7-6. Betekenis alarmmeldingen
Tabel zelfdiagnostische functies en beschrijving
alarmmeldingen
Alarmmeldingen worden aangeduid door het knipperen van
LED 1 en 2 (D302, D303) op het printbord van de buitenunit. Ze
worden ook aangegeven op de afstandsbediening (met draad).
●
Aflezen van de LED 1 en 2 (D302 en D303) alarmmeldingen
LED 1
LED 2
EN
Alarmmelding
LED 1 knippert M keer, vervolgens knippert
LED 2 N keer. De cyclus herhaalt zich
vervolgens.
Om en om
FR
(
: Knippert)
DE
Mogelijke oorzaak storing
De afstandsbediening
detecteert een
foutsignaal van een
binnenunit.
IT
De binnenunit detecteert een foutsignaal van de afstandsbediening
(en de systeembedieningseenheid).
De binnenunit detecteert
PT
een foutsignaal van de
hoofdbuitenunit.
GR
Onjuiste instelling van
de binnenunit of de
afstandsbediening.
ES
Bij de automatische
adresinstelling
correspondeert het
aantal aangesloten
toestellen niet met het
ingestelde aantal.
NL
Bij het inschakelen
van de stroom
correspondeert het
aantal aangesloten
toestellen niet met
het ingestelde aantal.
BL
(Behalve wanneer het
R.C. adres "0" is.)
RU
UK
Binnenunit
communicatiefout
groepsbediening
bedrading.
Inhoud alarm
M = 2: P alarm 3: H alarm 4: E alarm
5: F alarm 6: L alarm
N = Alarm nr.
Voorbeeld: LED 1 knippert 2 keer,
vervolgens knippert LED 2 17 keer. De
cyclus herhaalt zich vervolgens. Het
alarm is "P17".
Fout bij ontvangst serieel
communicatiesignaal. (Signaal van
hoofdbinnenunit bij groepsbediening)
Voorbeeld: Automatische adresinstelling
is niet voltooid.
Fout bij versturen serieel
communicatiesignaal.
Fout bij ontvangst serieel
communicatiesignaal. Bij het inschakelen
van de stroom correspondeert het aantal
aangesloten binnenunits niet met het
ingestelde aantal. (Behalve wanneer het
R.C. adres "0" is.)
Fout van de buitenunit bij ontvangst van
een serieel communicatiesignaal van de
binnenunit.
De adresinstelling van de binnenunit
wordt gedupliceerd.
Het adres van de aansluiting van
de afstandsbediening (RCU. ADR)
wordt gedupliceerd. (Duplicatie
hoofdafstandsbediening)
Opstarten van de automatische
adresinstelling wordt verhinderd.
Deze alarmmelding geeft aan dat de
automatische adresaansluiting CN-A.ADD
is kortgesloten terwijl een andere RC lijn
een automatische adreshandeling
uitvoert.
Fout bij de automatische adresinstelling.
(Het aantal aangesloten binnenunits is
minder dan het ingestelde aantal.)
Fout bij de automatische adresinstelling.
(Het aantal aangesloten binnenunits is
meer dan het ingestelde aantal.)
Er is geen binnenunit aangesloten tijdens
de automatische adresinstelling.
De hoofdbuitenunit detecteert een
foutsignaal van de sub-buitenunit.
Fout bij de adresinstelling van de
buitenunit.
Het aantal aangesloten hoofd- en sub-
buitenunits correspondeert niet met het
aantal ingesteld via het printbord van de
hoofdbuitenunit.
Fout van de sub-buitenunit bij ontvangst
van een serieel communicatiesignaal van
de hoofdbuitenunit.
Fout van de hoofdbinnenunit bij ontvangst
van een serieel communicatiesignaal van
een sub-binnenunit.
Mogelijke oorzaak storing
Onjuiste instelling
Alarmmelding
<E01>
De beveiliging in de
<E02>
buitenunit is geactiveerd.
<<E03>>
E04
<E06>
De beveiliging in de
E08
buitenunit is geactiveerd.
<<E09>>
E12
E15
E16
E20
E24
E25
E26
E29
E18
32
158
Alarmmelding
Deze alarmmelding geeft aan dat een
binnenunit voor meervoudig gebruik niet
is aangesloten op de buitenunit.
Duplicatie adresinstelling hoofdbinnenunit
in groepsbediening.
Duplicatie adresinstelling van de buiten
R.C.
Er zijn 2 of meer
Afstandsbediening
bedieningstoestellen
met
voor binnenunits die
prioriteitsinstelling
bedieningsprioriteit
1 hebben in 1
Afstandsbediening
koelcircuit.
zonder
prioriteitsinstelling
Bedrading voor groepsbediening is
aangesloten op een individueel bediende
binnenunit.
Adres binnenunit is niet ingesteld.
Capaciteitscode binnenunit is niet
<<L09>>
ingesteld.
Capaciteitscode buitenunit is niet
ingesteld.
Niet-overeenkomende aansluiting van
buitenunits met verschillende soorten
koelmiddel.
4-weg klep bedrijfsstoring
De thermische beveiliging in de
ventilatormotor van de binnenunit is
<<P01>>
geactiveerd.
Onjuiste bedradingsverbindingen
<<P09>>
plafondpaneel.
De vlotterschakelaar is geactiveerd.
<<P10>>
Bediening beveiligingsfunctie
<<P12>>
stroomomzetter ventilator
De thermische beveiliging compressor is
geactiveerd.
Voltage stroomvoorziening is niet
normaal. (Het voltage is hoger dan 260 V
of lager dan 160 V tussen L en N fase.)
Incorrecte uitlaattemperatuur.
(Comp. nr. 1)
Storing stroomvoorzieningsschakeling,
ontbrekende fase detectie
Vergeten de bedrijfsklep te openen
De O
sensor (detecteert lage
2
zuurstofniveaus) is geactiveerd.
Bedrijfsstoring van de compressor ten
gevolge van een ontbrekende fase in de
compressorbedrading enz. (Opstartfout
niet veroorzaakt door IPM of geen gas.)
De ventilatormotor van de buitenunit is
abnormaal.
IPM valschakelaar (IPM stroom of
temperatuur)
Ontbrekende fase/omgekeerde fase in
de compressorbedrading, Compressor
opstartstoring (Overstroom bij opstarten
INV compressor enz.)
L02
<L03>
L04
L05
L06
L07
L08
L10
L17
L18
P02
P03
P05
P13
P14
P16
P22
H31
P29
vervolg