Alle programmeerbare functies van de kaart worden gedefinieerd door de dipschakelaars "DP" in te stellen. In de volgende
tabel zijn de verschillende mogelijkheden weergegeven.
Dipschakelaar
Snelheid tijdens vertraging: met deze dipschakelaar wordt de snelheid van de motor tijdens de vertragingsfase geregeld.
Hoge snelheid
Lage snelheid
Lengte van de vertragingsweg: met deze dipschakelaar kan de lengte van de vertragingsweg in twee stappen geregeld
worden.
De vertragingsweg komt overeen met 5% van de in het geheugen opgeslagen opening (aangeraden
voor poorten met een lengte boven de 3 meter).
De vertragingsweg komt overeen met 15% van de in het geheugen opgeslagen opening (aangeraden
voor poorten met een lengte onder de 3 meter).
Automatische sluiting: men kan kiezen of de poort zich weer vanzelf moet sluiten of op een impuls voor sluiting moet wachten.
De pauzetijd wordt tijdens de programmeerfase van de kaart gedefinieerd
Automatische sluiting gedeactiveerd
Automatische sluiting geactiveerd
Ingrijpen veiligheidsinrichtingen:met deze dipschakelaar bepaalt men of de veiligheidsinrichtingen aangesloten op de "FSW"-
ingang alleen actief zijn tijdens het sluiten van de poort of tijdens het sluiten en openen van de poort.
Veiligheidsinrichtingen alleen actief tijdens de sluitingsfase van de poort
Veiligheidsinrichtingen actief tijdens zowel de sluitings- als de openingsfase
Ingang OPENA: met deze dipschakelaar kan men kiezen tussen twee soorten werking van de inrichtingen die op het com-
mando "OPENA" zijn aangesloten.
Iedere impuls van het commando veroorzaakt het omdraaien van de beweging van de poort: Opent/
Sluit/Opent/...
De omkeringen van de beweging van de poort worden onderbroken door STOP-commando's: Opent/
Stop/Sluit/ Stop/Opent/...
Omkering bij sluiting: door het activeren van deze functie voert de poort, na afloop van de sluitingsfase, een korte omkering
van de beweging uit, zodat de ontgrendelingsvoorziening kan worden ontladen, waardoor de beweging, wanneer dit nodig
is, vereenvoudigd wordt.
Omkering bij sluiting gedeactiveerd
Omkering bij sluiting geactiveerd
Stel de dipschakelaars pas in na de spanning te hebben uitgeschakeld. Als dat niet is gedaan, kan dit ten koste gaan
van de goede werking van de besturingseenheid.
Dankzij het controlecircuit van de motor (virtuele encoder) kan deze besturingseenheid, indien correct geïnstalleerd en ingesteld,
het aantal accessoires verlagen dat nodig is om een installatie conform de geldende veiligheidsregels te verkrijgen.
De controle van de motor is altijd actief tijdens de beweging van de poort en treedt als volgt in werking:
Poort gaat open
Als tijdens de openingsmanoeuvre de encoder ingrijpt wordt de beweging even omgekeerd en vervolgens gaat de
besturingseenheid op STOP , waardoor eventuele automatische functies worden uitgeschakeld om het obstakel te kunnen
verwijderen. Om de normale in het geheugen opgeslagen cyclus te hervatten moet nadat het obstakel is verwijderd een
OPEN-impuls worden gegeven.
7. BEDRIJFSPARAMETERS
Beschrijving
8. WERKING VIRTUELE ENCODER
SPRINT 11 SW
Pagina 1
Gids voor de installateur