STORINGEN EN PROBLEMEN VERHELPEN
Kijk in de kolom SYMPTOOM, links in onderstaande tabel, wanneer u de aanwijzingen heeft opgevolgd en problemen ondervindt bij de bediening van
het apparaat. Controleer vervolgens de MOGELIJKE OORZAAK en de bijbehorende REMEDIE en probeer op deze manier uw probleem te verhelpen.
SYMPTOOM
Geen beeld.
Geen geluid.
Het beeld bij weergeven is slecht.
Op het tv-scherm wordt "
weergegeven.
Het apparaat start niet.
De bediening of het display is niet
normaal.
De afstandsbediening werkt niet
goed.
73
MOGELIJKE OORZAAK
De verkeerde functie wordt geselecteerd.
Geen disc aanwezig of verkeerde disc in apparaat.
De tv is niet ingesteld voor het ontvangen van
signalen van het apparaat.
De verkeerde functie wordt geselecteerd.
Volumeregeling is ingesteld op minimum.
Een niet-afspeelbare disc in het apparaat.
"
De geselecteerde functie is niet beschikbaar op
deze disc.
Geen disc aanwezig.
Een niet-afspeelbare disc in het apparaat.
De disc is met het label naar beneden in het
apparaat geplaatst.
De disc is vuil.
De kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Het geheugen moet worden gereset.
De batterijen in de afstandsbediening zijn te zwak of
niet op de juiste manier geplaatst.
De afstandsbediening is niet gericht op het
sensorvenster.
REMEDIE
Selecteer de juiste functie.
Plaats een disc of plaats een afspeelbare disc.
(Controleer het logo op de disc, type, colour
systeem en regiocode.)
Selecteer de juiste ingangfunctie op de TV.
Selecteer de juiste functie.
Regel het geluidvolume hoger af.
Plaats een afspeelbare disc. (Controleer het logo op
de disc, het type, het kleurweergavesysteem en de
regiocode.)
De functie of opdracht kan nu niet worden uitgevoerd
omdat:
-
de functie op dit moment niet beschikbaar is.
-
de DVD-software dit niet toestaat.
-
de DVD-software de functie niet ondersteunt (bijv.
camerastandpunten).
Plaats een disc.
Plaats een afspeelbare disc. (Controleer het logo op
de disc, het type, het kleurweergavesysteem en de
regiocode.)
Leg de disc op de juiste manier op de draaitafel.
Reinig of vervang de disc.
Schakel de vergrendelfunctie uit of verander de
maximale waardering. Herstel de waardering na
weergave.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Steek de stekker opnieuw in het stopcontact.
3. Probeer het apparaat opnieuw te gebruiken.
Controleer de polariteit van de batterij (+ or –).
Vervang de batterijen.
Richt de afstandsbediening op het sensorvenster.