HF LS LI
Dit product is ontworpen en specifiek bedoeld voor gebruik
met lichtsystemen voor armaturen. Elk ander gebruik dat niet
in deze instructies wordt vermeld, is niet in overeenstemming
met het beoogde gebruik.
Lees de bedieningsinstructies zorgvuldig voordat u de HF LS LI
monteert en voor het eerst gebruikt.
• Gebruik originele OSRAM-verbindingskabels om de juiste
functionaliteit te garanderen.
• Het opladen van de sensor met externe spanning, met name
netspanning, veroorzaakt vernietiging van het apparaat.
Radarsensor - Benoemen van afzonderlijke componenten (zie
fig. 1):
(1) HF LS LI; (2) Zend-/ontvangstgebied voor radarantennes;
(3) Infraroodontvanger/LED-display; (4) Lichtsensor; (5) Beves-
tigingsgat (Ø 4,2 mm, voor M4-schroef); (6) Aansluiting (voor
4p4c-voedingskabel)
Aansluiting:
Aansluiting gebeurt via het specifieke contact op de besturingseen-
heid/koppeling en sensor via een 4p4c-verbindingskabel (zie fig. 4).
De sensor en besturingseenheid worden via IR-signalen met de
Master Remote-afstandsbediening geconfigureerd (zie afb. 3 en 5)
Montage (zie fig. 6):
De HF LS LI is speciaal ontworpen voor installatie in armaturen.
De verbindingskabel moet trekontlast zijn bij installatie buiten de
armatuur. Het maximale bewegingsdetectiebereik in gangtoe-
passingen wordt bereikt wanneer de radarantenne is uitgelijnd
met de bewegingsrichting van de te detecteren objecten (bij-
voorbeeld wand- of plafondinstallatie met een montagebeugel)
(1) Installeren in armaturen; (2) plafondinstallatie; (3) Gebruik
van een montagebeugel; (4) Wandinstallatie
Detectiebereik:
Het detectiebereik van de sensor is afhankelijk van de ruimte-
lijke omstandigheden (zie afb. 7, 8a, 8b en 8c). Bewegingsde-
tectie kan/moet worden ingesteld.
Opmerking: Bewegingsdetectie gebeurt via radarsignalen. Deze
penetreren de meeste niet-metalen materialen (bijvoorbeeld
kunststof afdekkingen van armaturen). Lichtgewicht scheidings-
wanden beperken bijvoorbeeld het detectiebereik niet. Sensor-
signalen kunnen daarom ook reageren op bewegende objecten
achter dergelijke wanden (zie fig. 7). Detectiegevoeligheid/bereik
kan met de afstandsbediening worden gewijzigd.
Functie en instellingen:
Master Remote-afstandsbediening (zie fig. 9 en afzonderlijke
instructies):
Handmatige configuratie van detectiebereik:
1. Houd de knop [PROG] heel lang ingedrukt om de program-
meermodus te starten.
2. Druk kort op knop [3] van het binnenste ringsegment voor
handmatige configuratie van het detectiebereik. Hiermee
wordt het bereik automatisch op de gemiddelde waarde in-
gesteld.
3. Wijzig het bereik volgens de onderstaande tabel door kort op
de knoppen [4], [5] en [7] tot [14] te drukken.
4. Sluit de handmatige configuratie af door lang op de knop
[PROG] te drukken of automatisch 60 seconden na de laatst
gedetecteerde beweging.
Instellingen detectiegevoeligheid/bereik:
• -5 (minimum): Druk kort op knop [5]
• -4: Druk kort op knop [7]
• -3: Druk kort op knop [8]
• -2: Druk kort op knop [9]
• -1: Druk kort op knop [10]
• 0 (gemiddeld): Druk kort op knop [3]
• +1: Druk kort op knop [11]
• +2: Druk kort op knop [12]
• +3: Druk kort op knop [13]
• +4: Druk kort op knop [14]
• +5 (maximum): Druk kort op knop [4]
Detectiegevoeligheid testen:
1. Houd de knop [PROG] heel lang ingedrukt om de program-
meermodus te starten.
10
2. Selecteer de testmodus door kort op de knop [6] te drukken.
3. Start de testmodus door kort op de knop [PROG] te drukken.
4. Testmodus van de besturingseenheid gedurende 60 seconden:
Belichting (maximaal) zodra beweging wordt gedetecteerd.
Verander 1s na de laatste beweging terug naar het minimum.
De duur van de testmodus wordt teruggezet naar 60 seconden
na elke beweging.
5. Verlaat de testmodus door kort op de knop [PROG] te drukken
of sluit automatisch 60 seconden na de laatst gedetecteerde
beweging af.
De gevoeligheid van trillingen instellen:
Stel de trillingsgevoeligheid in om onjuiste activering door tril-
lingen te voorkomen.
1. Houd de knop [PROG] heel lang ingedrukt om de program-
meermodus te starten.
2. Druk kort op de knop [2] (binnenste ringsegment op de af-
standsbediening) om de configuratie van de trillingsgevoelig-
heid te selecteren.
3. Stel de trillingsgevoeligheid in (zie tabel) door kort op de
knoppen [15] t/m [20] te drukken.
4. Verlaat de programmeermodus door kort op de knop [PROG]
te drukken of sluit automatisch 60 seconden na de laatst
gedetecteerde beweging af.
Instellingen trillingsgevoeligheid:
• Trillingsdetectie uit: Druk kort op knop [20]
• Min: Druk kort op knop [15]
• Gemiddeld (fabrieksinstelling): Druk kort op knop [16]
• Hoog: Druk op knop [17] (SP)
• Zeer hoog: Druk op knop [18] (SP)
• Max: Druk op knop [19] (SP)
Belangrijke opmerking:
Na de installatie of na het wijzigen van de positie/opnieuw uit-
lijnen van de sensor, is het instellen van de trillingsgevoeligheid
verplicht, voordat normale bewegingsdetectie actief is.
LED-signalen van de sensor: LED-display (rood/groen) (zie fig. 1, (4)):
• Groene LED knippert: Beweging gedetecteerd
• Groene LED brandt continu: Vakantiemodus actief (bewegings-
detectie tijdelijk gedeactiveerd)
• Rode LED knippert drie keer: IR-signaal van ontvangen af-
standsbediening
• Rode LED knippert één keer: Trilling gedetecteerd
• Rode LED brandt continu: Eerste 100 uur niet dimmen
Configuratie van DALIeco-besturingseenheid -> afzonderlijke
instructies
Werking met OSRAM DALI-sensorkoppeling HF LS LI -> afzon-
derlijke instructie
Accessoires (zie fig. 3):
(1) 4p4c-verbindingskabels, voorgemonteerde verbindingskabel,
(50 stuks in een pak). 0,25 m: EAN 4008321660145; 0,5 m:
EAN 4008321660152; 1,0 m: EAN 4008321660169 2,0 m:
EAN 4008321660190; (2) DALIeco-besturing, tweekanaals-
DALI-besturingseenheid voor installatie in armatuur en aan
plafond, EAN 4008321988645; (3) Gebruikersafstandsbediening,
gebruikersafstandsbediening, EAN 4008321826435; (4) Master
Remote-afstandsbediening, configuratie afstandsbediening,
EAN 4008321988669; (5) DALI-sensorkoppeling HF LS LI,
EAN 4052899141735
Technische gegevens:
• Signaalfrequentie: 24,0 - 24,25 GHz
• Uitgezonden vermogen: 16 dBm/40 mW
• Werkbereik van de lichtsensor: 20...800 lx (gemeten op sensor)
• Bewegingsdetectiebereik: Personen: max. 15 m/voertuigen:
max. 25 m
• Verbindingskabel: Gebruik alleen originele OSRAM-kabels.
• Kabellengte: max. 2 m
• Omgevingstemperatuurbereik: -20 ... + 50 °C
Hierbij verklaart OSRAM GmbH dat de radioapparatuur HF LS LI
aan Richtlijn 2014/53/EU voldoet. De volledige tekst van de
EU-conformiteitsverklaring is beschikbaar op het volgende in-
ternetadres: www.osram.com/lmsce.
Technische ondersteuning:
www.osram.com, +49 (0)89-6213-6000
Denna produkt har konstruerats för och är särskilt avsedd
för användning med ljushanteringssystem för armaturer. All
användning som inte nämns i dessa anvisningar är inte i enlig-
het med avsett användningsområde.
Läs bruksanvisningen noga innan du monterar och använder HF
LS LI för första gången.
• Originalanslutningskablar från OSRAM måste användas för att
säkerställa korrekt funktion.
• Om sensorn laddas med extern spänning, i synnerhet nät-
spänning, kan enheten förstöras.
Radarsensor – namngivning av enskilda komponenter (se fig. 1):
(1) HF LS LI; (2) radarantennernas sändnings-/mottagningsom-
råde; (3) infraröd mottagare/LED-display; (4) ljussensor;
(5) fästhål (ø 4,2 mm, för M4-skruv); (6) ansluta kontakt (för
4p4c-strömkabel)
Anslutning:
Anslutning sker med det specifika uttaget på styrenheten/kopp-
lingen och sensorn via en 4p4c-anslutningskabel (se fig. 4).
Sensorn och styrenheten konfigureras med huvudfjärrkontrollens
fjärrkontroll via IR-signaler (se fig. 3 och 5)
Montering (se fig. 6):
HF LS LI har utformats särskilt för montering i armaturer. An-
slutningskabeln ska inte utsättas för spänning eller montering
utanför armaturen. Det maximala området för rörelsedetektering
vid tillämpning i korridorer åstadkoms när radarantennen riktas
in med rörelseriktningen för de föremål som ska detekteras (t.ex.
vägg- eller takmontering med ett monteringsfäste).
(1) Montera i armaturer; (2) takmontering; (3) med fästbeslag;
(4) väggmontering
Detekteringsområde:
Detekteringsområdet för sensorn beror på de rumsliga förhål-
landen (se fig. 7, 8a, 8b och 8c). Rörelsedetektering kan/måste
ställas in.
Obs! Rörelsedetektering sker via radarsignaler. Dessa tränger
in i de flesta icke-metalliska material (t.ex. plastkåpor på arma-
turer). Tunna skiljeväggar begränsar till exempel inte detekte-
ringsområdet. Sensorsignaler kan därför också reagera på
rörliga objekt bakom sådana väggar (se fig. 7). Detekterings-
känslighet/-område kan ändras med fjärrkontrollen.
Funktion och inställningar:
Fjärrkontroll för huvudfjärrkontroll (se fig. 9 och separata anvisningar):
Manuell konfiguration av detekteringsområdet:
1. Tryck på knappen [PROG] (VLP) för att starta programmerings-
läget.
2. Tryck på knappen [3] på det inre ringsegmentet (SP) för
manuell konfiguration av detekteringsområdet. Detta ställer
automatiskt in området efter medelvärdet.
3. Ändra området enligt tabellen nedan genom att trycka (SP)
på knapparna [4], [5] och [7] till [14].
4. Avsluta manuell konfiguration genom att trycka på knappen
(LP) [PROG] eller automatiskt 60 sek. efter den sista detekte-
rade rörelsen.
Inställningar av detekteringskänslighet/-område:
• −5 (minimum): Tryck på knappen [5] (SP)
• −4: Tryck på knappen [7] (SP)
• −3: Tryck på knappen [8] (SP)
• −2: Tryck på knappen [9] (SP)
• −1: Tryck på knappen [10] (SP)
• 0 (medelvärde): Tryck på knappen [3] (SP)
• +1: Tryck på knappen [11] (SP)
• +2: Tryck på knappen [12] (SP)
• +3: Tryck på knappen [13] (SP)
• +4: Tryck på knappen [14] (SP)
• +5 (maximal): Tryck på knappen [4] (SP)
Testa detekteringskänslighet:
1. Tryck på knappen [PROG] (VLP) för att starta programmeringsläget.