INSTALLATIE EN ELEKTRISCHE
3
AANSLUITINGEN
3.1 - Voorafgaande controles
Alvorens van start te gaan met de installatie, is het noodzakelijk te controleren of
de onderdelen van het product intact zijn, het gekozen model en de omgeving
waar het product zal geïnstalleerd worden gechikt zijn:
• Controleer of het te gebruiken materiaal in optimale staat verkeert en geschikt is
voor het voorziene gebruik
• Controleer of alle gebruikscondities binnen de gebruiksgrenzen van het product
vallen (paragraaf 3.2)
• Controleer of alle gebruiksparameters binnen de waardegrenzen vallen, vermeld
in het hoofdstuk "Technische kenmerken van het product".
• Controleer of de omgeving, die voor de installatie werd gekozen, compatibel is
met het totale ruimtebeslag van het product.
• Controleer of het oppervlak, dat voor de installatie van het toestel gekozen
werd, stevig is en stabiele bevestiging garandeert.
• Let erop dat het toestel geïnstalleerd wordt op een plaats beschermd tegen
toevallige stoten of botsingen.
3.2 - Gebruiksgrenzen van het product
• Controleer of het product compatibel is met de Besturingskast waarmee het
moet aangesloten worden: raadpleeg het gele blad in bijlage.
• Installeer in het systeem niet meer toestellen dan wat door de Besturingskast
kan ondersteund worden (zie de overeenkomstige instructiehandleiding).
• Gebruik geen metalen of metaalhoudende oppervlakken als fixatie; deze materi-
alen absorberen het grootste deel van het uitgezonden magnetische veld en bijge-
volg zou de afstand tussen lezer en card tot 1-2 centimeter teruggebracht worden.
Indien men echt niet anders kan, dan volstaat het om tussen het metalen opper-
vlak en de lezer een steunplaatje in plastiek aan te brengen met een dikte van mini-
mum 2 cm, zodat men een leesafstand van circa 3-6 cm bekomt.
3.3 - Installatie en elektrische aansluitingen
Alvorens met de installatie te beginnen, dient de installatiestand van het toestel
bepaald te worden en moeten de elektrische kabels voorzien worden, noodzake-
lijk voor de aansluiting met de Besturingskast. Raadpleeg de instructiehandlei-
ding van de Besturingskast (technische kenmerken van de kabels) om na te gaan
welk kabeltype gebruikt moet worden).
Ga om de installatie uit te voeren zoals volgt te werk:
2 – Nederlands
OPGEPAST! – Alle aansluitingen moeten uitgevoerd worden zonder elektri-
sche stroom.
01. Verwijder de voorplaat (fig. 1);
02. De elektrische module losmaken van de bodem zoals aangegeven in fig. 2:
met een schroevendraaier op een pin drukken ("A" - fig. 1) en vervolgens bij
de andere herhalen. OPGEPAST! – De schroevendraaier niet laten uit-
glijden aan de binnenkant van het omhulsel teneinde de printplaat van-
binnen niet te beschadigen;
TABEL 1 – Adresseringsbrug
MOMB 1
MOMB 2
03. Maak gaten in de bodem van de MOMB in de voorziene delen voor bevesti-
ging van de schroeven;
04. Doe de kabel door het gat lopen, en bevestig de bodem van de MOMB aan
de wand met behulp van de bijgeleverde schroeven en pluggen;
05. Voer de aansluting uit van de elektrische kabel met de "Bluebus" klem (fig. 3);
BELANGRIJK – Indien op het systeem meerdere MOMB's aanwezig zijn (4
maximum), dient nu hun adressering uitgevoerd te worden door de stand
van de elektrische brugverbinding te wijzigen; zie Ta bel 1. Opgepast! – De
verschillende MOMB's dienen een andere adressering te hebben verschil-
lend van elkaar en verschillend van de andere bedieningstoestellen aanwezig
in het systeem;
06. Schakel de Besturingskast aan: MOMB signaleert met rode knipperlichten
het aanwezige geheugentype (zie Tabel 3 - hoofdstuk 6) gevolgd door 5
knipperingen indien het geheugen leeg is;
07. Voer de leerfase uit van de MOMB van de Besturingskast, zie betreffende
instructiehandleiding "Leerfase van de toestellen bluebus";
08. Voer vervolgens de programmering van de MOMB uit zoals beschreven in
hoofdstuk 4;
MOMB 3
MOMB 4