tot barsten, letsel of andere problemen.
VOORZICHTIG
Installeren van een airconditioner met een nieuw koelmiddel
• DEZE AIRCONDITIONER WERKT MET HET NIEUWE HFC-KOELMIDDEL (R410A) DAT DE OZONLAAG NIET
AANTAST.
• Het R410A koelmiddel heeft de volgende karakteristieken: het absorbeert gemakkelijk water, oxidatiemiddel of olie
en de druk is ongeveer 1,6 keer hoger dan de druk van R22 koelmiddel. Behalve het nieuwe koelmiddel is ook de
koelolie veranderd. Zorg derhalve dat er tijdens het installeren geen water, stof, ander koelmiddel of olie in de
koelcyclus komt.
• Om te voorkomen dat een onjuist koelmiddel en koelolie wordt bijgevuld, is het formaat van de verbindingen en
bijvulpoort op de unit en het te gebruiken gereedschap voor het installeren anders dan in geval van het conventionele
koelmiddel.
• U heeft derhalve het speciale gereedschap voor het nieuwe koelmiddel (R410A) nodig.
• Gebruik voor het verbinden nieuwe en schone leidingen die voor R410A zijn gefabriceerd zodat er geen water of stof
in het systeem kan komen.
Het toestel loskoppelen van de netvoeding.
• Dit toestel moet aangesloten worden op de netvoeding via een schakelaar met een contactafstand van ten minste
3 mm.
De stroomtoevoer van de airconditioner moet voorzien zijn van een installatiezekering (alle types
zekeringen kunnen gebruikt worden).
(*1) Zie de "Definitie van bevoegd installateur of bevoegd onderhoudsmonteur".
– 22 –
44-NL