• Zorg dat het te zagen materiaal goed is
vastgezet.
• Druk zachtjes tegen het werktuig; vermijd
het uitoefenen van druk op de zijkant
van het zaagblad. Indien mogelijk werkt
u met het zaagblok tegen het werkstuk
aangedrukt. Hiermee wordt schade aan
het blad voorkomen en gaat het werktuig
niet schudden en trillen.
• Vermijd overbelasting.
• Laat het blad enkele seconden
ronddraaien voordat u gaat zagen.
WAARSCHUWING: Draag ALTIJD
een stofmasker. Blootstelling
aan stofdeeltjes kan leiden tot
ademhalingsmoeilijkheden en
mogelijke letsels.
Vergewis u er vóór gebruik van dat uw accu
(volledig) geladen is.
Juiste positie van de handen
(fi g. 1, 6)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u ALTIJD de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen betekent een hand
aan de hoofdgreep (g), terwijl u met de andere hand
het gereedschap zelf vasthoudt, zoals afgebeeld in
figuur 6.
Aan- en uitzetten (fi g. 1)
Om veilligheidsredenen is de variabele
snelheidsschakelaar (a) uitgerust met een
vergrendelingsknop (b).
1. Druk op de vergrendelingsknop (b) om het
werktuig te ontgrendelen.
2. Om het werktuig te gebruiken, drukt u op
de variabele snelheidsschakelaar (a). De
druk die uitgeoefend wordt op de variabele
snelheidsschakelaar bepaalt de snelheid van het
werktuig.
3. Om het werktuig te stoppen, laat u de
schakelaar los.
OPMERKING: Zet het werktuig niet
op ON of OFF als het zaagblad het
werkstuk of andere materialen aanraakt.
Hout zagen
• Zet het werkstuk stevig vast en verwijder alle
spijkers en metalen objecten.
• Houd het werktuig met beide handen vast, werk
met het zaagblok tegen het werkstuk gedrukt.
De zaag in het hout steken (fi g. 6)
1. Laat het zaagblok op een zodanige wijze op het
werkstuk rusten dat het blad een goede hoek
voor de insteek vormt.
2. Schakel het werktuig aan en zet het blad er
langzaam in. Zorg dat het zaagblok altijd in
contact blijft met het werkstuk.
Uitzagen
1. Meet en markeer waar u uit wilt zagen.
2. Met een klein zaagblad en terwijl de onderkant
van het zaagblok op het werkstuk rust, zorgt u
dat het blad op de zaaglijn is gepositioneerd.
Indien nodig, bijv. in kleine ruimtes, gebruikt u
de buitenkant van het zaagblok als uw richtlijn.
3. Schakel het werktuig aan en voer op hoge
snelheid het blad in het materiaal, terwijl u het
werktuig stevig tegen het werkstuk aangedrukt
houdt.
Stof afzuigen
Als het werktuig langere tijd binnenshuis wordt
gebruikt, kunt u een geschikte stofafzuiger gebruiken
in overeenstemming met de geldende richtlijnen ten
aanzien van de uitstoot van stof.
Metaal zagen
• Als u dun metaal zaagt, stabiliseert u het
werkstuk aan beide kanten met hout.
Op deze wijze ontstaat een mooie zaagsnede
en wordt voorkomen dat het material wordt
beschadigd.
• Voor lange, rechte zaagsneden trekt u een lijntje
op het werkstuk.
• Smeer een dunne laag smeermiddel langs
de zaaglijn, zet het werktuig aan en volg de
zaaglijn.
Plastic zagen
Werk altijd op een lage snelheid. Voer eerst een
zaagtest uit om te controleren of het materiaal
gevoelig is voor hitte.
NEDERLANDS
87