46
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door gespecialiseerde bedrijven die originele
Evers onderdelen gebruiken. De componenten van het apparaat moeten worden
geïnspecteerd (in het algemeen bestaand uit een visuele en functionele inspectie) op
gebreken, slijtage, corrosie of andere onregelmatigheden, en alle veiligheidsvoorzieningen
moeten worden getest op hun goede conditie en werking. De inbedrijfstelling en de periodieke
controles moeten worden gedocumenteerd (bv. in een Evers keuringsboekje). De resultaten
van inspecties en de juiste uitvoering van reparaties moeten op verzoek kunnen worden
getoond. Lakbeschadigingen moeten worden bijgewerkt om corrosieschade te voorkomen.
Alle bewegende en glijdende delen moeten licht worden gesmeerd. Bij sterke vervuiling moet
het apparaat gereinigd worden.
I
W
NSPECTIE VOOR
ERKAANVANG
Controleer dat het oppervlak van de last op de plaats waar de last contact maakt met het
hijshulpmiddel, vrij is van vet, verf, vervuiling en loszittend materiaal en niet is gecoat, zodat
de bekleding goed contact kan maken met het oppervlak van de last.
Controleer de vaste bek en de klembek op slijtage en defecten. Beide bekken moeten schone
profielen hebben.
De bekleding moet vlak, vet- en olievrij zijn. Deze moet vervangen worden bij een dikte minder
dan 2,5 mm.
Het gehele hijshulpmiddel moet op beschadigingen, scheuren en vervormingen worden
gecontroleerd.
Het hijshulpmiddel moet makkelijk geopend en gesloten kunnen worden.
De bekleding vervangen bij een dikte van minder dan 2,5 mm.
Inspectie van de ketting van het apparaat (alleen TPZ 0,75)
Controleer de ketting tweesprong regelmatig volgens de DIN 685-5 norm.
Vervang deze als een van de schalmen met meer dan 10% van de nominale dikte versleten
is.
Ketting tweesprongen moeten worden gecontroleerd op beschadiging, vervorming, scheuren,
slijtage en corrosie.
Een uitgerekte of versleten ketting moet worden vervangen.
Inspectie van de kabel
Controleer regelmatig de kabelstroppen conform aan de DIN 15002-2 norm. Vooral op kinken
en beschadigingen controleren. De kabel moet op uiterlijke gebreken, vervormingen, kinken,
gebroken losse draden of strengen, kneuzingen, verdikkingen, roestschade (bijv. corrosie),
sterke oververhitting en sterke slijtage van uiteinden van de kabel (bijv. persklem) worden
gecontroleerd. Gebreken aan de kabel kunnen leiden tot storingen en blijvende schade aan
het hijshulpmiddel. Uitstekende, gebroken kabeldraden kunnen verwondingen veroorzaken.
G
H
EBRUIK VAN HET
IJSHULPMIDDEL
Laat de platenklem, bevestigd aan het hijsmiddel, op zodanige wijze over de last zakken dat
hij zich loodrecht boven het veronderstelde zwaartepunt bevindt. Zo ver laten zakken dat deze
kan worden opgetild aan het handvat om de kabel te ontlasten. Als gevolg daarvan wordt de
klembek geopend. Indien dit niet het geval is, kan de platenklem gemakkelijk geopend worden
door aan de hendel te trekken van de klembek. Plaats de grijper in deze toestand op de last.
Door te hijsen met het hijsmiddel wordt de kabel gespannen en de klembek grijpt veilig de last.
Het is essentieel dat de kabel (of de ketting bij de TPZ 0,75) niet gedraaid is en dat deze goed
in de omloopschijf loopt!
Laat aan het einde van het transport de platenklem zakken totdat de kabel volledig ontlast is.
De klembek opent zich en de klem kan van de last worden gehaald.
Heben • Sichern • Fördern • Verpacken
Evers GmbH • Graf-Zeppelin-Straße 10-12 • 46149 Oberhausen • Telefon (02 08) 99 475-0 • Telefax (02 08) 99 475-31 • E-Mail evers@eversgmbh.de • www.eversgmbh.de