nEDERLanDs
De klok handmatig op tijd zetten:
1. Druk op de Menuknop
10
2. Scroll met de pijlknoppen
LCD-display en druk op de Enter/Display-knop
3. Scroll naar 'Datum en Tijd' en druk op de Enter/Display-
knop
7
.
4. Stel de datum en de tijd in met de linker en
rechter pijlknoppen.
5. Wanneer de gewenste tijd is ingesteld, drukt u op de Enter/
Display-knop en bevestigt u de instelling.
andere opties uit het menu klok op tijd zetten:
•
Tijdsindeling: Selecteer een indeling voor de tijdsweergave
van 12 uur of 24 uur
•
Datumindeling: Selecteer de indeling van de
datumweergave , MM/DD/JJJJ, JJJJ/MM/DD of DD/MM/JJJJ.
De geheugenknoppen programmeren
U kunt tien DAB- en tien FM-radiozenders onafhankelijk van
elkaar instellen. Wanneer u de knoppen hebt geprogrammeerd
hoeft u maar op 1-2, 3-4, 5-6, 7-8 of 9-10 te drukken en de
frequentie gaat onmiddellijk over op de voorkeuzezender.
1. Stel de radio in op de zender van uw keuze (zie Functie
Afstemmen of Zoeken).
2. Houd één van de geheugenknoppen
ingedrukt totdat het nummer van de voorkeuzezender
begint te knipperen in de LCD-display
los en wacht tot de getoonde voorkeuzezender niet meer
knippert in de display.
Onder iedere geheugenknop kunnen twee voorkeuzezenders
worden opgeslagen.
Een tweede voorkeuzezender opslaan:
1. Stel de radio handmatig in op de zender van uw keuze (zie
Functie Afstemmen of Zoeken).
2. Houd één van de geheugenknoppen van uw keuze
ingedrukt totdat het nummer van de voorkeuzezender
begint te knipperen in de LCD-display.
3. Druk een tweede keer op de knop van de
voorkeuzezender zodat het nummer van de volgende
voorkeuzezender verschijnt.
4. Laat de knop los en wacht tot de getoonde
voorkeuzezender niet meer knippert in de display.
DE EQ AFSTELLEN
U kunt de hoge en lage tonen aanpassen door de
EQ-instellingen (Equalisation) van de radio te wijzigen.
1. Druk op de Menu-knop
10
'Sound EQ'.
2. Druk op de rechter pijlknop voor meer lage tonen en op de
linker pijlknop voor minder lage tonen.
3. Wanneer u de gewenste aanpassing tot stand hebt
gebracht, drukt u op de Enter/Display-knop
4. Herhaal stap 2 en 3 voor aanpassing van de hoge tonen.
68
.
5
naar 'Klok op tijd' zetten op de
.
7
van uw keuze
8
11
. Laat de knop
en selecteer met de pijltoetsen
7
.
Audio Weergeven via een Extern Toestel
(Afb. A)
U kunt met een voor Bluetooth® geschikt toestel audio
weergeven over de Lader/radio via een draadloze Bluetooth®-
verbinding of u kunt het audiotoestel of de mobiele
telefoon met een audiokabel van 3,5 mm aansluiten op
de audiopoort
15
, die zich in het opbergvak van het
toestel
4
bevindt.
De Lader/radio koppelen met een Bluetooth®-
audiotoestel
1. Plaats de Lader/radio en de Bluetooth®-audiobron op een
afstand van maximaal 1 m van elkaar.
2. Zet de Lader/radio aan door op de aan/uit-knop
te drukken.
3. Druk op de Bluetooth®-knop
unit in de Bluetooth®-stand (BT). De Bluetooth®-knop zal
dan langzaam knipperen. De radio zal dan proberen een
toestel te vinden waarmee al eerder een koppeling tot stand
is gebracht. Als dat lukt, blijft de Bluetooth®-knop branden
en knippert niet meer.
4. Wilt u de koppeling met een ander toestel tot stand
brengen, druk dan op de Bluetooth®-knop en die moet dan
snel beginnen te knipperen. Zolang de Bluetooth®-knop
snel knippert, probeert het toestel een koppeling tot stand
te brengen.
5. Bevestig de koppeling op uw toestel. (Raadpleeg de
instructiehandleiding van uw toestel voor speciale
instructies voor het koppelen.)
OPMERkIng: Als de koppeling niet binnen 2 minuten
wordt bevestigd, stopt het LED-indicatielampje met snel
knipperen en gaat het lampje op de Lader/radio weer om
de halve seconde knipperen.
6. Wanneer het is gelukt de koppeling tot stand te brengen
blijft het/de Bluetooth®-indicatielampje/-knop
ononderbroken branden. De Lader/radio geeft nu de muziek
van uw toestel weer.
Indicatielampje van status Bluetooth®
LED-
status/stand
indicatielampje
Regelmatig
Lader/radio is niet gekoppeld of
knipperend (interval
staat in de stand voor het koppelen.
van een halve
seconde)
Snel knipperend
Lader/radio kan worden gekoppeld
en kan worden gedetecteerd door
uw toestel.
Lampje brandt
Lader/radio is verbonden met
ononderbroken
een toestel.
Lampje brandt niet
Lader/radio is
(tijdelijk) uitgeschakeld.
1
13
of zit met de standen de
13