Opmerking: Voor de basisstand moet de beschermkap
(3) rechtop staan. Druk op de vergrendelknop (4) van de
beschermkap en til de beschermkap op z'n plaats, zoals wordt
getoond in afbeelding L.
Voor de stand met de verlengde stang moet de beschermkap
(3) voor de terugslag in de opgeborgen positie zijn. Druk
op de vergrendelknop (4) van de beschermkap en breng
de beschermkap omlaag op z'n plaats, zoals wordt
getoond in Afb. L
Controleer dat het hulpstuk stevig op de basis-unit of de
u
verlengde stang is bevestigd, door voorzichtig te proberen
het los te trekken. Het hulpstuk of de verlengde stang
moet dan blijven zitten.
U kunt een hulpstuk of de verlengde stang losnemen door
u
op de vrijgaveknop die zich opzij van de hulpstuk of de
verlengde stang bevindt, te drukken en het hulpstuk of de
verlengde stang van de basis-unit of de verlengde stang
los te trekken.
Opmerking: Gebruik alleen hulpstukken die speciaal
ontworpen zijn voor en geschikt zijn voor het motorhuis.
Juiste handpositie (afb. M, N)
Basisstand: Voor een juiste positie van de handen zet u
één hand op de beugelhandgreep (15) en de andere op de
hoofdhandgreep (16).
Stand met de verlengde stang: U kunt werken met de ene
hand op de hoofdhandgreep (15) en uw andere hand op de
greep (17) voor de verlengde stang.
Inschakelen (afb. M, N)
Duw de schakelaar voor vergrendeling in de Uit-
u
stand omlaag. Knijp de beugelhandgreep (15) in en
vervolgens de AAN/UIT-schakelaar. U kunt de knop voor
vergrendeling in de uit-stand loslaten zodra het apparaat
in werking is. Hoe verder u de AAN/UIT-schakelaar
indrukt, des te sneller werkt de basis-unit.
Het gereedschap blijft alleen lopen als u zowel de
u
beugelhandgreep als de AAN/UIT-schakelaar ingeknepen
houdt. U kunt het gereedschap uitschakelen door de AAN/
UIT-schakelaar of de beugelhandgreep los te laten.
Stand Verlengd bereik/Verlengde stang
Duw de schakelaar voor vergrendeling in de Uit-stand
u
omlaag.
Pak de greep (17) op de verlengde stang vast en knijp
vervolgens de AAN/UIT-schakelaar in.
U kunt de knop voor vergrendeling in de uit-stand loslaten
u
zodra het apparaat in werking is. Hoe verder u de AAN/
UIT-schakelaar indrukt, des te sneller werkt de basis-unit.
Het gereedschap blijft alleen lopen als u de AAN/UIT-
u
schakelaar ingeknepen houdt. U kunt het gereedschap
uitschakelen door de AAN/UIT-schakelaar los te laten.
(Vertaling van de originele instructies)
Opmerking: Als u te veel druk uitgeoefend tijdens het zagen,
schakelt de zaag zichzelf uit. U kunt de zaag opnieuw starten
door de AAN/UIT-schakelaar los te laten en vervolgens weer
in te knijpen. Begin een nieuwe zaagsnede maar nu met
minder kracht. Laat de zaag op z'n eigen snelheid werken.
Werken in de basisstand trimmen / snoeien Veelge-
bruikte kniptechnieken (afb. O, P, Q, R, S, T)
Vellen
Het proces van het omzagen van een boom. Het is belangrijk
dat de accu volledig is opgeladen zodat u een boom op één
enkele lading kunt omzagen. Zaag niet bomen om wanneer
het hard waait.
Plan een uitwijkroute en maak die vrij voordat u met zagen
u
begint. Een uitwijkroute moet zich uitstrekken tot achter en
opzij van de verwachte vallijn, zie afbeelding O.
Voordat u met omzagen begint moet u de natuurlijke vorm
u
van de boom bekijken, de plaats van de grotere takken
en de windrichting, zodat u kunt beoordelen in welke
richting de boom zal vallen. Houd wiggen (hout, kunststof
of aluminium) en een zware houten hamer in gereedheid.
Verwijder vuil, stenen, losse schors, spijkers, nagels en
draad van de boom waar u de zaagsneden gaat maken.
Inkeping zagen - Maak een inkeping tot op 1/3 van de
u
diameter van der Boom, haaks op de voorlichting. Zaag
de lagere horizontale inkeping eerst. Zo voorkomt u dat
de zaagwerk of het zwaard bekneld raken wanneer u de
tweede inkeping zaagt, zie afbeelding O.
Definitieve zaagsnede - Maak de definitieve zaagsnede
u
ten minste 5 cm hoger dan de horizontale inkeping. Zaag
de definitieve zaagsnede parallel aan de horizontale
inkeping. Maak de definitieve zaagsnede zo dat er genoeg
hout overblijft dat als scharnier kan dienen. Het hout dat
dient als scharnier zorgt ervoor dat de boom niet kan
draaien en niet in de verkeerde richting kan vallen. Zaag
het scharnier niet door, zie afbeelding P.
Als de definitieve zaagsnede dicht in de buurt van het
u
scharnier komt, moet de boom beginnen te vallen. Als er
een kans is dat de boom misschien niet in de gewenste
richting valt of terugkantelt en de zaagketting afklemt, stop
dan met zagen voordat de zaagsnede is voltooid en open
met wiggen de zaagsnede zodat de boom in de gewenste
richting valt.
Wanneer de boom begint te vallen, haal dan de
kettingzaag uit de zaagsnede, stopt de motor, leg de
kettingzaag neer, en neem afstand via de geplande
uitwijkroute. Wees alert op vallende takken boven uw
hoofd en kijk maar u loopt.
Takken afzagen
Het verwijderen van takken van een omgevallen boom.
Wanneer u takken afzaagt, laat u grotere takken onderaan
zitten zodat de boom van de grond wordt gehouden.
NEDERLANDS
57