C
Het apparaat gebruiken
Temperatuurregelaar
•
De temperatuur in de koelkast wordt
geregeld door de temperatuurrege-
laar die zich op de binnenwand van de
koelkast bevindt.
•
Draai de thermostaatregelaar naar
rechts of links om de temperatuur
binnenin de koelkast te regelen.
De tekens op de regelknop zijn tem-
peratuurstanden en GEEN specifieke
temperatuurwaarden.
0
is de stand UIT en
temperatuur.
Draai de knop van stand
7
en de temperatuur zakt continu.
Stel de temperatuurregelaar op uw
gewenste stand in.
Voor een normale werking, stel de re-
gelaar in op de stand 1.
Levensmiddelen
bewaren
Hoe het koelvak gebruiken
•
Bereide gerechten kunnen in de koel-
kast worden bewaard eenmaal ze tot
kamertemperatuur zijn afgekoeld.
•
Eier- en deurrekken voor eieren, boter,
melk, flessen drank, etc.
De levensmiddelen plaatsen
•
Doe niet te veel levensmiddelen in de
koelkast, zorg voor voldoende vrije
ruimte.
26
NL
•
•
7
is de laagste
1
naar stand
•
•
•
•
Wikkel de levensmiddelen die u wilt
bewaren in schoon plasticfolie of vers-
houdpapier, verdeel de levensmiddelen
vervolgens gelijkmatig over de ver-
schillende legplanken om verontrei-
niging, uitdroging en het mengen van
geuren te vermijden.
Laat warm voedsel tot kamertempe-
ratuur afkoelen voordat u het in de
koelkast doet, anders zal het ener-
gieverbruik toenemen en een ijslaag
binnenin de kast worden gevormd.
Werking
Het apparaat kan niet naar behoren
werken (kans op ontdooien van de in-
houd of temperatuur in het vriesvak
wordt te hoog) wanneer het apparaat
gedurende een lange periode buiten
de onderste waarde van het tempe-
ratuurbereik, waarvoor de koelkast is
ontworpen, wordt gebruikt.
De klimaatklasse voor dit apparaat is
ST
en de kamertemperatuur moet zich
tussen
16
°C en
De binnentemperatuur kan worden
beïnvloed door verschillende facto-
ren zoals de plaats van de koelkast,
de omgevingstemperatuur en hoe vaak
de deur wordt geopend. Opgelet, het
kan nodig zijn om de instelling van de
temperatuurregelaar aan te passen
om aan deze factoren te voldoen.
Bewaar geen frisdrank in het vriesvak
of een ander vak met een lage tem-
peratuur. Artikelen, zoals waterijs,
die onmiddellijk na het uithalen uit
het vriesvak worden gegeten kunnen
vriesbrandwonden veroorzaken.
38
°C bevinden.