ste voor Omhoog, de tweede voor Stop en de derde voor Omlaag.
Werking met een afstandsbediening met 1 Toets:
Bij gebruik van de afstandsbediening met een enkele toets bereikt u de volgende werking:
de eerste impuls bedient de functie Omhoog totdat de bedrijfstijd van de motor is verlo-
pen. De tweede impuls bedient het dalen van het luik. Als er een impuls doorkomt voor-
dat de bedrijfstijd van de motor is verlopen, zorgt de centrale ervoor dat het luik stopt. Een
volgende impuls zorgt voor het hervatten van de beweging in de tegenovergestelde rich-
ting.
Werking met een afstandsbediening met 2 Toetsen:
Bij gebruik van een afstandsbediening met 2 toetsen bereikt u de volgende werking: de
eerste toets ("Up", verbonden met het stijgen) bedient de functie Stijgen totdat de bedrijfs-
tijd van de motor is verstreken. De tweede toets ("Down", verbonden met het dalen)
bedient het dalen van het luik. In het geval er tijdens het stijgen opnieuw een opdracht Up
wordt gegeven zal de centrale de stijging laten voortgaan. Als daarentegen de opdracht
Down wordt gegeven zal de centrale de beweging onderbreken.
Dezelfde procedure geldt tijdens het dalen.
Werking met een afstandsbediening met 3 toetsen (BeFree x1):
Bij gebruik van de afstandsbediening BeFree x1 bereikt u de volgende werking: de toets
(Up) bedient de stijging totdat de motortijd is verstreken, de (Stop) toets bedient het stil-
staan en de toets (Down) bedient het neerlaten van het luik. Als gedurende het dalen of
stijgen het sein (Stop) wordt gegeven, geeft de centrale de opdracht voor het stoppen van
het luik. Als gedurende het stijgen of dalen een opdracht wordt gegeven die tegenoverge-
steld is aan de huidige beweging, beveelt de centrale het omkeren van de bewegingsrich-
ting.
Werking met een afstandsbediening met 3 toetsen (BeFree x3 - X6):
Bij gebruik van de afstandsbediening BeFree x3 – x6 bereikt u de werking zoals hierboven
beschreven voor de versie BeFree x1. Bovendien kunt u met de toetsen (-) en (+) aan de
zijkant van de afstandsbediening opdrachten selecteren (Up - Stop - Down) voor 3 ver-
schillende toepassingsmogelijkheden (BeFree x3) of voor 6 verschillende toepassingsmo-
gelijkheden (BeFree x6). Als u de twee toetsen (–) en (+) aan de zijkant van de afstandsbe-
diening enkele seconden lang indrukt kunt u de zonnesensor activeren of deactiveren (de
keuze wordt bevestigd door een korte Up/Down beweging van de motor).
H
ET OMKEREN VAN DE ROTATIEBEWEGING
Indien de centrale de opdracht (Up) van de afstandsbediening met het dalen van het luik
associeert, in plaats van met het stijgen, dient u de programmering te herhalen door de
toets (Down) in plaats van (Up) in te drukken of de draad van Omhoog te verwisselen met
de draad van Omlaag.
C
G
A
ENTRALISERING VAN DE
ROEP OF
LGEMEEN
Centralisering via kabel door middel van bedieningsknoppen
De centralisering van twee of meer centrales via een kabel zorgt ervoor dat u tegelijkertijd
een stijgende of dalende beweging kunt veroorzaken op alle aangesloten luiken. De cen-
tralisering kan tot stand worden gebracht door de drie draden van de ingangen T3 (Up),
T4 (Down) en de algemene referentie "GND Signal" in parallel op elkaar aan te sluiten.
Centralisering via radio door middel van een afstandsbediening
De centralisering van twee of meer centrales via radio zorgt ervoor dat u tegelijkertijd een
stijgende of dalende beweging kunt veroorzaken van de luiken.
De centralisering kan worden uitgevoerd door dezelfde codes (toetsen) van een afstands-
bediening in te voeren voor alle centrales of een groep die zich op een afstand van niet
meer dan 20 meter van het bedieningspunt bevinden. Op deze wijze kan er een algeme-
ne of gedeeltelijke beweging plaatsvinden van meerdere mechanismen. Voor een optima-
le radio centralisering moet de installatieplek nauwkeurig worden gekozen. Het bereik
hangt niet alleen af van de technische eigenschappen van het apparaat, maar varieert ook
naar gelang de radio-elektrische omstandigheden van de plek.
W
ERKING VAN DE WINDMETER
De elektronische centrale geeft de opdracht het scherm omhoog te halen wanneer de
wind de geselecteerde interventiedrempel heeft overschreden.
W
ERKINGSLOGICA
Stap voor Stap
P/P+Automatische Persoon Aanwezig
Sensoren
1) Stap voor Stap (Dip 1 en 2 OFF)
De centrale beschikt over een cyclische logica van het type "Stap-voor-Stap", wiens wer-
king afhangt van het type bediening dat erop is aangesloten, schakelpaneel of afstands-
bediening (zie werking met afstandsbediening 1-2-3 Toetsen).
2) Stap voor Stap + Automatische Sensoren (Dip 1 ON en Dip 2 OFF)
De centrale voorziet een "Stap-voor-Stap" werking zoals boven wordt beschreven, maar
met de toevoeging van het automatische beheer van de Windsensor. Na het ingrijpen van
een van de twee sensoren, zodra de regenbui is verstreken, zal de centrale na 10 minuten
de opdracht geven voor het neerlaten van het scherm.
3) Persoon Aanwezig (Dip 1 OFF en Dip 2 ON)
Als u de afstandsbediening en het schakelpaneel gebruikt bereikt u de werking Persoon
Aanwezig, dat wil zeggen dat het sein omhoog of omlaag van de afstandsbediening geac-
tiveerd moet blijven voor de beweging van het scherm. Als u de knop loslaat stopt de
beweging.
4) Werking Luxaflex: (Dip 1 en 2 ON)
Als u de afstandsbediening en het schakelpaneel gebruikt bereikt u een werking van het
type Luxaflex, dat inhoudt dat er een werking Persoon Aanwezig wordt bereikt tijdens de
eerste 2 seconden. U kunt de lamellen van de luxaflex op deze manier licht naar de ene of
naar de andere kant draaien om het filteren van het licht naar wens te moduleren. Als de
doorgegeven opdrachten een duur van meer dan 2 sec. hebben bereikt u een stijgende of
- 37 -
Luxaflex