De Zaagketting En De Kettinggeleider Vervangen; Gebruik Van Het Apparaat; De Accu Opladen (Afb. H) - Black+Decker GKC1000L Manual De Instrucciones

en de zaagketting. Daarnaast zullen de prestaties van het
gereedschap verminderen.
Opmerking: Controleer de kettingspanning regelmatig bij
het eerste gebruik en na vervanging van de zaagketting,
aangezien nieuwe zaagkettingen meer rek vertonen.

De zaagketting en de kettinggeleider vervangen

Na langdurig gebruik moet de zaagketting (14) en/of de
kettinggeleider
(3) mogelijk worden vervangen. Let erop dat alleen door
Black & Decker
aanbevolen vervangende onderdelen worden gebruikt.
De zaagketting en de kettinggeleider verwijderen
(afb. C & D)
Draag altijd handschoenen bij het verwijderen
of monteren van de zaagketting (8). De ketting
is scherp en kan u ook verwonden als deze
niet draait.
Waarschuwing!
De kettinggeleider en de zaagketting
kunnen na gebruik heet zijn. Laat de kettinggeleider en ketting
afkoelen alvorens deze te vervangen.
Plaats het gereedschap op een stevige ondergrond.
u
Draai de twee kettingbouten (12) linksom met de
u
meegeleverde sleutel (13) en verwijder ze vervolgens.
Verwijder de kettingkap (11).
u
Schuif de grendel (5) naar de ontgrendelde positie, open
u
de handgrepen en trek de bovenkaak (1) naar achteren.
Trek de kettinggeleider (3) naar achteren en haal
u
vervolgens de zaagketting (14) uit de groef in de
kettinggeleider. De zaagketting kan nu van het
gereedschap worden verwijderd.
De kettinggeleider (3) kan achterover worden getrokken
u
en worden los getild.
De kettinggeleider en de kettinggeleider monteren
(afb. E & F)
Waarschuwing! Draag altijd veiligheidshandschoenen bij
het verwijderen of monteren van de zaagketting. De ketting is
scherp en kan u ook verwonden als deze niet draait.
Plaats het gereedschap op een stevige ondergrond om de
u
montage uit te voeren.
Schuif de grendel (5) naar de ontgrendelde positie, open
u
de handgrepen en trek de bovenkaak (1) naar achteren.
Plaats de kettinggeleider (3) in de uitsparing tussen de
u
kettingspanner en plaats deze op één lijn met de richter
van de kettinggeleider. Laat de kettinggeleider (3) naar
beneden 'vallen' zodat de geleider op z'n plaats komt.
Plaats de zaagketting (14) om de voorzijde van de
u
kettinggeleider (3).
Trek de kettinggeleider (3) en de zaagketting (14) naar
u
achteren, plaats de ketting in de groef in de kettinggeleider
(Vertaling van de originele instructies)
(3) en trek de ketting om het tandwiel (16), zodat de
tanden van het tandwiel in de ketting grijpen.
Plaats de kettingkap (11) terug, breng de twee
u
kettingbouten (12) aan en zet deze stevig vast.
Zorg ervoor dat de zaagketting (14) juist is geplaatst ten
u
opzichte van de markeringen op het gereedschap.
Smeren (afb. G)
Voor de ingebruikname en na elke tien minuten gebruik
u
moet het gereedschap worden gesmeerd met de juiste
kettingolie. (Cat.nr. A6027) Open de smeerpuntafdekking
(4) en zet de tuit van het olieflesje tegen de smeeropening
(15). Breng vervolgens olie aan door licht in het olieflesje
te knijpen.
Dit is voldoende voor ongeveer 10 minuten gebruik,
u
afhankelijk van de zaagsnelheid en de houtsoort.
Via de smeeropening loopt de olie naar de zaagketting en de
kettinggeleider (3). Als u te veel olie aanbrengt, zal deze ook
in het gebied rond de kaken terechtkomen. Dit is normaal en
niets om u zorgen over te maken.

Gebruik van het apparaat

De accu opladen (afb. H) (niet meegeleverd bij
GKC1000LB)
Waarschuwing! Laad de batterij niet op bij een
omgevingstemperatuur van lager dan 10 °C of hoger dan 40
°C. De aanbevolen laadtemperatuur ligt rond de 24 °C.
Opmerking: De lader zal de accu niet opladen als de
celtemperatuur lager is dan 0 °C of hoger dan 40 °C. Laat
de accu in dat geval in de lader zitten. De lader wordt
automatisch ingeschakeld wanneer de accu de juiste
temperatuur heeft.
Als u de accu (6) wilt opladen, schuift u de accu in de
u
lader (9). De accu past maar op één manier in de lader.
Oefen er geen kracht op uit.
Controleer dat de accu volledig in de lader (9) is geplaatst.
u
Steek de stekker van de lader (9) in een stopcontact.
u
Het oplaadindicatielampje (19) knippert (langzaam).
u
Wanneer het indicatielampje (19) continu groen brandt, is
u
de accu volledig opgeladen.
Het LED-lampje gaat groen knipperen (opladen), omdat
u
de accu zo nu en dan door de lader wordt bijgeladen.
De laadindicator (19) blijft branden zo lang de accu zich
u
op de lader bevindt en de lader is aangesloten op het
stopcontact (9).
Lege accu's moeten binnen 1 week worden opgeladen. De
levensduur van de accu
loopt aanzienlijk terug als de accu in onopgeladen toestand
wordt opgeborgen.
De accu in de lader laten
U kunt de accu voor onbeperkte tijd in de lader laten terwijl het
NEDERLANDS
43