Mondstukken monteren
Steek het gewenste mondstuk in de ope-
ning vooraan op het opvangreservoir (1).
Verwijder het mondstuk door het vooraan
af het opvangreservoir (1) te trekken.
Borstelmondstuk (7) en universeel
mondstuk (6) aftrekken
Verwijder de opzetstukken (6 + 7)
a
door ze onder een kleine hoek van
het voegenmondstuk (8) te trekken.
b
Dit maakt het gemakkelijker om het
lipje (a) over de neus (b) te trekken.
Vloeistofmondstuk
Het vloeistofmondstuk (9) is geschikt
voor het opzuigen van vloeistoffen.
Houd de handstofzuiger tijdens
het opzuigen van vloeistoffen altijd
verticaal, met het vloeistofmondstuk
(9) naar onderen gericht. Anders
stroomt de vloeistof eruit!
Zuig vloeistof op, maar zonder de
markering "max" te overschrijden.
Als het filter (3) tijdens het zuigen van vloei-
stof nat is geworden, laat het dan volledig
drogen voordat u het opnieuw gebruikt.
Voegenmondstuk
Het voegenmondstuk (8) is geschikt
voor het droogzuigen van voegen, hoeken
en verwarmingsradiatoren. Het voegen-
mondstuk fungeert bovendien als verlen-
ging voor het borstelmondstuk (7) en het
universele mondstuk (6).
Borstelmondstuk
Het borstelmondstuk (7) is geschikt
voor het droogzuigen van gevoelige op-
pervlakken.
Het borstelmondstuk (7) kan in combinatie
met het voegenmondstuk (8) worden ge-
bruikt.
Universeel mondstuk
Het universele mondstuk (6) is ge-
schikt voor het droogzuigen in diverse
omstandigheden, bv. om boorstof op te
vangen.
Het universele mondstuk (6) kan alleen in
combinatie met het voegenmondstuk (8)
worden gebruikt.
Werkinstructies
• Zorg ervoor dat, wanneer u vanuit het
natzuigen overschakelt naar het droog-
zuigen, het opvangreservoir (1), de fil-
terhouder (2) en het filter (3) droog zijn!
In-/uitschakelen
Controleer voordat u het apparaat
inschakelt of het filter (3) en de
filterhouder (2) aanwezig zijn. Zie
"Ingebruikname".
Zet indien nodig een mondstuk op
het apparaat. Zie "Mondstukken
monteren".
Inschakelen:
Schuif de aan-/uitknop (5) naar voren.
Uitschakelen:
Schuif de aan-/uitknop (5) naar achteren.
NL
BE
43