Nederlands
(3) Laat de positieve stopvergrendelingshendel los en stel
de tafel in op de gewenste hoek, wees er zeker van dat
de hendel op zijn plaats klikt.
(4) Als de gewenste verstekhoek is bereikt, drukt u de
snelle-nokvergrendelingshendel omlaag om de tafel in
positie vast te zetten.
(5) Als de gewenste verstekhoek NIET een van de negen
positieve aanslagen is die hierboven genoemd zijn,
vergrendelt u de tafel simpelweg op de gewenste hoek
door de snelle-nokvergrendelingshendel naar beneden
te duwen.
(6) Schakel de lasergeleider in en positioneer het werkstuk
op de tafel voor het vooraf uitlijnen van uw snede.
LET OP
Controleer altijd of de verstekhendel is vastgezet en dat
de draaitafel is vastgeklemd.
Indien u gaat schuinzagen terwijl de draaitafel niet is
vastgeklemd, kan de draaitafel mogelijk onverwachts
verschuiven en letsel veroorzaken.
OPMERKING
○ Er zijn positieve stops aan de rechter- en linkerkant
van de middelste 0° instelling, op de plaats van de 15°,
22,5°, 31,6° en 45° instellingen.
Zorg dat de verstekschaal en het uiteinde van de
indicator juist zijn uitgelijnd.
○ Wanneer de zaag wordt gebruikt terwijl de verstekschaal
en de indicator niet juist zijn uitgelijnd, kan dit resulteren
in een slechte zaagprestatie.
7. Procedure voor samengesteld snijden
Samengesteld snijden doet u door de aanwijzingen in 4
en 6 hiervoor uit te voeren.
afmetingen voor afkorten, raadpleeg de tabel met
„TECHNISCHE GEGEVENS" op pagina 73.
LET OP
Houd het werkstuk altijd met de rechter- of linkerhand
vast en snijd het door het ronde gedeelte van de zaag
met de andere hand naar achteren te schuiven.
Het is erg gevaarlijk wanneer u de draaitafel tijdens
samengesteld snijden naar rechts draait want het
zaagblad kan dan in contact komen met de hand die het
werkstuk vasthoudt.
In geval van samengesteld zagen (hoek + afschuinen)
via links afschuinen, schuift u de subgeleider naar buiten
alvorens te zagen.
Controleer of de subgeleider niet in aanraking komt met
andere onderdelen voordat u probeert af te korten.
8. Procedures voor groefzagen
Groeven in het werkstuk kunnen worden gezaagd zoals
aangeduid in Afb. 26 door de stopknop af te stellen.
Procedure voor het afstellen van de zaagdiepte:
(1) Draai de ankerplaat in de richting getoond in Afb. 27.
Laat de motorkop naar beneden en draai met de
hand de stopknop. (Waar de kop van de stopknop in
contact komt met de ankerplaat.)
(2) Stel de gewenste zaagdiepte in door de afstand
tussen het zaagblad en het oppervlak van de
draaischijf in te stellen (zie ⓑ in Afb. 27).
OPMERKING
Wanneer u een enkele groef zaagt aan één van de
uiteinden van het werkstuk, kunt u wat over is verwijderen
met een beitel.
9. Snijden van gemakkelijk vervormde materialen,
zoals aluminium raamwerk
Materialen
zoals
gemakkelijk vervormen wanneer ze te veel worden
aangedraaid in een bankschroef. Dit kan ineffi ciënt
zagen en mogelijk overbelasting van de motor
veroorzaken.
Bij het zagen van dergelijke materialen gebruikt u een
houten plaat om het werkstuk te beschermen zoals
getoond in Afb. 28-a. Plaats de houten plaat in de buurt
van het gedeelte om te zagen.
Voor
de
maximale
aluminium
raamwerk
Bij het zagen van aluminium materialen bedekt u het
zaagblad met zaagolie (niet brandbaar) om soepel te
zagen en voor een fi jne afwerking.
Bovendien, in het geval van een U-vormig werkstuk,
gebruikt u de houten plaat zoals getoond in Afb. 28-b
om te zorgen voor stabiliteit in de dwarsrichting en
klem deze bij het zaagdeel van het werkstuk en zet het
vast met zowel de bankschroef als een in de handel
verkrijgbare klem.
ZAAGBLAD MONTEREN EN
DEMONTEREN
WAARSCHUWING
● Om ongevallen of persoonlijk letsel te voorkomen moet
u steeds de trekschakelaar uitzetten en het netsnoer
uit het stopcontact verwijderen voordat u een zaagblad
verwijdert of installeert.
Als het zaagwerk is voltooid in een staat waarin de 8 mm
bout niet genoeg is vastgedraaid, kan de 8 mm bout
losraken, het zaagblad eraf vallen en kan de onderste
afscherming beschadigd raken, wat kan leiden tot letsel.
Controleer ook of de 8 mm bouten stevig zijn
vastgedraaid voordat u de stekker van het netsnoer in
het stopcontact steekt.
● Als de 8 mm bouten worden verwijderd of bevestigd
met ander gereedschap dan de 13 mm moersleutel
(standaard accessoire), kan overmatig of onjuist
vastdraaien voorkomen, wat kan leiden tot letsel.
1. Demontage van het zaagblad (Afb. 29-a, Afb. 29-b,
Afb. 29-c en Afb. 29-d)
(1) Haal de stekker uit het stopcontact.
(2) Zet de zaagkop in de verticale stand en duw de zaagkop
volledig naar de achterzijde van het apparaat en zet de
schuifvastzetknop vast.
(3) Druk lichtjes op de vergrendelingshendel van de
zaagbladbeschermkap en breng vervolgens de onderste
beschermkap in de hoogste stand.
(4) Verwijder
kruiskopschroevendraaier
afscherming vasthoudt.
(5) Draai de afdekplaat voor de 8 mm bout.
(6) Plaats de inbussleutel over de 8 mm bout.
(7) Vind de spilvergrendeling op de motor.
(8) Druk op de spilvergrendeling, houd deze stevig vast
terwijl u het zaagblad met de klok mee draait. De
spilvergrendeling al dan het prieel vergrendelen. Blijf de
spilvergrendeling vasthouden terwijl u de moersleutel
met de klok mee draait om de 8 mm bout los te draaien.
(9) Verwijder de 8 mm bout, de sluitring (B) en het zaagblad.
Verwijder de sluitring (A) niet.
OPMERKING
○ Als de drijfas-vergrendeling niet gemakkelijk naar binnen
gedrukt kan worden om de drijfas te vergrendelen, draait
u de 8 mm bout met de 13 mm moersleutel (standaard
accessoire) terwijl u druk uitoefent op de drijfas-
vergrendeling.
De drijfas van het zaagblad wordt vergrendeld wanneer
de drijfas-vergrendeling naar binnen wordt gedrukt.
○ Let op de verwijderde onderdelen, en let daarbij op hun
positie en hun richting. Veeg de sluitring (B) schoon van
enig zaagsel alvorens een nieuw zaagblad te monteren.
WAARSCHUWING
kunnen
Bij het bevestigen van het zaagblad moet u controleren
of de draai-indicatiemarkering op het zaagblad en de
draairichting op de onderste beschermkap (zie Afb. 1)
correct op elkaar afgestemd zijn.
78
de
afdekplaatschroef
terwijl
u
met
een
de
onderste