INDICATIES
COD.
BETEKENIS
rhL
Lage functie UR% geselecteerd
rhH
Functie voor hoge UR% geselecteerd
Het toetsenbord is geblokkeerd
Loc
Het werk-Setpoint is geblokkeerd
- - - -
Gevraagde werking is niet beschikbaar
WEERGAVES
CELTEMPERATUUR
Zichtbaar als het instrument aan is tijdens de normale werking.
TEMPERATUUR VERDAMPER (met verdampersonde aanwezig)
Druk gedurende enkele seconden op de toets
drukken om "Pb2" te selecteren.
Door op de toets
te drukken, verschijnt op het display de temperatuur van
de verdamper. Druk opnieuw op
weergave van de celtemperatuur.
TEMPERATUUR CONDENSATOR (met condensatorsonde aanwezig)
Druk gedurende enkele seconden op de toets
drukken om "Pb3" te selecteren.
Wanneer men de toets
indrukt, verschijnt op het display de temperatuur
van de conensator. Druk opnieuw op
de weergave van de celtemperatuur.
URENTELLER WERKING COMPRESSOR (indien aanwezig)
Druk gedurende enkele seconden op de toets
drukken om "CH" te selecteren.
Door op de toets
te drukken, verschijnt op het display de werkuren van
de compressor. Druk opnieuw op
weergave van de celtemperatuur.
INSTELLING DATUM en UUR
Druk gedurende enkele seconden op de toets
drukken om "rtc" te selecteren.
Door op de toets
te drukken, verschijnt achtereenvolgens op het display:
"yy", "mm", "dd", "hh" en "mm" gevolgd door 2 cijfers die overeenkomen
met respectievelijk het jaar, de maand, de dag, het uur en de minuten, waarden
die wijzigbaar zijn met de toetsen
Op
drukken om de procedure te verlaten.
INSTELLING VAN HET SETPOINT
Druk op de toets
: het LED van de compressor knippert.
Druk binnen 15 s. op de toets
Druk op de toets
of niets doen, het LED van de compressor gaat uit,
waarna het instrument de procedure verlaat.
ALARMEN
(indien aanwezig)
COD.
TYPE ALARM
alarm minimumtemperatuur (HACCP-alarm)
OPLOSSINGEN
Controleer de temperatuur van de cel
Controleer de temperatuur die met het alarm is
AL
geassocieerd
Zie parameters A0 +A1 + A2
GEVOLGEN
Opgeslagen alarm
Uitgang alarm geactiveerd met u1=3
, daarna op de toets
of niets doen om terug te keren naar de
, daarna op de toets
of niets doen om terug te keren naar
, daarna op de toets
of niets doen om terug te keren naar de
(indien aanwezig)
, daarna op de toets
of
.
of de toets
.
alarm maximumtemperatuur (HACCP-alarm)
OPLOSSINGEN
Controleer de temperatuur van de cel
AH
Zie parameters A4 en A5
GEVOLGEN
Opgeslagen alarm
Uitgang alarm geactiveerd met u1=3
alarm ingang micro deur (HACCP-alarm)
OPLOSSINGEN
Controleer de oorzaken van de activering van de ingang
Zie parameters i0, i1 en i4
id
GEVOLGEN
Effect zoals bij parameter i0
Opgeslagen alarm met i4=1
Uitgang alarm opgeslagen met u1=3
alarm onderbreking van de voeding
OPLOSSINGEN
Controleer de oorzaken van de onderbreking van de
voeding
PF
Zie parameter AA
Druk op een toets om de normale weergave terug te zetten
GEVOLGEN
Opgeslagen alarm met onderbrekingstijd groter dan de par. AA
of
Uitgang alarm geactiveerd met u1=3
alarm ingang multifunctie
OPLOSSINGEN
Controleer de oorzaken van de activering van de ingang
iA
Zie parameters i5 en i6
GEVOLGEN
Effect bepaald door parameter i5
Uitgang alarm geactiveerd met u1=3
of
alarm drukregelaar
OPLOSSINGEN
Controleer de oorzaken van de activering van de ingang
Zie parameters i5, i6, i7, i8 en i9
iSd
Het instrument uitschakelen en opnieuw aanzetten, of de
voeding onderbreken
GEVOLGEN
De regelaars gaan uit
Uitgang alarm geactiveerd met u1=3
of
alarme condensator oververhit
OPLOSSINGEN
Controleer de temperatuur van de condensator
COH
Zie parameter C6
GEVOLGEN
Uitgang alarm geactiveerd met u1=3
alarm compressor geblokkeerd
OPLOSSINGEN
of
Controleer de temperatuur van de condensator
Zie parameter C7
Het instrument uitschakelen en opnieuw aanzetten: als de
CSd
temperatuur van de condensator bij het opnieuw aanzetten
nog steeds > is dan par. C7, moet men de voeding wegnemen
en de condensator reinigen
GEVOLGEN
Compressor en ventilator van de verdamper gaan uit
Uitgang alarm geactiveerd met u1=3
Wanneer de oorzaak waardoor het alarm optrad weggenomen is, herneemt het
instrument de normale werking, behalve voor de volgende alarmen waarvoor
men hetvolgende moet doen:
• "PF" (onderbreking van de voeding) - druk op om het even welke toets;
• "iSd" (drukregelaar) - het instrument uitschakelen of de voeding onderbreken
• "CSd" (compressor geblokkeerd) - het instrument uitzetten of de voeding onderbreken
FOUTEN
COD.
BETEKENIS
fout celsonde
OPLOSSINGEN
Controleer het type sonde
Controleer de integriteit van de sonde
Controleer de aansluiting instrument-sonde
Controleer de temperatuur van de cel
Pr1
GEVOLGEN
Compressor aan of uit gedurende 10 min
De ontdooiing wordt nooit geactiveerd
Uitgang alarm geactiveerd met u1=3
De weerstanden van de deur gaan uit met u1=4
Deactivering van de klep van de verdamper met u1=5
NL - 41