snijden.
Kleine elementen dienen met behulp van bv. klemmen, bankschroef gemonteerd te zijn. Om meer
precies snijden te garanderen, bevestig het materiaal dicht bij het snijpunt.
Vermijd trillingen of opspringen van de slijpschijf omdat op die manier de kwaliteit van het snijden
verlaagt en de schijf kan breken.
Tijdens het snijden oefen geen zijdruk op de snijschijf uit.
Gebruik de snijschijf die aan het te snijden materiaal aangepast is.
Het is aangeraden dat bij het snijden de schuifrichting gelijk aan de richting van de omdraaiingen
van de snijschijf is.
Diepte van de snede is afhankelijk van de schijfdiameter (afb. G).
Gebruik alleen schijven met nominale diameters die niet groter zijn dan aanbevolen voor de bepaalde
type slijper.
Bij diepe sneden (bv. profielen, bouwblokken, bouwstenen ezv.) laat de bevestigingskragen niet aan het
bewerkte materiaal aanraken.
Tijdens het snijden raken de snijschijven zeer heet – raak deze niet met blote lichaamsdelen voordat
ze afgekoeld zijn aan.
SLIJPEN
Gebruik voor slijpwerkzaamheden bv. slijpschijven, slijpstenen, lamellenslijpschijven, schijven met
schuurtextiel, draadborstels, flexibele schijven voor schuurpapier ezv.
Elke soort schijf alsook bewerkt materiaal eist een aangepaste werkmethode en toepassing van de
aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen.
Het is verboden om snijschijven voor het slijpen te gebruiken.
Slijpschijven bestemd voor het verwijderen van het materiaal met de rand van de schijf.
Voer geen werkzaamheden met de zijoppervlakte van de schijf uit. De optimale werkhoek van
deze soort schijven bedraagt 30
Werkzaamheden verbonden met het slijpen kunnen alleen met gebruik van de slijpschijven
bestemd voor de bepaalde soort materiaal uitgevoerd worden.
Bij gebruik van lamellenschijven, schijven met schuurtextiel en flexibele slijpschijven voor
schuurpapier let op op de juiste hoek (afb. I).
Slijp niet met de volledige oppervlakte van de schijf.
Deze soort schijven worden voor bewerking van vlakke oppervlaktes gebruikt.
Draadborstels zijn voornamelijk bestemd voor het reinigen van profielen en moeilijk bereikbare
plaatsen. Ze kunnen voor verwijdering van bv. roest, verflagen ezv. dienen (afb. K).
Gebruik alleen werktuigen waarvoor het toegestane toerental hoger of gelijk aan de maximale
snelheid van de haakse slijper zonder belasting is.
Voordat met enige installatie-, regel-, bedienings- of herstelwerkzaamheden te beginnen, trek de
stekker van de spanningskabel uit het stopcontact.
ONDERHOUD EN OPSLAG
Het is aangeraden om het toestel direct na elk gebruik te reinigen.
Gebruik geen water of andere vloeistoffen voor reiniging.
Het toestel dient met een zacht materiaal of met zacht druklucht gereinigd te worden.
Gebruik geen reinigingsmiddelen noch oplosmiddelen zodat de kunststof onderdelen niet beschadigd
raken.
Reinig regelmatig de ventilatieopeningen in de behuizing van de motor, zodat het toestel niet oververhit
raakt.
Bij beschadiging van de spanningskabel dient deze op een kabel met dezelfde parameters uitgewisseld te
worden. Deze handeling dient door een vakbekwame medewerker uitgevoerd of aan een herstelservice
o
(afb. H).
BEDIENING EN ONDERHOUD
180