BIOTRONIK Idova 7 Manual Tecnico página 221

• Elektroden van BIOTRONIK en introducer-set
— 1-kamer-implantaat: een bipolaire ICD-elektrode met 1 of 2 shockcoils voor
het ventrikel
— 2-kamer-implantaat: een bipolaire elektrode voor het atrium en een bipolaire
ICD-elektrode voor het ventrikel met 1 of 2 shockcoils
— 3-kamer-implantaat: aanvullend een uni- of bipolaire LV-elektrode
• Toegelaten aansluitingen zijn DF-1, DF4 en IS-1. Voor elektroden met andere
aansluitingen of elektroden van andere fabrikanten alleen de door BIOTRONIK
toegelaten adapters gebruiken.
• Programmeerapparaat van BIOTRONIK (met geïntegreerde SafeSync-RF-teleme-
trie of met aparte SafeSync-module) en toegelaten kabels
• Extern ECG-toestel met meer kanalen
• Houd voor steriele onderdelen een vervanging in reserve.
Externe defibrillator gereed houden
Om te reageren op onvoorziene noodgevallen of op eventuele technische storingen van
het implantaat:
• Externe defibrillator en paddles of plakelektroden gereed houden.
Implantaat uitpakken
W WAARSCHUWING
Inadequate therapie ten gevolge van defect implantaat
Als een uitgepakt implantaat bij het hanteren valt en op een hard oppervlak slaat,
kunnen elektronische onderdelen beschadigd zijn.
• Reserve-implantaat gebruiken.
• Beschadigd implantaat naar BIOTRONIK sturen.
• Papieren sluiting van de buitenste blisterverpakking op de gemarkeerde plaats in
de richting van de pijl aftrekken. De binnenste blisterverpakking mag niet door
niet-steriele personen of instrumenten worden aangeraakt!
• Binnenste blisterverpakking aan de greep vastpakken en uit de buitenste blister-
verpakking halen.
• Papieren afsluiting van de steriele binnenste blisterverpakking bij de markering in
de richting van de pijl aftrekken.
Onderdelen controleren
Beschadigingen aan een van de onderdelen kunnen tot complicaties of technische
storingen leiden.
• Controleer voor en na het uitpakken alle onderdelen op beschadigingen.
• Beschadigde onderdelen vervangen.
• De ICD wordt met gedeactiveerde tachyaritmietherapie geleverd en mag alleen in
deze toestand worden geïmplanteerd.
• De elektroden mogen niet worden afgekort.
Situs
• Afhankelijk van de anatomie van de patiënt en van de elektrodeconfiguratie worden
ICD's in de regel subpectoraal links geïmplanteerd.
Lekstroom vermijden
Tijdens de implantatie moeten lekstromen tussen gereedschap en het implantaat
worden vermeden.
• Patiënten elektrisch isoleren.
Onbedoelde shockafgave vermijden
W WAARSCHUWING
Shockafgave bij geactiveerde ICD
Bij omgang met een geactiveerde ICD bestaat het gevaar van een onbedoelde
shockafgave.
• Deactiveer voor vastpakken van het implantaat bij implantatie, implantaatvervan-
ging en explantatie de ICD-therapie.
Aansluitblok niet beschadigen
Voor DF-1- en IS-1-aansluitingen bestaat een blinde plug in het aansluitblok; de bijbe-
horende aansluitschroeven moeten zorgvuldig worden aangedraaid of losgemaakt.
• Aansluitschroeven met de bijgeleverde schroevendraaier losmaken. Alleen schroe-
vendraaiers met draaimomentbegrenzing van BIOTRONIK gebruiken!
• Blinde pluggen niet geforceerd uittrekken!
• Bij een noodzakelijke elektrodenrevisie steriele schroevendraaier bij BIOTRONIK
nabestellen.
220