GEBRUIKSAANWIJZING VAN DE MOTORZAAG
1. INLEIDING
De MOTORZAAG is gebouwd volgens de
geldende veiligheidsnormen ter bescherming
van de consument.
In dit instructieboekje worden de verschillende han-
delingen voor montage, installatie en gebruik be-
schreven en geïllustreerd, evenals de onderhouds-
werkzaamheden die nodig zijn om uw MOTOR-
ZAAG in perfecte staat van werking te houden.
VOOR EEN BETER BEGRIP
Afbeeldingen voor de montage en met betrekking
tot de beschrijving van de machine zijn te zien aan
het begin van dit boekje.
Raadpleeg deze pagina's tijdens het lezen van de
montage- en gebruiksaanwijzingen.
Voor eventuele service of reparatie van uw
MOTORZAAG dient u zich tot uw winkelier of tot
een erkend servicecentrum te wenden.
2. FUNDAMENTELE VEILIGHEIDS-
MAATREGELEN
A. ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWINGEN:
A1 - Veronachtzaming van de voor-
schriften en de waarschuwingen tijdens
het gebruik van de motorzaag kan ern-
stig letsel aan personen veroorzaken
en levensgevaarlijk zijn.
A2 - Lees alvorens de MOTORZAAG
te gebruiken of in werking te stellen eerst
zorgvuldig de handleiding voor gebruik
en onderhoud om geheel vertrouwd te
raken met de bedieningselementen,
dit ten behoeve van een correct ge-
bruik van het apparaat.
A2.1 - Bewaar deze handleiding voor
toekomstige raadpleging.
A3 - Sta het gebruik van de MOTOR-
ZAAG niet toe aan kinderen en perso-
nen, die niet geheel op de hoogte zijn
van deze instructies.
Het gebruik van de motorzaag is
verboden voor minderjarigen met
uitzondering van jongeren boven de
16 jaar die speciaal geïnstrueerd zijn
en onder toezicht van personen die
er verstand van hebben.
A3.1 - Voor degene die de
motorzaag voor de eerste keer
gebruikt: zich laten instrueren door
de verkoper of door iemand die er
verstand van heeft en weet hoe de
motorzaag op een veilige manier
gebruikt moet worden.
A3.2 - Voor het gebruik van de
motorzaag
veiligheidsvoorschriften die in het
land waar de motorzaag gebruikt
wordt gelden in acht genomen
worden. Volg de door de instanties
voor de preventie van ongevallen
verstrekte aanwijzingen op.
GEVAAR:
A4 - Start of gebruik het apparaat niet
in de nabijheid van personen (met
name kinderen) en dieren.
Tijdens de werking wordt het aanbe-
volen een minimum afstand van 10
m aan te houden tussen de machine
en andere personen.
A5 - Er wordt aanbevolen om de grootst
mogelijke oplettendheid in acht te ne-
men i.v.m. gevaren die niet gehoord
NL
moeten
de
63