Technische kenmerken
Stroomspaarfunctie
Deze monitor voldoet aan de richtlijnen voor stroombesparing die
E
zijn opgesteld door VESA,
NERGY
monitor is aangesloten op een computer of DPMS-compatibele
videokaart (Display Power Management Signaling), gaat de
monitor automatisch minder stroom verbruiken zoals hieronder
afgebeeld.
SDM-HS74/SDM-HS74P
Stroomstand Stroomverbruik
normale
45 W (maximaal)
werking
actief uit*
1,0 W (maximaal)
(diepe
sluimer)**
stroom
1,0 W (maximaal)
uitgeschakeld
SDM-HS94/SDM-HS94P
Stroomstand Stroomverbruik
normale
50 W (maximaal)
werking
actief uit*
1,0 W (maximaal)
(diepe
sluimer)**
stroom
1,0 W (maximaal)
uitgeschakeld
*
Als de stand "actief uit" van de computer wordt geactiveerd, valt het
ingangssignaal weg en verschijnt GEEN INPUT SIGNAAL op het
scherm. Na 5 seconden wordt de stroomspaarstand van de monitor
geactiveerd.
** "Diepe sluimer" is een stroomspaarstand die is gedefinieerd door de
Environmental Protection Agency.
Het stroomverbruik verminderen
(
stand)
Als u de
stand instelt op LAAG door op de
drukken aan de voorkant van de monitor, worden het niveau van
de achtergrondverlichting en het stroomverbruik beperkt.
Druk herhaaldelijk op de
,
LAAG wordt weergegeven op het scherm en de
achtergrondverlichting is minder sterk. LAAG verdwijnt
automatisch na ongeveer 5 seconden.
16
S
TAR en NUTEK. Als de
(aan/uit)
1
lampje
groen
oranje
uit
(aan/uit)
1
lampje
groen
oranje
uit
toets te
toets tot LAAG verschijnt.
:
L A AG
Functie voor automatisch
aanpassen van de beeldkwaliteit
(alleen analoog RGB-signaal)
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt,
worden de beeldpositie en -scherpte (fase/pitch)
automatisch aangepast zodat er een scherp beeld
op het scherm verschijnt.
Fabrieksinstelling
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, wordt deze
automatisch afgestemd op een van de fabrieksinstellingen die in
het geheugen van de monitor zijn opgeslagen om een beeld van
hoge kwaliteit in het midden van het scherm te verkrijgen.
Wanneer het ingangssignaal overeenkomt met de
fabrieksinstelling, wordt het beeld automatisch op het scherm
weergegeven met de juiste standaardinstellingen.
Als ingangssignalen niet overeenkomen met de
fabrieksinstellingen
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt dat niet overeenkomt
met een van de fabrieksinstellingen, wordt de functie voor het
automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit van de monitor
geactiveerd waardoor er altijd een scherp beeld verschijnt op het
scherm (binnen het volgende frequentiebereik):
Horizontale frequentie: 28–80 kHz
Verticale frequentie:
48–75 Hz
De eerste keer dat de monitor ingangssignalen ontvangt die niet
overeenkomen met een van de fabrieksinstellingen, kan het langer
dan normaal duren voordat het beeld op het scherm verschijnt. De
instelgegevens worden automatisch opgeslagen in het geheugen
zodat de monitor op dezelfde manier werkt als wanneer de
monitor signalen ontvangt die wel overeenkomen met een van de
fabrieksinstellingen.
Fase, pitch en beeldpositie handmatig aanpassen
Voor sommige ingangssignalen kunnen beeldpositie, fase en
pitch niet helemaal automatisch worden aangepast. Deze
instellingen kunnen dan handmatig worden aangepast
(pagina 12). Wanneer u deze instellingen handmatig aanpast,
worden deze als gebruikersstanden in het geheugen opgeslagen en
automatisch weer opgeroepen wanneer de monitor dezelfde
ingangssignalen ontvangt.
Opmerking
Als de functie voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit is
geactiveerd, functioneert alleen de 1 (stroom) schakelaar.