MVG 2020 Instrucciones De Manejo página 18

2.2
Kogelstang inzetten
OPGELET!
De kogelstang kan alleen in gespannen toestand ingezet worden. Controleer daarom eerst, of dit het geval is!
De kogelstang is gespannen, als
·
de witte markering - pijl 1 - zich aan het eind van het rode veld bevindt.
·
het handwiel duidelijk zichtbaar van de kogelstang afstaat, zodat er een spleet tussen handwiel en kogelstang zit, - pijl 2 -.
·
de sleutel in het slot steekt, het slot is opengemaakt en de sleutel er niet uitgetrokken kan worden
·
de vergrendelbout - pijl 3 - zoals op de afbeelding te zien in het gat van de kogelstang verzonken zit.
Alleen in deze toestand kan de kogelstang correct en betrouwbaar op het voertuig worden aangebracht.
2.3
Indien de kogelstang niet gespannen is
Span de kogelstang, indien deze niet gespannen is, als volgt:
De kogelstang moet opengemaakt zijn.
Houd de kogelstang met de linker hand vast en trek met de rechter hand het handwiel in de richting van pijl 1. Draai dan het
handwiel in uitgetrokken positie tot het niet verder kan in richting pijl 2.
De kogelstang is nu gespannen (zie 2.2).
OPGELET!
Als de kogelstang niet zoals hiervoor beschreven gespannen kan worden, mag u deze niet in gebruik nemen. Neem in dat
geval contact op met uw vakgarage.
2.4
Kogelstang op het voertuig aanbrengen
De kogelstang in gespannen toestand in de huls - pijlrichting 1 - voeren en stevig in - pijlrichting 2 - naar boven drukken tot de
kogelstang vastklikt.
De kogelstang door de sleutel naar rechts te draaien absoluut afsluiten (zie afbeelding). De sleutel eruit trekken. Alleen in afgesloten
toestand kan de sleutel eraf getrokken worden.
OPGELET!
De kogelstang zit correct vastgeklikt als de witte markering in het groene markeringsgebied staat, er geen spleet meer
tussen handwiel en kogelkop zit, het slot afgesloten is en de sleutel eraf getrokken is.
Sluitstop in het voertuig opbergen (alleen H1).
2.5
Veiligheidscontrole
Om veiligheidsredenen moet de juiste bevestiging van de kogelstang als volgt gecontroleerd worden:
1. De witte markering - pijl 1 - bevindt zich geheel in het groene markeringsgedeelte van de kogelstang.
2. Het handwiel - pijl 2 - ligt tegen de kogelstang aan (geen spleet).
3. De kogelstang is afgesloten, de sleutel is eraf getrokken en het sleutelgat bevindt zich in de positie zoals op de afbeelding
hiernaast te zien is - pijl 3 -.
4. Controleer door flink met de hand er aan te schudden, of de kogelstang stevig in de opnamehuls zit (geen speling)!
A: witte markering B: groen markeringsbereik
OPGELET!
Als aan één van deze 4 punten niet wordt voldaan, mag de aanhangerinrichting niet in gebruik worden genomen. Er bestaat
gevaar voor ongevallen; neem in dit geval contact op met uw vakgarage.
2.6
Kogelstang wegnemen
Steek de sleutel erin en maak het slot open.
Houd de kogelsatng met de linker hand vast en trek met de rechter hand het handwiel - pijlrichting 1 - eruit. Draai daarna het
handwiel in uitgetrokken stand tot het niet verder kan - pijrichting 2 - , houd het in deze stand vast tot de kogelstang er naar
onderen toe afgehaald is.
OPGELET!
Bewaar de gedemonteerde kogelstang tijdens het rijden op een veilige plaats in de auto.
Laat de kogelstang nooit los in de kofferruimte liggen. Bij plotseling remmen brengt de kogelstang niet alleen de
passagiers in gevaar, maar kan ook de kofferruimte beschadigen.
Steek de afsluitdop in de opnamehuls - zie pijl -. Daardoor wordt verhinderd, dat deze verontreinigd wordt (alleen H1).
2.7
Aanwijzing
OPGELET!
Overeenkomstig richtlijn 70/222/EG moet de nummerplaat goed zichtbaar zijn. Als tijdens het rijden zonder aanhanger de
kogel hoger ligt dan de onderkant van de nummerplaat (zie afbeelding), moet de kogelstang weggenomen worden.
C: rood markeringsbereik
MVG mbH ; System 2020 / 2040 / 2090 ; 18.05.2016 ; 2/2
NL