•
Gebruik een veiligheidsbril en zuurbestendige
veiligheidshandschoenen. Bescherm uw kle-
ding, bijv. door een schort.
•
Kantel de accu niet omdat er dan zuur uit kan
lopen.
•
Zorg altijd voor voldoende ventilatie.
•
Adem de ontstane gassen en dampen niet in.
Explosie- en brandgevaar!
•
Bij het opladen van de accu kan knalgas (gas-
vormig waterstof en zuurstof) ontstaan. Bij
contact met open vuur (vlammen, gloeiende as,
vonken) kunnen er dan explosies ontstaan.
•
Laad de accu nooit op in de buurt van open vuur
of op plekken waar vonken kunnen ontstaan.
•
Zorg altijd voor voldoende ventilatie.
•
Controleer of de netspanning overeenkomt met
de ingangsspanning die op het apparaat is aan-
gegeven (230V AC) om schade aan het apparaat
te voorkomen.
•
Plaats of verwijder de accu-kabels alleen als de
oplader niet op het stopcontact is aangesloten.
•
Dek het apparaat tijdens het opladen niet af
omdat het door te sterke opwarming be-
schadigd kan worden.
•
Stop onmiddellijk met het gebruik van het
apparaat als u rook of een ongebruikelijke geur
waarneemt.
•
Gebruik het apparaat niet in ruimtes waar
explosieve of brandbare stoffen zijn opgeslagen
(bijv. benzine of oplosmiddelen).
Gevaar voor elektrische
schokken!
•
Opladers kunnen de werking van actieve
elektronische implantaten zoals bijv. pacema-
kers verstoren en daardoor mensen in gevaar
brengen.
•
Zorg ervoor dat het apparaat altijd op een vei-
lige plek staat. Stel het apparaat niet bloot aan
regen of natte omstandigheden. Voorkom dat
er water of andere vloeistoffen op worden ge-
morst of gedruppeld. Als er water in elektrische
apparaten komt, neemt het risico op elektrische
schokken toe.
•
Zorg ervoor dat alle stekkers en stroomkabels
vochtvrij zijn. Sluit het apparaat nooit met natte
handen aan op het lichtnet.
•
Raak nooit de beide klemmen tegelijk aan als
het apparaat aan staat.
•
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u
de laadkabels op de accu aansluit, ze van de
accu afhaalt of wanneer u het apparaat niet
meer gebruikt.
•
Verwijder het apparaat en de aansluitkabels
met klemmen van de accu voordat u met uw
voertuig gaat rijden.
•
Trek de kabel alleen aan de stekker uit het stop-
contact. De kabel kan beschadigd raken.
•
Gebruik geen beschadigd apparaat. Schade aan
het netsnoer, het apparaat of de oplader verh-
oogt het risico op elektrische schokken.
•
Probeer niet om het apparaat uit elkaar te
halen of te repareren. Laat een defect apparaat
of een beschadigde stroomkabel onmiddellijk
repareren of vervangen door een gespecialise-
erd bedrijf.
•
Gevaar voor kortsluiting! Let erop dat u de beide
klemmen van de aansluitkabels niet aanraakt
als de stekker in het stopcontact is gestoken.
Let er eveneens op dat de klemmen en de
accupolen niet door geleidende objecten (bijv.
gereedschap) verbonden worden.
•
Gebruik de stroomkabel nooit om het apparaat
te verplaatsen (optillen of trekken).
Letselgevaar!
•
Probeer nooit om oplaadbare, beschadigde of
bevroren accu's/batterijen op te laden.
•
Gebruik de oplader niet voor het opladen
van droge cel accu's/batterijen. Deze kunnen
openbarsten en leiden tot verwondingen en
materiële schade.
•
Neem voor het gebruik van het apparaat de
gebruiksaanwijzing en alle veiligheidsinstructies
van de op te laden accu en het voertuig in acht.
Kans op beschadiging!
•
Plaats het apparaat nooit boven of in de buurt
van de op te laden accu. Gassen uit de accu
kunnen het apparaat beschadigen. Zet de opla-
der zover als de aansluitkabels het toelaten van
de accu vandaan neer.
•
Gebruik het apparaat nooit als het is gevallen of
op een andere manier is beschadigd.
Battery Charger BC710, BC715
NL
93