Leica SF 26 Instrucciones página 128

De opnamen zijn te donker.
• Het onderwerp bevindt zich buiten het
bereik van de flitser. Houd er rekening mee
dat het flitsapparaat maar een beperkt
bereik heeft wanneer u indirect flitst.
Verminder de afstand tot het onderwerp
en/of selecteer een groter diafragma
(lagere waarde)
• Het onderwerp bevat hele lichte of reflecte-
rende beeldpartijen. Hierdoor wordt het
meetsysteem van de camera of van de
flitser misleid.
Stel een positieve flitsbelichtingcompen-
satie op de camera in, zoals + 1 EV (als
uw camera deze functie camera heeft,
resp. als het hierdoor verminderde flitser-
bereik toereikend is)
Er is veel schaduwvorming aan de onder-
kant van de foto.
• Door de parallax tussen de lens en de flitser
kan een opname van korte afstand al naar-
gelang de brandpuntsafstand aan de onder-
kant van de foto niet helemaal goed belicht
zijn.
Klap de groothoekdiffuser voor de
reflector
Er wordt niet automatisch overgescha-
keld naar de flitssynchronisatietijd.
• De camera (van toepassing voor de meeste
compactcamera's) of het gebruikte
objectief heeft een centraalsluiter. Omscha-
keling op synchronisatietijd is dus niet
nodig.
• De camera werkt met sluitertijden die lang-
zamer zijn dan de flitsynchronisatietijd. Al
naargelang de belichtingsmodus van de
camera, wordt hierbij niet naar de flitssyn-
cronisatietijd overgeschakeld (zie handlei-
ding van de camera).
126