Stanley SML Manual Del Usuario página 61

Nauwkeurigheid horizontale
straal
(Zie fi guur )
M
• Plaats het laserapparaat zoals in de afbeelding is
M
1
getoond met horizontale, verticale en linker and rechter
verticale laserstralen aan. Markeer punt P
horizontale en verticale laserstralen kruisen.
• Het laserapparaat 90° roteren en de voorste verticale
M
2
laserstraal gelijkrichten met punt P
de horizontale en voorste verticale laserstralen kruisen.
• Het laserapparaat 90° roteren en de voorste verticale
M
3
laserstraal gelijkrichten met punt P
de horizontale en verticale laserstralen kruisen.
• Meet de verticale afstand D
M
4
laagste punt.
• Bereken de maximale toelaatbare offset afstand en
vergelijk met D .
2
• Als D niet minder of gelijk is aan de berekende
2
maximale offset afstand, dan moet het apparaat aan
de Stanley-distributeur geretourneerd worden voor
kalibratie.
Maximale offset afstand:
Maximum
Vergelijk: (Zie afbeelding
D
2
Voorbeeld:
• D = 5 m, D = 0,65 mm
1 2
• 0,26 mm m x 5 m = 1,3 mm (maximum offset afstand)
• 0,65 mm ≤ 1,3 mm (TRUE, apparaat is binnen
toleratie)
77-322
waar de
1
. Markeer punt P
1
. Markeer punt P
1
tussen het hoogste en
2
= 0,26 mm m x D
m
1
= 0,0032 in ft x D
ft
1
)
M
4
≤ Maximum
Nauwkeurigheid verticale straal
(Zie fi guur
N
• Meet de hoogte van een deurpost of referentiepunt om
N
1
de afstand D
in de afbeelding is getoond met de laser AAN. Richt de
verticale straal op de deurpost of referentiepunt. Markeer
punten P
1
• Beweeg de laser in tegenovergestelde richting van de
N
2
deurpost of referentiepunt en richt dezelfde verticale straal
waar
gelijk met P
2
• Meet de horizontale afstanden tussen P
N
3
straal van de 2de locatie.
waar
• Bereken de maximale toelaatbare offset afstand en
3
vergelijk met D
• Als D niet minder of gelijk is aan de berekende
2
maximale offset afstand, dan moet het apparaat aan
de Stanley-distributeur geretourneerd worden voor
kalibratie.
• Herhaal bovenstaande stappen om de andere stralen te
controleren.
Voorbeeld:
• D = 2 m, D
1
• 0,26 mm m x 2 m = 0,52 mm (maximum offset afstand)
• 0,3 mm ≤ 0,52 mm (TRUE, apparaat is binnen
toleratie)
)
te bepalen. Plaats het laserapparaat zoals
1
, P , en P zoals getoond.
2 3
en P .
2 3
.
2
Maximale offset afstand:
= 0,26 mm m x D
Maximum
= 0,0031 in ft x D
Vergelijk: (Zie afbeelding
D ≤ Maximum
2
= 0,3 mm
2
en de verticale
1
m
1
ft
1
)
N
3
61